gepubliceerd op 29 juni 1999
Koninklijk besluit betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten
4 MEI 1999. - Koninklijk besluit betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, in het bijzonder op de artikelen 20, 21, 42 en 60;
Gelet op het advies van de Hoge Raad Voor het Bedrijfsrevisoraat en de Accountancy van 4 mei 1999.
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat artikel 60 van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen de duur van de overgangsperiode die begint vanaf de inwerkingtreding van de wet aanzienlijk inperkt;
Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie en van Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de wet : de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen;2° het Instituut : het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten, opgericht bij artikel 2 van de wet;3° de Raad : de Raad van het Instituut bedoeld in artikel 10 van de wet;4° de Erkenningscommissie : de Erkenningscommissie, opgericht krachtens artikel 60, § 3 van de wet. HOOFDSTUK II. - De toekenning van de hoedanigheid van belastingconsulent aan natuurlijke personen gedurende de overgangsperiode
Art. 2.In uitvoering van artikel 60, § 1 van de wet, wordt vrijgesteld van de bij artikel 19, 3°, 4° en 5° van de wet vastgestelde voorwaarden, elke persoon die binnen een termijn van achttien maanden, te rekenen vanaf de inwerkingtreding van de wet, zijn kandidatuur stelt en die - hetzij het bewijs levert gedurende ten minste vijf jaar professionele werkzaamheden te hebben uitgeoefend, waarin hij voldoende vorming heeft verworven om de functie van belastingconsulent, zoals omschreven in artikel 38 van de wet, uit te oefenen en ingeschreven is op de lijst van de accountants bedoeld in artikel 5 van de wet; - hetzij het bewijs levert houder te zijn van een diploma bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 22 november 1990 betreffende de diploma's van de kandidaat-accountants en de kandidaat belastingconsulenten, zoals laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 mei 1999 en gedurende ten minste vijf jaar professionele werkzaamheden te hebben uitgeoefend, waarin hij voldoende vorming heeft verworven om de functie van belastingconsulent, zoals omschreven in artikel 38 van de wet, uit te oefenen.
Art. 3.Het verzoek ingediend op grond van artikel 2 moet per aangetekende brief aan het Instituut worden gericht. Bij elke kandidatuur moet een dossier zijn gevoegd, waaruit moet blijken dat voldaan is aan de voorwaarden bepaald in artikel 2. Het dossier moet met name een kopie bevatten van het diploma waarop de kandidaat zich eventueel beroept alsook het bewijs dat de betrokkene gedurende ten minste vijf jaar professionele werkzaamheden heeft uitgeoefend, waarin voldoende vorming werd verworven om de functie van belastingconsulent, zoals omschreven in artikel 38 van de wet, uit te oefenen.
Het dossier moet bovendien een omstandige beschrijving bevatten van de samenstelling en organisatie van zijn kantoor en van zijn werkmethodes.
Indien de kandidaat werkzaam is of is geweest in het kader van een vennootschap of vereniging, moet het dossier bovendien een beschrijving bevatten van de vennootschap of vereniging, haar organisatie en werking, en van de plaats die de kandidaat erin bekleedt.
Het dossier moet tevens alle gegevens bevatten die toelaten na te gaan of de bepalingen van artikel 31 van de wet worden in acht genomen.
De Raad van het Instituut kan bepalen op welke wijze het in te dienen dossier moet worden voorgesteld.
Art. 4.De Raad neemt de individuele beslissingen inzake de toekenning van de titel van belastingconsulent na advies van een Erkenningscommissie, waarvan hij de samenstelling en de werking bepaalt.
Art. 5.De Raad of de Erkenningscommissie mogen van een kandidaat eisen dat hij zijn dossier vervolledigt door overlegging, binnen de termijn die hij vaststelt, van alle stukken of gegevens die nodig zijn om over de toetredingsaanvraag te kunnen beslissen. Een kandidaat wordt geacht zijn toetredingsaanvraag te hebben ingetrokken indien hij zonder wettige reden de gevraagde aanvullende stukken of gegevens niet binnen de vastgestelde termijn heeft overgelegd.
De Raad en de Erkenningscommissie kunnen de toetreding van kandidaten afhankelijk stellen van de voorwaarde dat zij worden gehoord door de Raad of de Erkenningscommissie. In dat geval mag de Raad de toetreding slechts weigeren nadat de kandidaat is gehoord door de Raad of de Erkenningscommissie of minstens behoorlijk is opgeroepen. HOOFDSTUK III. - Toetreding van vennootschappen van accountants en/of belastingconsulenten
Art. 6.§ 1. In uitvoering van de artikelen 20, 1°, en 42 van de wet, verleent het Instituut op verzoek de hoedanigheid van accountant en/of belastingconsulent aan elke burgerlijke professionele vennootschap opgericht naar Belgisch recht die een aanvraag hiertoe indient bij het Instituut en die tot doel heeft diensten te verlenen die behoren tot de functie van accountant en/of belastingconsulent, zoals omschreven in de artikelen 34 en 38 van de wet, en die voldoet aan de volgende voorwaarden : 1° haar doel en bedrijf moeten beperkt zijn tot het verlenen van diensten die behoren tot de functie van accountant en/of belastingconsulent, zoals omschreven in de artikelen 34 en 38 van de wet en tot het uitoefenen van hiermee verenigbare werkzaamheden;2° zij moet opgericht zijn in de vorm van een handelsvennootschap naar Belgisch recht;3° indien zij is opgericht in de vorm van een naamloze vennootschap of een commanditaire vennootschap op aandelen, moeten haar aandelen op naam zijn;4° de vennoten moeten lid zijn van het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten of personen die in het buitenland een hoedanigheid bezitten die als gelijkwaardig met die van accountant of belastingconsulent in België wordt erkend;5° de meerderheid der aandelen alsook de meerderheid der stemrechten waarover de vennoten beschikken, moet in bezit zijn van accountants en/of belastingconsulenten die lid zijn van het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten;een minderheid mag in bezit zijn van personen die in het buitenland een hoedanigheid bezitten die als gelijkwaardig met die van accountant of belastingconsulent in België wordt erkend; 6° de zaakvoerders en bestuurders moeten natuurlijke personen zijn.De meerderheid van hen moet lid zijn van het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten; 7° zij mag geen deelnemingen bezitten in andere vennootschappen dan van uitsluitend professionele aard. § 2. In afwijking van § 1 en in uitvoering van artikel 60, § 2 van de wet, verleent het Instituut, op verzoek, de hoedanigheid van belastingsconsulent aan elke vennootschap die voldoet aan de voorwaarden bedoeld in § 1, 1°, 2°, 3° en 6° en dit voor een termijn van 18 maanden vanaf de inwerkintreding van de wet, om de in het 4°, 5° en 7° van § 1 bedoelde voorwaarden na te leven.
Art. 7.§ 1. In uitvoering van de artikelen 21 en 42 van de wet, verleent het Instituut op verzoek de hoedanigheid van accountant en/of belastingconsulent aan elke vennootschap opgericht binnen een vennootschappengroep of een beroepsgroepering, of door een of meer ondernemingen, en waarvan het maatschappelijk doel erin bestaat, diensten te verlenen als bedoeld in de artikelen 34 en 38 van de wet, aan de ondernemingen van de groep, aan de ondernemingen aangesloten bij de beroepsgroepering, aan haar vennoten of, voor wat betreft diensten bedoeld in artikel 38 van de wet, aan derden, en die aan de volgende voorwaarden voldoet : 1° haar doel en bedrijf moeten beperkt zijn tot het verlenen van diensten die behoren tot de functie van accountant en/of belastingconsulent, zoals omschreven in de artikelen 34 en 38 van de wet en tot het uitoefenen van hiermee verenigbare werkzaamheden;2° zij moet opgericht zijn in de vorm van een vennootschap naar Belgisch recht met afzonderlijke rechtspersoonlijkheid;3° indien zij is opgericht in de vorm van een naamloze vennootschap of een commanditaire vennootschap op aandelen, moeten haar aandelen op naam zijn;4° de aandelen, alsook de meerderheid der stemrechten waarover de vennoten beschikken, moeten in bezit zijn van accountants en/of belastingconsulenten, leden van het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten of van vennootschappen van de groep of van de beroepsgroepering;5° de bestuurders en zaakvoerders moeten natuurlijke personen zijn;de meerderheid onder hen moet lid zijn van het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten; 6° de bestuurders of zaakvoerders die niet persoonlijk lid zijn van het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten mogen op geen enkele wijze interveniëren in de uitoefening van de functie van accountant of belastingconsulent;7° zij mag geen deelnemingen bezitten in andere vennootschappen dan van uitsluitend professionele aard. § 2. In afwijking van § 1 en in uitvoering van artikel 60, § 2 van de wet, verleent het Instituut, op verzoek, de hoedanigheid van belastingsconsulent aan elke vennootschap die voldoet aan de voorwaarden bedoeld in § 1, 1°, 2°, 3°, 5° en 6° en dit voor een termijn van 18 maanden vanaf de inwerkintreding van de wet, om de in het 4° en 7° van § 1 bedoelde voorwaarden na te leven.
Art. 8.§ 1. In uitvoering van de artikelen 20, 3°, 21, tweede lid et 42 van de wet, verleent het Instituut op verzoek de hoedanigheid van accountant en/of belastingconsulent aan elke vennootschap opgericht naar buitenlands recht die in het buitenland een hoedanigheid heeft die als gelijkwaardig wordt erkend met die van accountant en/of belastingconsulent, indien zij aan de volgende voorwaarden voldoet : 1° haar doel en bedrijf moeten beperkt zijn tot het verlenen van diensten die behoren tot de functie van accountant en/of belastingconsulent, zoals omschreven in de artikelen 34 en 38 van de wet en tot het uitoefenen van hiermee verenigbare werkzaamheden;2° indien zij is opgericht in de vorm van een kapitaalvennootschap moeten haar aandelen op naam zijn;3° de meerderheid der aandelen, alsook de meerderheid der stemrechten waarover de vennoten beschikken, moet in bezit zijn van accountants en/of belastingconsulenten, leden van het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten;een minderheid mag in bezit zijn van personen die in het buitenland een hoedanigheid bezitten die als gelijkwaardig met die van accountant of belastingconsulent in België wordt erkend; 4° de zaakvoerders en bestuurders moeten natuurlijke personen zijn;de meerderheid onder hen moet lid zijn van het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten; 5° de persoon aangesteld voor het beheer van de Belgische vestiging van de vennootschap of, zo er meer zijn, tenminste één van hen, moet lid zijn van het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten;6° de bestuurders of zaakvoerders die geen lid zijn van het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten en die geen hoedanigheid bezitten die gelijkwaardig is met die van accountant en/of belastingconsulent in België, mogen op geen enkele wijze interveniëren in de uitoefening van de functie van accountant en/of belastingconsulent in België. § 2. In afwijking van § 1 en in uitvoering van artikel 60, § 2 van de wet, verleent het Instituut, op verzoek, de hoedanigheid van belastingsconsulent aan elke vennootschap die voldoet aan de voorwaarden bedoeld in § 1, 1°, 2°, 4°, 5° en 6° en dit voor een termijn van 18 maanden vanaf de inwerkintreding van de wet, om de in het 3° van § 1 bedoelde voorwaarde na te leven.
Art. 9.De toetredingsaanvragen ingediend ter uitvoering van de artikelen 6 tot 8 moeten, samen met een overeenkomstig artikel 10 aangelegd dossier, aan het Instituut worden gericht.
Art. 10.Het dossier moet het volgende bevatten : 1° de statuten van de vennootschap, de identiteit van haar vennoten en het aantal aandelen in ieders bezit, de identiteit van haar zaakvoerders of bestuurders evenals haar jaarrekening over de laatste vijf boekjaren of sedert haar oprichting zo sindsdien nog geen vijf jaren zijn verlopen;2° de nauwkeurige omschrijving van haar bedrijf en het bewijs of de beslissing dat dit bedrijf beperkt is of, ingeval van toetreding, zal zijn tot het volbrengen van opdrachten die behoren tot de functie van accountant en/of belastingconsulent zoals bedoeld in de artikelen 34 en 38 van de wet en tot het uitoefenen van hiermee verenigbare werkzaamheden;3° het bewijs dat de voorwaarden zijn nageleefd waaraan de vennootschap, de zaakvoerders, bestuurders of vennoten krachtens de artikelen 6 tot 8 moeten voldoen;4° een nauwkeurige omschrijving van de organisatie en de werking van de vennootschap, de medewerkers waarop zij kan rekenen, de werkmethodes en interne systemen voor kwaliteitscontrole die zij heeft ingevoerd;5° alle gegevens die toelaten na te gaan of de bepalingen van artikel 31 van de wet worden in acht genomen;6° in het geval bedoeld in artikel 7 van dit besluit, de samenstelling van de kring van vennootschappen, van de ondernemingen aangesloten bij de beroepsgroepering of van de vennoten waaraan diensten die behoren tot de functie van accountant en/of belastingconsulent worden of zullen worden verstrekt. De Raad mag van de vennootschap eisen dat zij haar dossier vervolledigt door overlegging van alle stukken of gegevens die nodig zijn om zich over de toetredingsaanvraag te kunnen uitspreken. Hij kan beslissen om de vertegenwoordigers van de vennootschap te horen op dag en uur die hij vaststelt.
Art. 11.Voor de toepassing van de artikelen 6 en 8 van dit besluit, worden geacht een hoedanigheid te bezitten die gelijkwaardig is met die van accountant en/of belastingconsulent in België, natuurlijke personen die niet in België woonachtig zijn, evenals vennootschappen die zijn opgericht volgens buitenlands recht, en in hun land een aldaar gelijkwaardige en wettelijk erkende hoedanigheid hebben verworven voor accountantswerkzaamheden of voor de controle van vennootschapsjaarrekeningen, in zover deze hoedanigheid beantwoordt aan de voorwaarden van de richtlijn 84/253/EEG van 10 april 1984 inzake de toelating van personen belast met de wettelijke controle van boekhoudbescheiden en - voor wat betreft de functie van belastingconsulent - aan de wet. HOOFDSTUK IV. - Diverse bepalingen
Art. 12.Dit besluit herroept en vervangt het koninklijk besluit van 14 juni 1985 betreffende het Instituut der Accountants en treedt in werking op de dag waarop het wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 13.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie en Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 mei 1999 ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie, E. DI RUPO De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN