Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 juni 2023
gepubliceerd op 27 juli 2023

Koninklijk besluit betreffende private lokale breedbandradionetwerken

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2023042829
pub.
27/07/2023
prom.
04/06/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 JUNI 2023. - Koninklijk besluit betreffende private lokale breedbandradionetwerken


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Algemeen Het besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd, heeft tot doel private lokale netwerken die gebruikmaken van de 4G- of 5G-technologie te kunnen toestaan.

Het "3GPP" (3rd Generation Partnership Project) legt vast in welke frequentiebanden het mogelijk is om een 4G- en 5G-technologie te gebruiken. Bijgevolg mag apparatuur die op de markt voor deze technologieën beschikbaar is, enkel die frequentiebanden gebruiken.

De banden die door het 3GPP zijn vastgelegd, zijn echter niet allemaal voorbehouden voor de mobiele operatoren op Europees niveau. Diegene die niet voorbehouden zijn voor de mobiele operatoren op Europees niveau blijven beschikbaar voor andere toepassingen in Europa maar mogen worden voorbehouden voor de mobiele operatoren in andere delen van de wereld.

Daarom is het mogelijk om frequenties toe te wijzen die niet voorbehouden zijn aan de openbare mobiele operatoren in Europa, voor de private lokale netwerken die gebruikmaken van de 4G- of 5G-technologie.

In principe is het koninklijk besluit van 18 december 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/12/2009 pub. 30/12/2009 numac 2009011581 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen sluiten betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen (hierna "KB van 18 december 2009") van toepassing op de vergunningen voor private radiocommunicatie. Er zouden dus private lokale netwerken die gebruikmaken van de 4G- of 5G-technologie vergund kunnen worden overeenkomstig de bepalingen van het KB van 18 december 2009 (netwerken van 1e of 3e categorie).

Het mechanisme van de rechten van het KB van 18 december 2009 is evenwel niet geschikt voor de private lokale netwerken die gebruikmaken van de 4G- of 5G-technologie, in het bijzonder voor de netwerken die zich richten tot de industrie van de toekomst. De rechten voor de netwerken van de 1e of de 3e categorie van het KB van 18 december 2009 zijn immers verschuldigd per station. Welnu, voor de netwerken die zich richten tot de industrie van de toekomst, kan het aantal stations erg hoog liggen. Voor zulke netwerken een vergunning geven overeenkomstig de bepalingen van het KB van 18 december 2009 zou dus voor de vergunninghouders de verplichting met zich brengen om buitensporige bedragen aan rechten te moeten betalen.

Rekening houdende met het specifieke kader dat wordt gevormd door het gebruik van de 4G- en de 5G-technologie door private radiocommunicatienetwerken, is er daarom een specifiek besluit nodig.

In dit besluit wordt voor de netwerken in kwestie bepaald hoe de te gebruiken frequenties zullen worden vastgelegd; welke rechten zullen moeten worden betaald, hoe de controle op de netwerken zal plaatsvinden, hoe de vergunningen zullen worden toegekend en onder welke omstandigheden ze eventueel kunnen worden geschorst of ingetrokken.

Verder, om de toewijzing van een mobiele netwerkcode aan houders van een vergunning voor private lokale breedbandradionetwerken, en het gemeenschappelijke gebruik mogelijk te maken, worden met dit besluit een aantal wijzigingen aangebracht aan het koninklijk besluit van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 28/06/2007 numac 2007011252 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende het beheer van de nationale nummeringsruimte en de toekenning en intrekking van gebruiksrechten voor nummers type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 23/05/2007 numac 2007003239 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit op de openbare overnamebiedingen type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 25/05/2007 numac 2007009447 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 18/06/2007 numac 2007002085 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst financien en regie der gebouwen Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 september 2003 tot vaststelling van de lijst van huurovereenkomsten betreffende de administratieve en logistieke gebouwen en hun terreinen afgesloten door de Regie der Gebouwen en die aan de gemeenten of meergemeentepolitiezones worden overgedragen type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 10/07/2007 numac 2007022761 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit houdende bepaling van de regels volgens welke bepaalde ziekenhuisgegevens moeten worden medegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 26/06/2007 numac 2007201296 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 mei 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds in uitvoering van artikel 5 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 sluiten betreffende het beheer van de nationale nummeringsruimte en de toekenning en intrekking van gebruiksrechten voor nummers (hierna "KB van 27 april 2007").

Het advies van de Raad van State werd gevolgd. Enkel de opmerking van de Raad van State om in de artikelen 5 en 17 van het ontwerp te bepalen dat de vergunninghouder gehoord moet worden door het BIPT werd niet gevolgd. Dit volgt immers al uit artikel 19, eerste lid van de wet van 17 januari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014010 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de rechtsmiddelen en de geschillenbehandeling naar aanleiding van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector.

Artikelsgewijze bespreking Artikel 1 Dit artikel definieert een aantal termen die voorkomen in het besluit.

Zo wordt duidelijk gemaakt dat een vergunning in de zin van dit besluit betrekking heeft op private netwerken of diensten.

Artikel 2 Dit artikel bepaalt het toepassingsgebied van het besluit.

De vergunningen waarin in het onderhavig besluit voorzien worden, zijn vergunningen voor private radiocommunicatie en zijn dus voorbehouden aan personen die een link hebben met de zone waar de vergunning is gevraagd.

Aangezien de spectrum cap van 40 MHz waarin artikel 4, § 5, voorziet, wordt vastgelegd per relevante groep, kunnen enkel rechtspersonen een vergunning toegekend krijgen. Het doel is om te vermijden dat personen die met elkaar verbonden zijn, afzonderlijke vergunningen aanvragen om de spectrum cap te omzeilen.

Artikel 3 In dit artikel wordt de duur van de vergunningen aangegeven.

Verder wordt in dit artikel bepaald hoe het netwerk gedekt door de vergunning wordt vastgesteld.

Volgens artikel 19 van de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten betreffende de elektronische communicatie (hierna "WEC") zijn gebruiksrechten voor radiofrequenties die geheel of gedeeltelijk gebruikt worden voor elektronische-communicatiediensten die aan het publiek worden aangeboden, in principe overdraagbaar. Vergunningen op basis van dit besluit vallen echter buiten het kader van voornoemd artikel 19 aangezien het een private toepassing betreft. Hiervoor is artikel 39 § 2 WEC van toepassing op basis waarvan de Koning de regels bepaalt inzake toekenning van de vergunningen. In uitvoering daarvan wordt in dit besluit bepaald dat de vergunning niet overdraagbaar is.

Artikel 4 De 3800-4200 MHz-band is op Europees niveau niet voorbehouden aan de openbare mobiele operatoren. Deze frequentieband is daarentegen voorbehouden voor de openbare mobiele operatoren in andere delen van de wereld (bijvoorbeeld in Japan). Het BIPT zou dus delen van die frequentieband kunnen identificeren voor de private lokale netwerken die gebruikmaken van de 4G- of 5G-technologie. Er dient te worden opgemerkt dat het Verenigd Koninkrijk reeds beslist heeft om in die frequentieband lokale netwerken toe te staan die gebruikmaken van de 4G- of de 5G-technologie.

Het komt toe aan het BIPT om te bepalen in welke delen van de band het daadwerkelijk vergunningen zal verlenen. Er wordt voorzien in een maximum van 200 MHz om de deur niet te sluiten voor een toekomstige gedeeltelijke identificatie van de band voor de openbare mobiele operatoren. De hoeveelheid spectrum zal voornamelijk afhankelijk zijn van de aanvraag. Meer spectrum dan nodig identificeren zou indruisen tegen het efficiënt spectrumbeheer waar het BIPT garant voor staat, overeenkomstig artikel 13, derde lid, van de WEC. Verder wordt in dit artikel aan het BIPT toevertrouwd om de technische gebruiksvoorwaarden vast te stellen. Ook wordt bepaald welke hoeveelheid spectrum er maximaal aan een bepaalde persoon kan worden toegekend in de frequentieband in kwestie van 3800-4200 MHz. Dit om met het oog op een goed spectrumbeheer een evenwichtige verdeling van het spectrum te bekomen en te vermijden dat er onevenredig veel spectrum in handen van een bepaalde persoon zou komen.

Er dient te worden opgemerkt dat de Europese Commissie de CEPT (European Conference of Postal and Telecommunications Administrations) een mandaat heeft toevertrouwd op 16 december 2021, getiteld "Mandate to CEPT on technical conditions regarding the shared use of the 3.8-4.2 GHz frequency band for terrestrial wireless broadband systems providing local-area network connectivity in the Union". Het eindverslag van de CEPT wordt verwacht tegen maart 2024.

Het mandaat beoogt om de haalbaarheid te bestuderen van het gebruik van de 3,8-4,2GHz-frequentieband (3800-4200 MHz) door terrestrische breedbandradiosystemen waarbij een connectiviteit van het lokale netwerk met de bestaande gebruiken wordt gegarandeerd en om desgevallend daartoe relevante geharmoniseerde technische voorwaarden uit te werken die passend zijn voor de 5G-technologie en de mogelijkheid van een toekomstige evolutie en ontwikkeling van de historische gebruikers van het spectrum in de band en in de aangrenzende banden vrijwaren evenals garanderen.

Aangezien dit artikel aan het BIPT de bepaling van de technische gebruiksvoorwaarden toevertrouwt, zal het aan het BIPT zijn om het toekomstige uitvoeringsbesluit dat de Europese Commissie zou kunnen aannemen naar aanleiding van het CEPT-verslag, ten uitvoer te brengen.

Er dient eraan te worden herinnerd dat overeenkomstig artikel 14 van het koninklijk besluit van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/04/2014 pub. 05/06/2014 numac 2014011315 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende het huishoudelijk reglement van de Raad van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie sluiten betreffende het huishoudelijk reglement van de Raad van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, het BIPT de adviezen en de besluiten, waarvan de bekendmaking van openbaar nut is, op zijn website moet publiceren.

Artikel 5 Dit artikel handelt over de werkwijze in geval van noodzaak om de vergunninghouder van frequentie te doen veranderen en de eventuele schadevergoeding daarvoor.

Artikel 6 Dit artikel geeft aan dat er ook in akkoorden met andere landen bepaalde verplichtingen voor de vergunninghouders van dit besluit kunnen staan.

Artikelen 7 tot 9 Deze artikelen handelen over de te betalen rechten: (eenmalige) dossierrechten en jaarlijkse rechten. De jaarlijkse rechten zijn afhankelijk van de gebruikte frequentieband. De rechten worden jaarlijks geïndexeerd.

Artikelen 10 tot 13 Deze bepalingen handelen over de controle op het netwerk en de vergunning. Om deze mogelijk te maken op een efficiënte manier, dient de vergunninghouder het BIPT de nodige informatie te verstrekken en zijn vergunning te kunnen voorleggen. De vergunninghouder dient ook mee te werken met het oog op het vlot laten verlopen van de controle.

De controlediensten van het BIPT nemen de nodige maatregelen om een einde te stellen aan eventuele schadelijke storingen. Hiertoe kan bij het BIPT klacht ingediend worden. In deze bepalingen wordt eveneens een regeling vastgesteld qua kosten om een einde te stellen aan de storing.

Artikelen 14 tot 16 In deze artikelen wordt de procedure voor het bekomen van een vergunning uiteengezet. Hierbij kan een aanvraag aan het BIPT gericht worden dat de aanvragen behandelt in volgorde van ontvangst, dus volgens het principe "first come, first served". Men kan er van uitgaan dat er genoeg spectrum beschikbaar zal zijn om tegemoet te komen aan alle aanvragen. Er is immers 200 MHz beschikbaar en het gaat hier om lokaal gebruik zodat meerdere personen in eenzelfde gedeelte van de band kunnen werken. Anderzijds wordt een maximum aan spectrum bepaald dat een persoon kan verwerven (zie artikel 4).

Artikel 17 Dit artikel geeft in bepaalde omstandigheden aan het BIPT de mogelijkheid om de vergunning te schorsen of in te trekken. Hierbij krijgt de vergunninghouder de gelegenheid zijn standpunt kenbaar te maken. Er wordt geen schadevergoeding of vrijstelling van rechten verleend.

Artikel 18 Dit artikel past artikel 4 van het KB van 27 april 2007 aan zodat vergunninghouders van private lokale breedbandradionetwerken een aanvraag kunnen indienen tot het reserveren en verkrijgen van nummers.

Artikel 19 Dit artikel past de titel van afdeling 5 van hoofdstuk VI en artikel 75 van het KB van 27 april 2007 aan. De ITU-T-aanbeveling E.212 beschrijft in detail de IMSI (International Mobile Subscription Identity (hierna "IMSI")- structuur. De IMSI is een reeks decimale cijfers, tot een maximale lengte van 15 cijfers, waarmee een uniek abonnement op een mobiel netwerk wordt geïdentificeerd. De IMSI bestaat uit drie velden: de Mobile Country Code (MCC), de Mobile Network Code (MNC) en het Mobile Abonnement identificatienummer (MSIN).

De IMSI maakt tot nu toe het volgende mogelijk: 1. Identificatie van het thuisland met behulp van de eerste 3 cijfers (de MCC).2. Identificatie van het thuisnetwerk met behulp van de volgende 2 of 3 cijfers (de MNC).België implementeert de IMSI met een 2-cijferige MNC. 3. Identificatie van de individuele abonnee met behulp van de laatste 9 of 10 cijfers, de MSIN. De IMSI is initieel ingevoerd om nationale en internationale roaming mogelijk te maken. Zodra een abonnee is geïdentificeerd door het netwerk, kan het proces van authenticatie en registratie van de mobiele terminal doorgaan en signalering, routing en facturering kunnen dan plaatsvinden tussen het thuisnetwerk en het bezochte netwerk voor eventuele oproepen afkomstig van of beëindigd op door de roamende mobiele terminal. De IMSI is geen nummer waarop kan worden gebeld vanop openbare communicatienetwerken en het is meestal geen nummer waarvan de abonnee op de hoogte zou zijn. De gemaakte wijziging in artikel 75 § 1 van het KB van 27 april 2007 (zie artikel 19, 1° van dit besluit) is een rechtstreeks gevolg van de naamswijziging van de E.212 ITU- Aanbeveling die door de ITU is gemaakt om weer te geven dat nieuwe toepassingen zoals hieronder beschreven eveneens mogelijk zijn.

De toevoeging bij artikel 19 van dit besluit van twee nieuwe paragrafen in artikel 75 van het besluit van 27 april 2007 ( § 2/1 en § 2/2) beoogt de groei van innoverende nieuwe diensten zoals M2M aan te moedigen waarvoor een meer flexibele nummeringspolitiek is vereist.

Via deze wijziging wordt het mogelijk gemaakt dat andere marktpartijen dan operatoren eveneens toegang krijgen tot deze netwerkcodes en eigen simkaarten kunnen uitgeven. Zo kunnen rechtspersonen die een "lock-in" bij de publieke mobiele operatoren wensen te vermijden via § 2/1 een toewijzing bekomen van een eigen mobiele netwerkcode op voorwaarde dat ze via commerciële akkoorden deze codes kunnen implementeren bij de mobiele operatoren.

Gelet op de schaarste van deze hulpbron is het evenwel aangewezen dat hiermee voorzichtig wordt omgesprongen. Daarom zal elke aanvrager voor een mobiele netwerkcode moeten aantonen dat hij in commerciële onderhandeling is met een mobiele netwerkoperator en dus een geloofwaardige intentie moeten aantonen om een dienst uit te baten die hiervan nuttig gebruik kan maken.

Voor de private netwerken die geen behoefte hebben aan roaming voorziet onderhavig besluit in twee mogelijkheden.

Ten eerste worden in het nationale nummerplan (dus na de code "206") mobiele netwerkcodes in § 2/2 voorzien voor gemeenschappelijk gebruik.

Deze dienen om lokale draadloze private netwerken te identificeren.

Deze IMSI's zijn uitsluitend bedoeld voor netwerkintern gebruik. Ze hebben buiten het private netwerk geen betekenis zodat het niet mogelijk is om op basis van deze IMSI's van roaming gebruik te maken.

Aldus kunnen verschillende private netwerken dezelfde IMSI's gebruiken en delen zolang ze zich op verschillende geografische locaties bevinden (niet in lokaal dekkingsgebied van het privaat netwerk). Het is logisch dat gelet op het gedeelde gebruik hiervoor geen rechten worden aangerekend omdat er hieraan geen uitgiftekosten en nauwelijks toezichtskosten verbonden zijn.

Ten tweede wordt een nieuwe § 4 in artikel 75 van het besluit van 27 april 2007 ingevoegd want de ITU heeft in de laatste amendering van de E.212- aanbeveling daterend van 7/2018 een speciale landencode 999 voorzien voor intern gebruik binnen een privaat netwerk. De opzet hiervan is gelijkaardig aan deze van de hierboven beschreven mobiele netwerkcodes voor gemeenschappelijk gebruik op basis van nationale nummeringsmiddelen. Om het toezicht op het gebruik mogelijk te maken wordt wel aan de uitbaters van de private netwerken gevraagd om het BIPT hiervan op de hoogte te brengen.

Om te vermijden dat de capaciteit aan beschikbare mobiele netwerkcodes uitgeput raakt wordt volgens artikel 75, § 5 van het KB van 27 april 2007 een limiet van 60 % gesteld voor private netwerken.

Artikel 20 Dit artikel past artikel 84 van het KB van 27 april 2007 aan om de betaling van verschuldigde rechten door vergunninghouders van private netwerken te bepalen.

Artikel 21 Dit artikel wijzigt het KB van 18 december 2009 om ervoor te zorgen dat dit niet van toepassing is op het soort netwerken geregeld door het voorliggende koninklijk besluit.

Artikel 22 Dit artikel behoeft geen commentaar.

Dit zijn, Sire, de voornaamste bepalingen van het besluit dat aan Uwe Majesteit ter goedkeuring wordt voorgelegd.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Telecommunicatie, P. DE SUTTER

Raad van State Afdeling Wetgeving

advies 73.271/4 van 17 april 2023 over een ontwerp van koninklijk besluit `betreffende private lokale breedbandradionetwerken' Op 16 maart 2023 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice-eersteminister en Minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `betreffende private lokale breedbandradionetwerken'.

Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 17 april 2023. De kamer was samengesteld uit Martine BAGUET, kamervoorzitter, Luc CAMBIER en Bernard BLERO, staatsraden, Sébastien VAN DROOGHENBROECK en Marianne DONY, assessoren, en Charles-Henri VAN HOVE, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Julien GAUL, adjunct-auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Bernard BLERO. Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 17 april 2023.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

ONDERZOEK VAN HET ONTWERP AANHEF 1. Artikel 29, § 2, van de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten `betreffende de elektronische communicatie' levert geen rechtsgrond op voor het ontworpen besluit.Er behoort dus niet naar verwezen te worden in het eerste lid. 2. In het vijfde lid moet de datum vermeld worden waarop de regelgevingsimpactanalyse uitgevoerd is. 3. In het tiende lid dient verwezen te worden naar de "akkoordbevinding" van het Overlegcomité.1 4. De gemachtigde van de minister is het ermee eens dat naar de vervulling van het in het twaalfde lid vermelde vormvereiste verwezen moet worden in een aanhefverwijzing die vóór het vierde lid geplaatst moet worden. DISPOSITIEF Artikel 3 Paragraaf 1 luidt als volgt: "De vergunningen zijn geldig vanaf de datum die door het Instituut wordt vastgesteld en gedurende een periode van maximaal 10 jaar die door het Instituut wordt vastgesteld." De bevoegdheid om de geldigheidsduur van de vergunning te bepalen, moet uitgeoefend worden met inachtneming van het beginsel van de gelijkheid van de betrokken derden.

Teneinde ervoor te zorgen dat dat beginsel zo goed mogelijk nageleefd wordt, dient het ontworpen besluit aldus aangevuld te worden dat daarin de toe te passen criteria voor de vaststelling van de geldigheidsduur van de vergunning bepaald worden.2 Paragraaf 1 moet herzien worden in het licht van die opmerking.

Artikel 4 1. Paragraaf 1 luidt: "Het Instituut identificeert maximaal 200 MHz in de frequentieband 3800-4200 MHz voor de toekenning van vergunningen." Er dient in herinnering te worden gebracht dat aan het Instituut, dat een onafhankelijke administratieve overheid is, in principe geen verordeningsbevoegdheid kan worden verleend tenzij voor technische nevenaspecten waarvoor ervan uitgegaan kan worden dat het Instituut, dat de regelgeving in kwestie moet toepassen, eveneens de meest aangewezen instantie is om ze uit te oefenen. Daarenboven moet de verantwoordelijkheid voor die verordeningen opgenomen kunnen worden door een politiek verantwoordelijke overheid, ofwel doordat die overheid - in casu de Koning - optreedt "op eigen initiatief, op advies van het Instituut of op voorstel van het Instituut", ofwel doordat diezelfde overheid de verordeningsmaatregelen moet goedkeuren.

Die laatste voorwaarde hoeft in voorkomend geval niet vervuld te worden voor uiterst technische maatregelen die slechts genomen worden in gevallen waarbij de verordeningsbevoegdheid niet impliceert dat een echte beoordelingsbevoegdheid uitgeoefend moet worden waarbij opportuniteitskeuzes gemaakt moeten worden, bijvoorbeeld wanneer de betrokken regelgeving al volledig of bijna volledig vastgelegd is in het Europees recht."3 Op een vraag in verband met de draagwijdte van de voorliggende bepaling heeft de gemachtigde van de minister de volgende uitleg gegeven: "La quantité de spectre dépendra de la demande. Identifier plus de spectre que nécessaire serait contraire à une gestion efficace du spectre. [L'Institut] est responsable de la gestion efficace du spectre (art. 13 de la LCE)." Uit die uitleg, die in het verslag aan de Koning opgenomen zou moeten worden, volgt dat het Instituut over geen werkelijke beoordelingsbevoegdheid beschikt met betrekking tot de hoeveelheid spectrum die toegekend kan worden aangezien die afhangt van de vraag van de betrokken actoren.

De aldus aan het Instituut verleende bevoegdheid lijkt, in die omstandigheden, geen probleem op te leveren in het licht van de hierboven in herinnering gebrachte beginselen.

Teneinde de toegankelijkheid te verzekeren van de maatregelen die het Instituut op basis van paragraaf 1 neemt, dient hoe dan ook bepaald te worden op welke wijze het Instituut die bekend zal maken. Die opmerking geldt overigens voor alle bepalingen van het ontwerp waarbij een toelaatbare machtiging van reglementaire aard verleend wordt aan het Instituut, te weten artikel 4, § 3, (technische voorwaarden voor het gebruik) en artikel 14, § 3, (het formaat dat de kandidaturen moeten naleven) van het ontwerp.4 2. De steller van het ontwerp moet er zich van vergewissen dat het coherent is om de respectievelijk in de paragrafen 2 en 5 vervatte regels toe te passen op heel de frequentieband van 3800-4200 MHz en niet uitsluitend op de delen van de frequentiebanden vastgesteld door het Instituut overeenkomstig paragraaf 1. Artikel 5 1. Bij artikel 5 van het ontwerp mag het Instituut, in objectief gerechtvaardigde gevallen, de vergunninghouder een wijziging van frequentie of van bandbreedte opleggen. Zoals het eerste lid gesteld is, kan daaruit begrepen worden dat die wijzigingen zouden gebeuren zonder dat de vergunninghouder voorafgaandelijk gehoord zou zijn.

Hoewel, overeenkomstig de vaste rechtspraak ter zake, het niet-horen in bepaalde gevallen gerechtvaardigd kan zijn - bijvoorbeeld in geval van nood of als de feiten voldoende vaststaan zijn en dermate onweerlegbaar zijn dat het horen niet gerechtvaardigd is -, dient, aangezien het niet om één van die gevallen gaat, aan de adressaat van een maatregel die hem nadeel kan berokkenen, de mogelijkheid geboden te worden om zijn standpunt duidelijk te maken voordat die maatregel getroffen wordt, overeenkomstig het beginsel "audi alteram partem".

Hoewel dat beginsel van toepassing is ook al wordt het niet uitdrukkelijk verankerd in de ontworpen reglementering, verdient het aanbeveling om het eerste lid aldus te herzien dat daarin gestipuleerd wordt dat de vergunninghouder gehoord zal worden voordat het Instituut beslist hem een wijziging van frequentie of van bandbreedte op te leggen.

Dezelfde opmerking geldt, mutatis mutandis, voor artikel 17 van het ontwerp (schorsing en intrekking van de vergunning) 5. 2. Het tweede lid bepaalt dat de houder van een vergunning een schadevergoeding kan aanvragen voor de kosten die veroorzaakt worden door de frequentiewijzigingen die, overeenkomstig het eerste lid, door het Instituut opgelegd worden. Artikel 43, tweede lid, van de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten bepaalt: "De Koning bepaalt, na advies van het Instituut, onder welke voorwaarden de houder van een in artikel 39, § 2, bedoelde vergunning voor zijn kosten wordt vergoed wanneer hem, om redenen van openbaar belang, een technische wijziging van zijn radiostations opgelegd wordt." Luidens het eerste lid kunnen de wijzigingen van frequentie of van bandbreedte opgelegd worden door het Instituut "in objectief gerechtvaardigde gevallen". Aangezien het begrip "objectief gerechtvaardigde gevallen", zoals de gemachtigde van de minister uitgelegd heeft, ruimer zou zijn dan het begrip "redenen van openbaar belang", reikt de voorliggende bepaling verder dan de aan de Koning verleende machtiging.

Om in overeenstemming te zijn met artikel 43, tweede lid, van de wet van 13 juin 2005 moet artikel 5, tweede lid, aangevuld worden met de woorden "wanneer die wijziging opgelegd wordt om redenen van openbaar belang". 3. Zoals de afdeling Wetgeving opgemerkt heeft in advies 47.079/4,6 moet een technische wijziging die volgt uit de toepassing van een internationale overeenkomst beschouwd worden als een technische wijziging opgelegd om "redenen van openbaar belang", waardoor in principe de betrokken persoon vergoed kan worden.

Bij artikel 5, zesde lid, 1°, van het ontwerp wordt elke mogelijke vergoeding uitgesloten in dat geval. Bij artikel 43, tweede lid, van de wet van 13 juin 2005 wordt de Koning weliswaar gemachtigd de voorwaarden te bepalen waaronder de houder van een vergunning vergoed wordt voor zijn kosten in geval van een om redenen van openbaar belang opgelegde technische wijziging van één van zijn stations, maar dat neemt niet weg dat de beoogde uitsluiting gerechtvaardigd moet kunnen worden ten aanzien van die regeling en van het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel.

De bepaling moet opnieuw onderzocht worden en, in voorkomend geval, herzien worden in het licht van die opmerking.

Artikel 10 Overeenkomstig paragraaf 3 kunnen de controlediensten van het Instituut de vergunninghouder verplichten alle passende maatregelen te nemen om de uitzendingen van een radiocommunicatiestation onmiddellijk stop te zetten.

De steller van het ontwerp moet preciseren in welke situaties die maatregelen genomen kunnen worden teneinde de draagwijdte van de voorliggende bepaling nauwkeurig in te schatten evenals de samenhang ervan met de artikelen 12 en 13 van het ontwerp waarin reeds bepaald wordt dat dergelijke maatregelen opgelegd kunnen worden in geval van schadelijke storingen.

Artikel 11 In paragraaf 1, tweede lid, moet het woord "eventueel" weggelaten worden.

Artikel 12 In advies 53.551/47 heeft de afdeling Wetgeving het volgende opgemerkt: "Het staat niet aan de Koning om nog eens op de maatregelen aan te geven waarvan de wetgever bepaald heeft dat ze genomen mogen worden door de diensten van het [Instituut] in de uitoefening van hun opdracht van gerechtelijke politie in het kader van de controle op het gebruik van het spectrum, de bestrijding van storingen, de controle op de naleving van emissienormen, alsook de controle op de naleving van de wetgeving inzake elektromagnetische compatibiliteit en de conformiteit van apparatuur.8 Het verdient bijgevolg aanbeveling om in artikel 51, waarvan thans de wijziging wordt beoogd, de woorden `waaronder ook het buiten werking stellen en de inbeslagname van het radiostation' simpelweg te schrappen in plaats van ze te vervangen door de woorden `met inbegrip van die vermeld in artikel 25 van de wet van 17 januari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014010 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de rechtsmiddelen en de geschillenbehandeling naar aanleiding van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector, teneinde een einde te maken aan de storingen'.

Dezelfde opmerking geldt, mutatis mutandis, voor artikel 43, 1°, van het ontwerp." Dezelfde opmerking geldt in casu mutatis mutandis voor paragraaf 2, eerste lid, waaruit de woorden "met inbegrip van die waarin artikel 25 van de wet van 17 januari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014010 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de rechtsmiddelen en de geschillenbehandeling naar aanleiding van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector voorziet" bijgevolg weggelaten moeten worden.9 Artikel 16 Volgens de bepaling onder 2° kan het Instituut weigeren de vergunning te verlenen indien de aanvrager de bedragen die op basis van de artikelen 7 of 8 van het ontwerp verschuldigd zijn, geheel of gedeeltelijk, niet heeft betaald.

Zoals de gemachtigde van de minister uitgelegd heeft, zijn de beoogde gevallen die waarin een aanvrager de in het kader van een eerder verleende vergunning verschuldigde rechten niet betaald zou hebben.

Ter wille van de duidelijkheid verdient het aanbeveling die precisering op te nemen in het verslag aan de Koning.

Artikel 17 1. Ter wille van de rechtszekerheid moeten in paragraaf 1 de gevallen waarin het Instituut een vergunning kan schorsen of intrekken op exhaustieve wijze bepaald worden.De woorden "met name" moeten weggelaten worden. 2. Zoals de gemachtigde van de minister uitgelegd heeft, bedraagt de maximumtermijn waarbinnen de frequentie in gebruik genomen moet worden twaalf maanden.Dat dient uitdrukkelijk gepreciseerd te worden in paragraaf 1, 4°, welke bepaling dienovereenkomstig herzien moet worden.

Artikelen 19 en 20 In het verslag aan de Koning staat het volgende te lezen: "Verder, om de toewijzing van een mobiele netwerkcode aan houders van een vergunning voor private lokale breedbandradionetwerken, en het gemeenschappelijke gebruik mogelijk te maken, worden met dit besluit een aantal wijzigingen aangebracht aan het koninklijk besluit van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 28/06/2007 numac 2007011252 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende het beheer van de nationale nummeringsruimte en de toekenning en intrekking van gebruiksrechten voor nummers type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 23/05/2007 numac 2007003239 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit op de openbare overnamebiedingen type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 25/05/2007 numac 2007009447 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 18/06/2007 numac 2007002085 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst financien en regie der gebouwen Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 september 2003 tot vaststelling van de lijst van huurovereenkomsten betreffende de administratieve en logistieke gebouwen en hun terreinen afgesloten door de Regie der Gebouwen en die aan de gemeenten of meergemeentepolitiezones worden overgedragen type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 10/07/2007 numac 2007022761 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit houdende bepaling van de regels volgens welke bepaalde ziekenhuisgegevens moeten worden medegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 26/06/2007 numac 2007201296 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 mei 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds in uitvoering van artikel 5 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 sluiten betreffende het beheer van de nationale nummeringsruimte en de toekenning en intrekking van gebruiksrechten voor nummers." Daaruit volgt dat de wijzigingen aangebracht in het koninklijk besluit van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 28/06/2007 numac 2007011252 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende het beheer van de nationale nummeringsruimte en de toekenning en intrekking van gebruiksrechten voor nummers type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 23/05/2007 numac 2007003239 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit op de openbare overnamebiedingen type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 25/05/2007 numac 2007009447 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 18/06/2007 numac 2007002085 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst financien en regie der gebouwen Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 september 2003 tot vaststelling van de lijst van huurovereenkomsten betreffende de administratieve en logistieke gebouwen en hun terreinen afgesloten door de Regie der Gebouwen en die aan de gemeenten of meergemeentepolitiezones worden overgedragen type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 10/07/2007 numac 2007022761 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit houdende bepaling van de regels volgens welke bepaalde ziekenhuisgegevens moeten worden medegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 26/06/2007 numac 2007201296 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 mei 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds in uitvoering van artikel 5 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 sluiten intrinsiek verband houden met de vergunningsregeling die in de rest van het voorliggende ontwerp uitgewerkt wordt.

De steller van het ontwerp wordt er in dit verband op gewezen dat bepaalde begrippen die gebruikt worden in de artikelen 19 en 20 van het ontwerp waarbij het koninklijk besluit van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 28/06/2007 numac 2007011252 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende het beheer van de nationale nummeringsruimte en de toekenning en intrekking van gebruiksrechten voor nummers type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 23/05/2007 numac 2007003239 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit op de openbare overnamebiedingen type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 25/05/2007 numac 2007009447 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 18/06/2007 numac 2007002085 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst financien en regie der gebouwen Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 september 2003 tot vaststelling van de lijst van huurovereenkomsten betreffende de administratieve en logistieke gebouwen en hun terreinen afgesloten door de Regie der Gebouwen en die aan de gemeenten of meergemeentepolitiezones worden overgedragen type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 10/07/2007 numac 2007022761 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit houdende bepaling van de regels volgens welke bepaalde ziekenhuisgegevens moeten worden medegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 26/06/2007 numac 2007201296 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 mei 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds in uitvoering van artikel 5 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 sluiten gewijzigd wordt, verschillen van die welke in de rest van het ontwerp gebruikt worden.

Zo heeft men het in artikel 1 van het ontwerp over vergunningen voor private radiocommunicatie "voor een lokaal netwerk" en in artikel 2 over "rechtspersonen" die een vergunning kunnen krijgen, terwijl de artikelen 19 en 20 van het ontwerp betrekking hebben op "ondernemingen"10 en hun "privaat netwerk".

De steller van het ontwerp dient zich ervan te vergewissen dat die verschillen in terminologie geen moeilijkheid doen rijzen gelet op de te kennen gegeven bedoeling in het verslag aan de Koning.

Artikel 19 1. Het opschrift van afdeling 5, namelijk "Het nummerplan voor de identificatie van apparatuur en gebruikers in roaming-toestand", in welke afdeling artikel 75 van het koninklijk besluit van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 28/06/2007 numac 2007011252 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende het beheer van de nationale nummeringsruimte en de toekenning en intrekking van gebruiksrechten voor nummers type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 23/05/2007 numac 2007003239 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit op de openbare overnamebiedingen type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 25/05/2007 numac 2007009447 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 18/06/2007 numac 2007002085 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst financien en regie der gebouwen Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 september 2003 tot vaststelling van de lijst van huurovereenkomsten betreffende de administratieve en logistieke gebouwen en hun terreinen afgesloten door de Regie der Gebouwen en die aan de gemeenten of meergemeentepolitiezones worden overgedragen type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 10/07/2007 numac 2007022761 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit houdende bepaling van de regels volgens welke bepaalde ziekenhuisgegevens moeten worden medegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 26/06/2007 numac 2007201296 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 mei 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds in uitvoering van artikel 5 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 sluiten opgenomen is, moet eveneens gewijzigd worden ter wille van de samenhang met de wijziging die bij artikel 19, 1°, van het ontwerp aangebracht wordt. 2. Het ontworpen artikel 75, § 5 (artikel 19, 3°, van het ontwerp) luidt als volgt: "Van zodra 60% van de door de ITU beschikbaar gestelde mobiele netwerkcodes voor België zijn toegewezen of gereserveerd neemt het Instituut maatregelen door invoering van bijkomende reservatiecriteria om de uitputting van de mobiele netwerkcode voorraad te vermijden." Er moet op gewezen worden dat artikel 11, § 1, eerste lid, 1°, van de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten bepaalt dat het Instituut is belast met het beheer van de nationale nummeringsruimte, alsook [met] de vaststelling en de wijziging van de nationale nummerplannen "overeenkomstig de nadere regels vastgesteld door de Koning na advies van het Instituut".

Voorts bevat artikel 11, § 1, tweede lid, van dezelfde wet een exhaustieve opsomming van de categorieën van voorwaarden voor het verkrijgen en uitoefenen van de gebruiksrechten van nummers die de Koning kan bepalen overeenkomstig het eerste lid van diezelfde bepaling.

Daaruit volgt dat het aan de Koning is om de voorwaarden te bepalen voor het verkrijgen en uitoefenen van de gebruiksrechten van nummers, met inbegrip van de reservatiecriteria.

In artikel 11, § 1, derde lid, laatste zin, van de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten staat weliswaar het volgende: "Wanneer er een aantoonbaar risico op uitputting van de nummervoorraden bestaat, kan het Instituut de toekenning van gebruiksrechten voor nummervoorraden aan ondernemingen opschorten." Die bepaling kan evenwel niet zo geïnterpreteerd worden dat het Instituut aldus gemachtigd kan worden om aanvullende reservatiecriteria te bepalen naast die bepaald door de Koning.

Gelet op het voorgaande moet het ontworpen artikel 75, § 5, weggelaten worden.

Artikel 20 In de Franse tekst van de bepaling onder 2° moeten de woorden "paragraphe 2" vervangen worden door de woorden "paragraphe 4".

Artikel 21 In de Franse tekst moet het woord "pas" ingevoegd worden na de woorden "ne s'applique".

De griffier, Charles-Henri VAN HOVE De voorzitter, Martine BAGUET _______ Nota's 1 Voor een vergelijkbare opmerking zie advies 69.767/4 van 4 oktober 2021 over een ontwerp dat heeft geleid tot het koninklijk besluit van 28 november 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/11/2021 pub. 23/12/2021 numac 2021022603 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende radiotoegang in de frequentieband 1427-1517 MHz sluiten `betreffende radiotoegang in de frequentieband 1427-1517 MHz'. 2 Voor een vergelijkbare opmerking zie advies 64.497/4 van 28 november 2018 over een ontwerp dat geleid heeft tot het koninklijk besluit van 14 december 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/12/2018 pub. 27/12/2018 numac 2018015546 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 2009 betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen sluiten `houdende wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/12/2009 pub. 30/12/2009 numac 2009011581 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen sluiten betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen', algemene opmerkingen. 3 Zie in die zin advies 69.166/4 van 10 juni 2021 over een voorontwerp dat heeft geleid tot de wet van 21 december 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2021 pub. 31/12/2021 numac 2021043554 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende omzetting van het Europees Wetboek voor elektronische communicatie en wijziging van diverse bepalingen inzake elektronische communicatie sluiten `houdende omzetting van het Europees Wetboek voor elektronische communicatie en wijziging van diverse bepalingen inzake elektronische communicatie', Parl.St.

Kamer 2020-21, nr. 55-2256/1, 307 tot 370. 4 Zie in die zin advies 70.541/2 van 15 december 2021 over een ontwerp dat geleid heeft tot het koninklijk besluit van 27 december 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten0 `betreffende de werking van het Register van kredieten aan ondernemingen', opmerking bij artikel 7, in fine. 5 Voor een vergelijkbare opmerking zie advies 53.551/4 van 9 juli 2013 over een ontwerp dat geleid heeft tot het koninklijk besluit van 15 juli 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/07/2013 pub. 19/08/2013 numac 2013011373 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 2009 betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen sluiten `tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/12/2009 pub. 30/12/2009 numac 2009011581 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen sluiten betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen', opmerking bij artikel 12. 6 Advies 47.079/4 van 16 september 2009 over een ontwerp dat geleid heeft tot het koninklijk besluit van 18 december 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/12/2009 pub. 30/12/2009 numac 2009011581 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen sluiten `betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen', opmerking bij artikel 21. 7 Advies 53.551/4 van 9 juli 2013 over een ontwerp dat geleid heeft tot het koninklijk besluit van 15 juli 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/07/2013 pub. 19/08/2013 numac 2013011373 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 2009 betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen sluiten `tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/12/2009 pub. 30/12/2009 numac 2009011581 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen sluiten betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen', opmerking bij artikel 42. 8 Voetnoot 2 van het geciteerde advies: Zie in die zin advies 47.079/4 gegeven op 16 september 2009 over een ontwerp dat aanleiding gegeven heeft tot het koninklijk besluit van 18 december 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/12/2009 pub. 30/12/2009 numac 2009011581 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen sluiten `betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen'. 9 Die woorden komen trouwens niet voor in artikel 13, § 3, van het ontwerp dat voorziet in de mogelijkheid om soortgelijke maatregelen te nemen als die vervat in artikel 12, § 2, van het ontwerp. 10 Volgens artikel 11, § 1, derde lid, van de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten "[kan h]et Instituut (...) ook voor het aanbieden van specifieke diensten aan andere ondernemingen dan operatoren van elektronische-communicatienetwerken of -diensten gebruiksrechten verlenen voor nummervoorraden uit de nationale nummerplannen (...)", wat impliceert dat de gebruiksrechten a priori enkel aan ondernemingen toegekend kunnen worden.

4 JUNI 2023. - Koninklijk besluit betreffende private lokale breedbandradionetwerken FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 13 juni 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/07/2016 numac 2016000435 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de elektronische communicatie type wet prom. 13/06/2005 pub. 20/06/2005 numac 2005011238 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de elektronische communicatie sluiten betreffende de elektronische communicatie, artikel 11, § 1, gewijzigd bij de wet van 25 april 2007 en de wet van 21 december 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2021 pub. 31/12/2021 numac 2021043554 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende omzetting van het Europees Wetboek voor elektronische communicatie en wijziging van diverse bepalingen inzake elektronische communicatie sluiten, artikel 16, artikel 30, § 2, gewijzigd bij de wet van 15 maart 2010, artikel 39, § 2, gewijzigd bij de wet van 31 juli 2017 en de wet van 21 december 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2021 pub. 31/12/2021 numac 2021043554 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende omzetting van het Europees Wetboek voor elektronische communicatie en wijziging van diverse bepalingen inzake elektronische communicatie sluiten, artikel 39, § 3, gewijzigd bij de wet van 20 juli 2006 en de wet van 21 december 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2021 pub. 31/12/2021 numac 2021043554 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende omzetting van het Europees Wetboek voor elektronische communicatie en wijziging van diverse bepalingen inzake elektronische communicatie sluiten en artikel 43, gewijzigd bij de wet van 25 april 2007 en de wet van 21 december 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2021 pub. 31/12/2021 numac 2021043554 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende omzetting van het Europees Wetboek voor elektronische communicatie en wijziging van diverse bepalingen inzake elektronische communicatie sluiten;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 28/06/2007 numac 2007011252 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende het beheer van de nationale nummeringsruimte en de toekenning en intrekking van gebruiksrechten voor nummers type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 23/05/2007 numac 2007003239 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit op de openbare overnamebiedingen type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 25/05/2007 numac 2007009447 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 18/06/2007 numac 2007002085 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst financien en regie der gebouwen Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 september 2003 tot vaststelling van de lijst van huurovereenkomsten betreffende de administratieve en logistieke gebouwen en hun terreinen afgesloten door de Regie der Gebouwen en die aan de gemeenten of meergemeentepolitiezones worden overgedragen type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 10/07/2007 numac 2007022761 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit houdende bepaling van de regels volgens welke bepaalde ziekenhuisgegevens moeten worden medegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 26/06/2007 numac 2007201296 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 mei 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds in uitvoering van artikel 5 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 sluiten betreffende het beheer van de nationale nummeringsruimte en de toekenning en intrekking van gebruiksrechten voor nummers;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 december 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/12/2009 pub. 30/12/2009 numac 2009011581 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen sluiten betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen;

Gelet op de openbare raadpleging die gehouden is van 23 september tot 21 oktober 2022;

Gelet op het voorstel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, gegeven op 1 december 2022;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving uitgevoerd op 12 december 2022 overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 13 december 2022;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 15 december 2022;

Gelet op het advies van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, gegeven op 16 december 2022;

Gelet op de raadpleging van 23 januari 2023 tot 30 januari 2023 van het Interministerieel Comité voor Telecommunicatie en Radio-omroep en Televisie;

Gelet op de akkoordbevinding van het Overlegcomité van 15 maart 2023;

Gelet op advies 73.271/4 van de Raad van State, gegeven op 17 april 2023, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van Onze Minister van Telecommunicatie en op het advies van onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Terminologie en definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° "terminal": radiocommunicatiestation dat draadloos verbonden is met een basisstation;2° "lokaal netwerk": radiocommunicatienetwerk dat bestaat uit een of meer basisstations die zich binnen een beperkte zone bevinden en uit een of meer terminals bestaan;3° "vergunning": vergunning voor private radiocommunicatie voor een lokaal netwerk;4° "controle met betrekking tot een persoon": de bevoegdheid in rechte of in feite om een beslissende invloed uit te oefenen op de aanstelling van de meerderheid van de bestuurders of zaakvoerders van die persoon of op de oriëntatie van het beheer ervan.De controle kan exclusief of gezamenlijk, direct of via een tussenpersoon worden uitgeoefend en wordt geïnterpreteerd conform de artikelen 1:14 tot 1:18 van het Wetboek van Vennootschappen en verenigingen, Deel 1, Boek 1, Titel 4, Hoofdstuk 1, op voorwaarde dat wanneer er sprake is van een meerderheid, deze meerderheid 50% of meer bedraagt; 5° "relevante groep": ten opzichte van een persoon (de "eerste persoon"): a) de eerste persoon, en;b) elke persoon die wordt gecontroleerd door de eerste persoon, en;c) elke persoon (de "tweede persoon") die de eerste persoon controleert, en;d) elke persoon die wordt gecontroleerd door de tweede persoon, en;e) elke persoon waarmee een van de onder a) tot c) beoogde personen een consortium vormt in de betekenis van artikel 1:19 van het Wetboek van Vennootschappen en verenigingen, Deel 1, Boek 1, Titel 4, Hoofdstuk 1. HOOFDSTUK 2. - Algemeen

Art. 2.Dit besluit is van toepassing op elke rechtspersoon die een vergunning wenst te krijgen.

De rechtspersoon die een vergunning aanvraagt moet een link kunnen aantonen met de door de vergunning gedekte zone.

Art. 3.§ 1. De vergunningen zijn geldig vanaf de datum die door het Instituut wordt vastgesteld en gedurende een periode van 10 jaar.

In afwijking van het eerste lid is de geldigheidsduur van de vergunning minder dan 10 jaar op verzoek van de aanvrager. § 2. Een vergunning dekt het gebruik van basisstations en terminals van een lokaal netwerk binnen een door het Instituut bepaalde zone.

Geen enkel basisstation mag buiten de zone worden geïnstalleerd. De vergunning dekt het gebruik van de terminals buiten de zone niet. § 3. De vergunning is niet overdraagbaar. HOOFDSTUK 3. - Gebruik van de frequenties

Art. 4.§ 1. Het Instituut identificeert maximaal 200 MHz in de frequentieband 3800-4200 MHz voor de toekenning van vergunningen. § 2. De frequentieband 3800-4200 MHz wordt gebruikt voor de uitzendingen van de basisstations en van de terminals. § 3. Het Instituut bepaalt de technische voorwaarden voor het gebruik door vergunninghouders. § 4. Het Instituut verleent, overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk 6, vergunningen in de delen van banden die het heeft bepaald. § 5. Een relevante groep ten opzichte van de vergunninghouder, kan op een gegeven plaats, in de frequentieband 3800-4200 MHz slechts 40 MHz maximaal houden.

Art. 5.Het Instituut kan, in objectief gerechtvaardigde gevallen, de vergunninghouder een wijziging van frequentie of van bandbreedte opleggen binnen redelijke termijnen en verhoudingen.

De vergunninghouder kan schriftelijk een volledige of gedeeltelijke schadevergoeding aanvragen voor de door deze frequentiewijziging veroorzaakte kosten voor de wijziging van zijn radiocommunicatiestations wanneer die wijziging opgelegd wordt om redenen van openbaar belang.

Het Instituut oordeelt over de gegrondheid van het recht op de schadevergoeding.

De schadevergoeding wordt maar toegestaan voor de kosten tot wijziging van de radiocommunicatiestations die op de datum waarop de opgelegde wijziging werd genotificeerd, minder dan vijf jaar in dienst zijn.

De schadevergoeding dekt slechts de kosten die inherent zijn aan de frequentiewijziging.

De schadevergoeding wordt nooit verleend wanneer de wijziging uitsluitend voortspruit uit het opleggen van de gepaste maatregelen om schadelijke storingen te doen stoppen.

Art. 6.De vergunninghouders leven de verplichtingen na die voortvloeien uit de grensoverschrijdende coördinatie in het kader van de internationale overeenkomsten die het Instituut gesloten heeft. HOOFDSTUK 4. - Rechten

Art. 7.Voor elke vergunningsaanvraag is een dossierrecht verschuldigd dat bestemd is om de kosten te dekken voor de studie van het dossier.

Het dossierrecht bedraagt per vergunningsaanvraag 1500 euro. Elke aanvraag tot wijziging van de vergunning geeft aanleiding tot de betaling van een bedrag dat de helft bedraagt van het dossierrecht.

Het dossierrecht wordt betaald binnen dertig dagen na de notificatie waarvan sprake in artikel 15, § 4.

In geval van intrekking van de aanvraag of afstand van een vergunning, blijft het dossierrecht verschuldigd.

Art. 8.§ 1. De vergunninghouder betaalt een jaarlijks recht, per toegewezen MHz en per km2, dat 400 euro bedraagt.

Het bedrag van dat recht is onafhankelijk van het aantal radiocommunicatiestations die de toegewezen frequenties exploiteren. § 2. De vergunninghouder betaalt het jaarlijkse recht, voor elke vergunning die geldig is op 1 januari van het jaar waarop het recht betrekking heeft, uiterlijk 31 januari van het jaar waarop het recht betrekking heeft.

De eerste betaling van het jaarlijkse recht voor elke nieuwe vergunning wordt uitgevoerd binnen dertig dagen na het begin van de geldigheidsduur van de vergunning, naar rato van het aantal dagen die overblijven tot 31 december van het lopende jaar.

Wanneer een vergunning verstrijkt, is het jaarlijkse recht verschuldigd tot de dag waarop de vergunning verstrijkt.

Art. 9.De bedragen bedoeld in de artikelen 7 en 8 worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen dat basis 2013=100 als referentieperiode heeft.

De aanpassing geschiedt met behulp van de coëfficiënt die verkregen wordt door het indexcijfer van de maand december die voorafgaat aan de maand januari in de loop waarvan de aanpassing plaatsvindt, te delen door het indexcijfer van de maand december 2022. HOOFDSTUK 5. - Controle

Art. 10.§ 1. De vergunninghouder is verplicht op verzoek van het Instituut alle inlichtingen te verstrekken over de staat van gebruik van zijn lokale netwerk.

De vergunninghouder verleent gratis zijn medewerking bij elk verzoek van het Instituut dat erop gericht is na te gaan of de bepalingen van dit besluit of van de vergunning worden nageleefd. § 2. De vergunninghouder is verplicht om onmiddellijk de vergunning te tonen op elke vordering van de controlediensten van het Instituut.

Art. 11.§ 1. De controlediensten van het Instituut gebruiken de meetapparatuur die zij geschikt achten, alsook alle voor dergelijke metingen algemeen aanvaarde methodes.

Zij mogen de resultaten aannemen van metingen die werden verricht door, al dan niet onder hun toezicht opererende, organisaties. § 2. Om de controlediensten van het Instituut in staat te stellen hun controleopdrachten uit te voeren, verschaft elke houder van een vergunning hen de toegang tot zijn radiocommunicatiestations en vergemakkelijkt hij hun taak met behulp van alle beschikbare middelen, waarbij hij hun veiligheid garandeert.

Art. 12.§ 1. Indien een slecht geregeld of defect radiocommunicatiestation schadelijke storingen veroorzaakt, nemen de controlediensten van het Instituut de noodzakelijke en billijke maatregelen om een eind te maken aan de schadelijke storingen. De houder van het radiocommunicatiestation schorst op eenvoudig verzoek van de controlediensten van het Instituut de uitzendingen die schadelijke storingen veroorzaken. § 2. Als het niet mogelijk is om de noodzakelijke regelingen onmiddellijk uit te voeren, kunnen de controlediensten van het Instituut een maximumtermijn van dertig dagen toekennen aan de houder van het radiocommunicatiestation om aan de door het Instituut opgelegde verplichtingen te voldoen. Bij het in gebreke blijven, of in geval van recidive, gaan de controlediensten van het Instituut over tot het buiten werking stellen van het radiostation. Zij kunnen alle maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat het radiocommunicatiestation niet opnieuw in werking wordt gesteld.

De schorsing of de genomen maatregelen worden pas opgeheven na de efficiënte regeling van het radiocommunicatiestation en de vaststelling door de controlediensten van het Instituut dat de schadelijke storing verdwenen is.

Art. 13.§ 1. Klachten betreffende schadelijke storingen worden ingediend bij het Instituut.

Het Instituut onderzoekt de oorzaak ervan, verricht onderzoek bestemd om de verantwoordelijkheden vast te stellen en schrijft, eventueel, de passende maatregelen voor om de schadelijke storingen te verhelpen. § 2. Wanneer deze schadelijke storingen veroorzaakt worden door een elektrische, radio- of andere apparatuur of installatie of deel van een installatie, en de oorzaak ervan hetzij een ontwerp- of constructiefout, eventueel ook een wijziging, hetzij een slecht onderhoud of gebruik ofwel een defect is, moet de verantwoordelijke gebruiker op zijn kosten de herstellingen of aanpassingen uitvoeren die nodig zijn om deze schadelijke storingen op te heffen. § 3. Als het niet mogelijk is om de nodige regelingen onmiddellijk uit te voeren, kunnen de controlediensten van het Instituut een maximumtermijn van dertig dagen toekennen aan de verantwoordelijke gebruiker om aan de door het Instituut opgelegde verplichtingen te voldoen en de schadelijke storingen op te heffen. Bij het in gebreke blijven, of in geval van recidive, gaan de controlediensten van het Instituut over tot de buitenwerkingstelling van de installatie. Zij kunnen alle maatregelen nemen om zich ervan te vergewissen dat de installatie niet opnieuw in dienst zal worden gesteld.

De schorsing of de genomen maatregelen worden pas opgeheven na de efficiënte regeling van de apparatuur of de installatie en de vaststelling door de controlediensten van het Instituut dat de schadelijke storingen verdwenen zijn. § 4. De voorschriften van dit artikel zijn maar van toepassing op de schadelijke storingen vastgesteld in of ten gevolge van de radio-installaties aangelegd overeenkomstig de beste regels van de techniek, onder andere die welke juist geboden zijn om de bescherming tegen dergelijke schadelijke storingen te waarborgen.

Zij doen in geen geval afbreuk aan de reglementaire voorschriften inzake elektromagnetische compatibiliteit en de conformiteit van apparatuur. HOOFDSTUK 6. - Procedure voor de toekenning van de vergunningen

Art. 14.§ 1. Eenieder die een vergunning wenst te krijgen, dient een aanvraag in bij het Instituut. § 2. De aanvraag bevat een duidelijk verslag dat de spectrumbehoeften rechtvaardigt. § 3. Het Instituut legt het formaat vast dat de kandidaturen moeten naleven.

Art. 15.§ 1. Het Instituut onderzoekt de aanvragen in de volgorde waarin het die ontvangt. § 2. Voor elke aanvraag verricht het Instituut een studie inzake compatibiliteit met de andere gebruikers van het radiospectrum. § 3. Het Instituut kan alle bijkomende nuttige informatie opvragen om de compatibiliteitsstudie uit te voeren. § 4. Het Instituut neemt een besluit over de vergunningsaanvraag op basis van de compatibiliteitsstudie. Dit besluit wordt genotificeerd aan de aanvrager uiterlijk tien weken na de ontvangst van de aanvraag door het Instituut of tien weken na de ontvangst van de informatie, indien het Instituut bijkomende informatie heeft gevraagd overeenkomstig paragraaf 3.

Art. 16.Het Instituut kan weigeren een vergunning te verlenen wanneer: 1° een aan de aanvrager afgegeven vergunning voordien is geschorst of ingetrokken;of 2° de aanvrager de bedragen die op basis van de artikelen 7 of 8 verschuldigd zijn op naam van een eerdere vergunning, geheel of gedeeltelijk, niet heeft betaald. HOOFDSTUK 7. - Schorsing en intrekking

Art. 17.§ 1. Het Instituut kan een vergunning schorsen of intrekken, wanneer de houder: 1° de bepalingen van dit besluit of van de vergunning niet naleeft;2° weigert maatregelen te treffen die voorgeschreven zijn om door zijn lokaal netwerk veroorzaakte schadelijke storingen op te heffen;3° niet binnen de vastgestelde termijnen de op basis van de artikelen 7 of 8 verschuldigde rechten betaalt;4° een frequentie waarvoor een vergunning is verleend, niet binnen een termijn van 12 maanden in gebruik neemt. § 2. De schorsing of de intrekking wordt meegedeeld aan de houder met een ter post aangetekende brief. § 3. De schorsing of intrekking geeft geen aanleiding tot enige schadevergoeding noch terugbetaling van de betaalde rechten, noch tot de annulatie van de verschuldigde rechten. HOOFDSTUK 8. - Wijzigingsbepalingen

Art. 18.In artikel 4 van het koninklijk besluit van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 28/06/2007 numac 2007011252 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende het beheer van de nationale nummeringsruimte en de toekenning en intrekking van gebruiksrechten voor nummers type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 23/05/2007 numac 2007003239 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit op de openbare overnamebiedingen type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 25/05/2007 numac 2007009447 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 18/06/2007 numac 2007002085 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst financien en regie der gebouwen Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 september 2003 tot vaststelling van de lijst van huurovereenkomsten betreffende de administratieve en logistieke gebouwen en hun terreinen afgesloten door de Regie der Gebouwen en die aan de gemeenten of meergemeentepolitiezones worden overgedragen type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 10/07/2007 numac 2007022761 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit houdende bepaling van de regels volgens welke bepaalde ziekenhuisgegevens moeten worden medegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 26/06/2007 numac 2007201296 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 mei 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de wijziging en de coördinatie van de statuten van het sociaal fonds in uitvoering van artikel 5 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 sluiten betreffende het beheer van de nationale nummeringsruimte en de toekenning en intrekking van gebruiksrechten voor nummers, wordt de bepaling onder 2° aangevuld met de woorden: "- de uitbating van diensten op basis van nummercapaciteit bedoeld in artikel 75."

Art. 19.In de titel van hoofdstuk VI, afdeling 5 en in artikel 75, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden "apparatuur en gebruikers in roaming-toestand" vervangen door de woorden "openbare netwerken en abonnementen".

In artikel 75 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de paragrafen 2/1 en 2/2 worden ingevoegd, luidende: " § 2/1.Rechtspersonen én dit uitsluitend voor hun eigen privaat netwerk die aantonen dat ze in commerciële onderhandeling zijn met een mobiele netwerkoperator om een roamingovereenkomst af te sluiten en een realistische intentie hebben om een dienst uit te baten die van deze nummercapaciteit nuttig gebruik kan maken kunnen een reservatieaanvraag volgens de modaliteiten beschreven in artikel 10 indienen. Toewijzing van een mobiele netwerkcode is enkel mogelijk als een commerciële roamingovereenkomst is afgesloten tussen de betrokken rechtspersoon en een mobiele netwerkoperator. Ingeval het commercieel akkoord wordt ontbonden wordt de toegewezen mobiele netwerkcode geannuleerd. § 2/2. Het Instituut kan tot maximaal drie mobiele tweecijferige netwerkcodes voorzien voor gemeenschappelijk gebruik voor de private netwerken van rechtspersonen uitsluitend voor intern gebruik."; 2° het artikel wordt aangevuld met paragrafen 4 en 5 luidende: " § 4.Rechtspersonen én dit uitsluitend voor hun eigen privaat netwerk kunnen conform de principes zoals neergelegd in appendix III van de E.212- ITU aanbeveling (Amendement I) een mobiele netwerkcode gebruiken na de mobiele landencode 999 mits het Instituut hiervan vóór de ingebruikname ervan wordt genotificeerd. § 5. Niet meer dan 60% van de door de ITU beschikbaar gestelde mobiele netwerkcodes voor België kunnen worden toegewezen of gereserveerd voor private netwerken.".

Art. 20.In artikel 84 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 24 maart 2009 en 4 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° er wordt een paragraaf 3/1 ingevoegd, luidende: " § 3/1.Jaarlijkse rechten voor mobiele netwerkcodes toegewezen aan rechtspersonen bedoeld in artikel 75 § 2/1 worden vastgelegd op 1/4 van deze van de publieke netwerken. Voor mobiele netwerkcodes die gemeenschappelijk worden gebruikt, worden geen dossierkosten of jaarlijkse rechten aangerekend."; 2° in paragraaf 4 worden de woorden " § 2 en 3" vervangen door de woorden " § 2, 3 en 3/1".

Art. 21.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 december 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/12/2009 pub. 30/12/2009 numac 2009011581 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen sluiten betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 december 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/12/2018 pub. 27/12/2018 numac 2018015546 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 2009 betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen sluiten, wordt tussen het eerste lid en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende: "In afwijking van het eerste lid, is dit besluit niet van toepassing op de radiocommunicatiestations die vergund zijn of vergund zouden kunnen worden overeenkomstig het koninklijk besluit van 4 juni 2023 betreffende private lokale breedbandradionetwerken". HOOFDSTUK 9. - Slotbepalingen

Art. 22.De minister bevoegd voor Telecommunicatie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 juni 2023.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Telecommunicatie, P. DE SUTTER

^