Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 juli 2024
gepubliceerd op 26 juli 2024

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het sectoraal opleidings- en arbeidsmarktbeleid (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2024203210
pub.
26/07/2024
prom.
04/07/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 JULI 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het sectoraal opleidings- en arbeidsmarktbeleid (arbeiders) (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het sectoraal opleidings- en arbeidsmarktbeleid (arbeiders).

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 juli 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2023 Sectoraal opleidings- en arbeidsmarktbeleid (arbeiders) (Overeenkomst geregistreerd op 8 januari 2024 onder het nummer 184995/CO/126)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking.

Onder "arbeiders" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van hoofdstuk 12 van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen.

Art. 2.De arbeiders hebben een individueel recht op opleidingen conform de bepalingen van hoofdstuk 12 van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen, zoals sectoraal geconcretiseerd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2023 (nummer 183073) en het groeipad dat in die collectieve arbeidsovereenkomst werd afgesproken. De verdere praktische tenuitvoerlegging van het individueel recht op opleidingen wordt geregeld door de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

Deze collectieve arbeidsovereenkomsten moeten samen worden gelezen, ook in samenhang met de sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten inzake risicogroepen en ingroeibanen.

Art. 3.Opleiding wordt in de sector erkend als een recht en een plicht voor de werknemers.

Om dit mogelijk te maken wordt de arbeider jaarlijks ingelicht over het bestaan en de stand van zaken van de opleidingsrekening, zoals bijvoorbeeld geformaliseerd in de Federal Learning Account.

Art. 4.Het sectorale opleidings- en arbeidsmarktbeleid wordt geïnitieerd en uitgevoerd door Woodwize vzw. Het bestuursorgaan van Woodwize, waarin de ondertekenende partijen vertegenwoordigd zijn, keurt voorafgaandelijk de voorgestelde projecten in het kader van de in artikel 5 vermelde actiedomeinen goed.

Art. 5.Volgende actiedomeinen worden onderscheiden : - opleidingen voor werkenden en werkzoekenden; - bevordering van de tewerkstelling in de hout- en meubelindustrie; - alternerend leren en werken; - onderwijs; - werkbaar werk; - sectoraal outplacement; - bevordering van de diversiteit van de werknemers; - welzijn en veiligheid; - alle andere acties of domeinen die door Woodwize of de sociale partners worden aangedragen en door de raad van bestuur van Woodwize worden goedgekeurd.

Art. 6.§ 1. De wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen verplicht werkgevers die 20 of meer werknemers in dienst hebben om opleidingsplannen op te stellen.

De werkgever moet, na overleg op bedrijfsniveau, de inhoud van het opleidingsplan vaststellen. De inhoud van het plan wordt eenmaal per kalenderjaar vastgesteld. Het plan wordt voor een minimumduurtijd van één jaar gesloten. Gelet op de in de wet vastgestelde termijnen moet het ontwerp van het opleidingsplan in het eerste kwartaal van het jaar en in ieder geval uiterlijk begin maart van het betrokken jaar voor advies aan de ondernemingsraad worden meegedeeld. Is er geen ondernemingsraad, dan wordt het ontwerp van het opleidingsplan meegedeeld aan de vakbondsafvaardiging of, als er geen afvaardiging is, rechtstreeks aan de werknemers. De ondernemingsraad, de vakbondsafvaardiging of de werknemers brengen uiterlijk op 15 maart een advies uit. Nadat het overleg heeft plaatsgevonden en de adviezen zijn meegedeeld, moet de inhoud van het opleidingsplan uiterlijk op 31 maart van het jaar worden vastgesteld. § 2. Aan de overige ondernemingen wordt aanbevolen een jaarlijks opleidingsplan op te stellen waarin alle opleidingen voor de arbeiders worden opgenomen. § 3. Alle ondernemingen kunnen daarbij een beroep doen op de expertise van Woodwize.

Een bijzondere begeleidingsinspanning zal worden geleverd ten aanzien van de kleine ondernemingen die minder dan 20 werknemers tewerkstellen. Woodwize zal erop toezien dat deze ondernemingen binnen de twee maanden na hun aanvraag tot ondersteuning, een concreet voorstel van timing ontvangen.

Art. 7.Woodwize zal een cumulatief opleidings-CV ter beschikking stellen van de arbeiders die tijdens het boekjaar een door haar georganiseerde of ondersteunde opleiding gevolgd hebben. Het betreft zowel "externe" als "interne" opleidingen.

Woodwize begeleidt de ondernemingen om de geleverde inspanningen op gepaste wijze te registreren, en stelt hen hiervoor de door de sociale gesprekspartners bij collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2009 overeengekomen "sectorale registratietool" ter beschikking.

De ondernemingen van de sector zullen alle opleidingen (formeel en informeel) die hun arbeiders volgen, registeren in de online registratietool "Compas" van Woodwize.

Art. 8.Alle arbeiders die worden aangeworven, worden opgeleid voor de functie waarin ze worden aangeworven, hetzij via IBO, hetzij via opleiding op de arbeidsplaats. Deze doelgroepen zullen afzonderlijk vermeld worden in het opleidingsplan van de onderneming. De veiligheidsinitiatie maakt deel uit van deze opleiding. De opleidingsperiode zal over ten minste zes maanden en ten hoogste vierentwintig maanden lopen wanneer de nieuw aangeworvene noch voorkennis, noch ervaring heeft opgedaan voor de functie. De opleidingsperiode zal over ten minste zes en ten hoogste twaalf maanden lopen wanneer de nieuw aangeworvene een voldoende vooropleiding heeft genoten, of deze kennis opdeed door ervaring.

Gedurende de opleidingsperiode heeft de nieuw aangeworven arbeider/ster recht op 90 pct. van het loon voor de functie waartoe hij/zij wordt opgeleid, mits de nieuw aangeworvene ook in de mogelijkheid wordt gesteld de praktische opleiding in de onderneming aan te vullen met een opleiding uit de door Woodwize vzw geboden programma's.

Art. 9.Met betrekking tot opleidingen op initiatief van de werknemer geldt dat er in het kader van het betaald educatief verlof tussen de werkgever en werknemer een gesprek moet mogelijk zijn over de planning van het volgen van deze opleiding. De werknemer die buiten de werkuren en op eigen initiatief een opleiding volgt die niet in aanmerking komt voor de wettelijke regeling in verband met betaald educatief verlof en die evenmin gebeurt in uitdrukkelijke opdracht van de werkgever, geniet de hierna vermelde voordelen. Voorwaarde is echter, dat de werkgever vooraf op de hoogte werd gesteld en ermee heeft ingestemd en dat de opleiding met succes werd afgerond. De werknemer kan dan kiezen voor : ofwel bezoldigde inhaalrust voor de uren die hij heeft verlet voor de opleiding, ofwel een vergoeding door de werkgever, beperkt tot het bedrag dat in voege is voor het betaald educatief verlof. Bedoelde uren worden dan niet als arbeidstijd aangemerkt. Het aantal uur waarvoor een dergelijk voordeel kan worden verkregen, is beperkt tot 16 uur per schooljaar.

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2024 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Elk van de contracterende partijen kan ze opzeggen mits een opzeggingstermijn van drie maanden; deze opzegging wordt bij een ter post aangetekende brief aan elk van de overige contracterende partijen betekend.

Art. 11.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden per koninklijk besluit.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2024.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE


^