Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 juli 2024
gepubliceerd op 26 juli 2024

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 september 2023, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de werkgelegenheid en de opleiding van de risicogroepen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2024006137
pub.
26/07/2024
prom.
04/07/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 JULI 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 september 2023, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de werkgelegenheid en de opleiding van de risicogroepen (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 september 2023, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de werkgelegenheid en de opleiding van de risicogroepen.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 juli 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 september 2023 Werkgelegenheid en opleiding van de risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 20 oktober 2023 onder het nummer 183186/CO/318.01)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de diensten die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap.

Onder "werknemers" verstaat men : het werklieden- en bediendepersoneel, zonder onderscheid van geslacht.

HOOFDSTUK II. - Principes

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten overeenkomstig : a) de artikelen 189 en 190 van de wet houdende diverse bepalingen (I) van 27 december 2006 (Belgisch Staatsblad van 28 december 2006);b) het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 8 april 2013);c) het koninklijk besluit van 2 juli 2023Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/07/2023 pub. 07/07/2023 numac 2023203329 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van het afsprakenkader in het kader van de interprofessionele onderhandelingen voor de periode 2023-2024 sluiten tot uitvoering van het sociaal akkoord in het kader van de interprofessionele onderhandelingen voor de jaren 2023-2024. HOOFDFSTUK III. - Modaliteiten

Art. 3.Voor de periode 2023-2024 doen de diensten voor gezins- en bejaardenhulp een financiële inspanning ten gunste van de risicogroepen en/of van de personen die een begeleidingsplan voor werklozen genieten, die overeenstemt met minstens 0,15 pct. berekend op basis van het totale loon van de werknemers, zoals bepaald in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 31/05/2011 numac 2011000295 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 17/11/2015 numac 2015000647 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, voor de voortgezette beroepsopleiding van de risicogroepen, zoals bepaald in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 4.Bij de "personen die behoren tot de risicogroepen" vindt men drie categorieën van werknemers : § 1. Categorie 1 waarvoor een inspanning van minstens 0,05 pct. van de loonmassa moet worden geleverd voor tewerkstelling en opleiding Op gebied van opleiding De werknemer van een dienst voor gezins- en bejaardenhulp die laaggeschoold of erg laaggeschoold is in de zin van artikel 24 van de wet van 24 december 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/12/1999 pub. 27/01/2000 numac 2000012029 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet ter bevordering van de werkgelegenheid sluiten ter bevordering van de werkgelegenheid hetzij : - laaggeschoold : de werknemer die geen getuigschrift of diploma van het hoger secundair onderwijs bezit; - erg laaggeschoold : de werknemer die hoogstens houder is van een getuigschrift van de 2de graad van het secundair onderwijs of hoogstens van een getuigschrift van het secundair onderwijs met beperkt uurrooster.

Op gebied van tewerkstelling...

De werkzoekende die, hetzij : - Zonder onderbreking gedurende de 12 maanden die zijn indienstneming voorafgaan, werkloosheidsuitkeringen heeft genoten : - Ouder is dan 18 jaar en houder is van hoogstens een diploma van het hoger secundair onderwijs; - Een persoon met een handicap is; - Jonger is dan 18 jaar, onderworpen is aan de leerplicht en die het secundair onderwijs met volledig leerplan niet meer volgt (deeltijdse leerplicht); - Terugkeert op de arbeidsmarkt; - Sinds minstens 6 maanden een leefloon geniet; - Getroffen is door een collectief ontslag of door een herstructureringsplan. § 2. Categorie 2 waarvoor een inspanning van minstens 0,025 pct. van de loonmassa moet worden geleverd voor tewerkstelling en opleiding a) Werknemers ? 50 jaar;b) Werknemers ? 40 jaar bedreigd door ontslag door : - Lopende vooropzegging; - Onderneming in moeilijkheden of in herstructurering; - Aangekondigd collectief ontslag; c) De niet-werkenden en de personen die sinds minder dan één jaar werken en niet-werkend waren op het ogenblik van hun indiensttreding;d) De personen met beperkte arbeidsgeschiktheid;e) De jongeren van minder dan 26 jaar die een opleiding volgen (leerovereenkomst, IBO, instapstage). § 3. Categorie 3 waarvoor een inspanning van minstens 0,025 pct. van de loonmassa moet worden geleverd voor tewerkstelling en opleiding a) Jongeren van minder dan 26 jaar met beperkte arbeidsgeschiktheid;b) Jongeren van minder dan 26 jaar die een opleiding volgen (leerovereenkomst, IBO, instapstage);c) Personen van minder dan 26 jaar die sinds minder dan een jaar werken en niet-werkend waren op het ogenblik van hun indiensttreding § 4.Onder "niet-actieve personen" wordt verstaan : - Langdurig werkzoekenden (zie koninklijk besluit van 19 december 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/12/2001 pub. 12/01/2002 numac 2001013227 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot bevordering van de tewerkstelling van langdurig werkzoekenden sluiten); - Uitkeringsgerechtigde werklozen; - Laaggeschoolde of erg laaggeschoolde werkzoekenden ( wet van 24 december 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/12/1999 pub. 27/01/2000 numac 2000012029 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet ter bevordering van de werkgelegenheid sluiten); - Personen die na een onderbreking van minstens 1 jaar het werk hervatten; - Personen die een leefloon ontvangen; - Werknemers die recht hebben op een verminderingskaart herstructureringen; - Niet-Europese werkzoekenden.

Onder "personen met een beperkte geschiktheid" wordt verstaan : - Personen die voldoen aan de voorwaarden om ingeschreven te worden in een regionaal agentschap voor personen met een handicap; - Personen met een definitieve arbeidsongeschiktheid van minstens 33 pct.; - Personen die een vervangingsinkomen voor personen met een handicap ontvangen; - Werknemers die ressorteren onder de paritaire comités bevoegd voor de ETA's en de beschutte werkplaatsen; - Personen die verhoogde kinderbijslagen genieten op basis van een fysieke of mentale handicap van minstens 66 pct.; - Personen die een attest hebben van de Algemene Directie Personen met een handicap voor de toekenning van fiscale en sociale voordelen; - Personen met een uitkering voor invaliditeit, een beroepsziekte of een uitkering voor een arbeidsongeval.

Art. 5.De diensten voor gezins- en bejaardenhulp garanderen voor hun werknemers een voortgezette opleiding, opdat ze zich kunnen aanpassen aan de evolutie van de behoeften.

Art. 6.De diensten voor gezins- en bejaardenhulp nemen werknemers aan die tot risicogroepen behoren.

Alle initiatieven op gebied van voortgezette opleiding worden toegankelijk gemaakt voor de risicogroepen zoals gedefinieerd in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 7.Jaarlijks op 1 juli dienen de werkgevers aan de ondernemingsraad of aan het comité voor preventie en bescherming op het werk of bij ontstentenis ervan aan een vakbondsafvaardiging de tabellen bezorgen - bijlage - waaruit blijkt dat de maatregelen voor de indienstneming en opleiding van risicogroepen uitgevoerd zijn.

Art. 8.Het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap zal toezien op de uitvoering van deze maatregelen voor de tewerkstelling en de opleiding van risicogroepen.

HOOFDSTUK IV. - Startbaanovereenkomst

Art. 9.Met uitvoering van de artikelen 3, § 1, 2° van het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van de artikelen 26, 27, 1ste lid, 2°, 30, 39, § 1 en § 4, 2de lid, 40, 2de lid, 40bis, 2de lid, 41, 43, 2de lid, en 47, § 1, 5de lid van de wet van 24 december 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/12/1999 pub. 27/01/2000 numac 2000012029 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet ter bevordering van de werkgelegenheid sluiten ter bevordering van de werkgelegenheid, moeten de werkgevers die lid zijn van het paritair subcomité de volgende exacte berekening toepassen voor de reële verplichting inzake startbaanovereenkomsten :

CODEF

0

C.C.C.S.S.D.

66,34

FEDOM

28,69

F.S.B.

11,53


HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2023 en treedt buiten werking op 31 december 2024.

Deze overeenkomst kan herzien of opgezegd worden door één van de ondertekenende partijen met een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend per aangetekend schrijven bij de post, aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2024.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE


Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 september 2023, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de werkgelegenheid en de opleiding van de risicogroepen Categorie 1 - artikel 4, § 1 Opleiding Loonkosten

Lonen

Rémunérations


Patronale lasten

Charges patronales


Totaal 1

Total 1


Organisatiekosten

Loon interne opleiders

Rémunération formateurs internes


Loon externe opleiders

Rémunération formateurs externes


Verplaatsingen van de werknemers

Déplacements des travailleurs


Huur zalen

Location salles


Didactisch materiaal

Matériel didactique


Andere (te preciseren)

Autres (à préciser)


Totaal 2

Total 2


Totale uitgaven

Totaal 1 + 2

Total 1 + 2


Tewerkstelling Netto bijkomende banen : - Kwalificatie - Arbeidstijd Opmerkingen : Alleen de kosten met betrekking tot de werknemers risicogroepen zoals bepaald in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap kunnen in aanmerking genomen worden.

De opleidingskosten kunnen alleen in aanmerking worden genomen als er niet in subsidiëring is voorzien.

De banen moeten bijkomend zijn ten opzichte van subsidiemethodes.

Categorie 2 - artikel 4, § 2 Opleiding Loonkosten

Lonen

Rémunérations


Patronale lasten

Charges patronales


Totaal 1

Total 1


Organisatiekosten

Loon interne opleiders

Rémunération formateurs internes


Loon externe opleiders

Rémunération formateurs externes


Verplaatsingen van de werknemers

Déplacements des travailleurs


Huur zalen

Location salles


Didactisch materiaal

Matériel didactique


Andere (te preciseren)

Autres (à préciser)


Totaal 2

Total 2


Totale uitgaven

Totaal 1 + 2

Total 1 + 2


Tewerkstelling Netto bijkomende banen : - Kwalificatie - Arbeidstijd Opmerkingen : Alleen de kosten met betrekking tot de werknemers risicogroepen zoals bepaald in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap kunnen in aanmerking genomen worden.

De opleidingskosten kunnen alleen in aanmerking worden genomen als er niet in subsidiëring is voorzien.

De banen moeten bijkomend zijn ten opzichte van subsidiemethodes.

Categorie 3 - artikel 4, § 3 Opleiding Loonkosten

Lonen

Rémunérations


Patronale lasten

Charges patronales


Totaal 1

Total 1


Organisatiekosten

Loon interne opleiders

Rémunération formateurs internes


Loon externe opleiders

Rémunération formateurs externes


Verplaatsingen van de werknemers

Déplacements des travailleurs


Huur zalen

Location salles


Didactisch materiaal

Matériel didactique


Andere (te preciseren)

Autres (à préciser)


Totaal 2

Total 2


Totale uitgaven

Totaal 1 + 2

Total 1 + 2


Tewerkstelling Netto bijkomende banen : - Kwalificatie - Arbeidstijd Opmerkingen : Alleen de kosten met betrekking tot de werknemers risicogroepen zoals bepaald in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap kunnen in aanmerking genomen worden.

De opleidingskosten kunnen alleen in aanmerking worden genomen als er niet in subsidiëring is voorzien.

De banen moeten bijkomend zijn ten opzichte van subsidiemethodes.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2024.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE


^