Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 juli 2001
gepubliceerd op 22 november 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 september 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, tot verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 1994 betreffende de bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012624
pub.
22/11/2001
prom.
04/07/2001
ELI
eli/besluit/2001/07/04/2001012624/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 JULI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 september 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, tot verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 1994 betreffende de bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 1994, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 juni 1997, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 1997, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 20 september 1998, inzonderheid op artikel 8;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 september 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, tot verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 1994 betreffende de bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 juli 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 10 juni 1997, Belgisch Staatsblad van 11 september 1997.

Koninklijk besluit van 20 september 1998, Belgisch Staatsblad van 18 november 1998.

Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 september 1999 Verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 1994 betreffende de bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid (Overeenkomst geregistreerd op 2 december 1999 onder het nummer 53139/CO/215)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen welke onder het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf ressorteren.

Art. 2.In artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 1994 gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 juni 1997, gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf tot verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 1994, betreffende de bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 20 september 1998, wordt "31 december 1998" vervangen door "31 december 2000".

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^