gepubliceerd op 24 december 2002
Koninklijk besluit houdende vervanging van de voorzitter en de ondervoorzitter van sommige paritaire comités
4 DECEMBER 2002. - Koninklijk besluit houdende vervanging van de voorzitter en de ondervoorzitter van sommige paritaire comités
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 40;
Gelet op de koninklijke besluiten van 23 juli 1984, 11 juli 1988, 9 november 1990, 5 augustus 1991 en 11 januari 1993 houdende vervanging van de voorzitter en de ondervoorzitter van sommige paritaire comités;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 november 1994 tot benoeming van de ondervoorzitter van sommige paritaire comités;
Gelet op de koninklijke besluiten van 6 april 1995 en 13 juni 1999 houdende vervanging van de voorzitter en de ondervoorzitter van sommige paritaire comités;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Eervol ontslag uit zijn ambt van voorzitter van de hierna vermelde paritaire comités wordt gegeven aan de heer Etienne Delattre, directeur generaal in overtal bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid : - Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf; - Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf.
Art. 2.Eervol ontslag uit haar ambt van voorzitster van de hierna vermelde paritaire comités wordt gegeven aan Mevr. Anne-Marie Pernot, eerste sociaal bemiddelaarster bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid : - Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden; - Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten; - Paritair Comité voor de uitzendarbeid.
Art. 3.Eervol ontslag uit zijn ambt van voorzitter van het Paritair Comité voor de ondernemingen waar teruggewonnen grondstoffen opnieuw ter waarde worden gebracht wordt gegeven aan de heer Frédéric Delistrie, sociaal bemiddelaar bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid.
Art. 4.Eervol ontslag uit haar ambt van voorzitster van de hierna vermelde paritaire comités wordt gegeven aan Mevr. Marina Hoornaert, sociaal bemiddelaarster bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid : - Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf; - Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel; - Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren.
Art. 5.Eervol ontslag uit haar ambt van ondervoorzitster van de hierna vermelde paritaire comités wordt gegeven aan Mevr. Marina Hoornaert, sociaal bemiddelaarster bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid : - Paritair Comité voor de non-ferro metalen; - Paritair Comité voor het garagebedrijf; - Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen; - Paritair Comité voor het tabaksbedrijf; - Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen.
Art. 6.Eervol ontslag uit zijn ambt van ondervoorzitter van de hierna vermelde paritaire comités wordt gegeven aan de heer Raymond Groetembril, sociaal bemiddelaar bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid : - Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel; - Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren.
Art. 7.Eervol ontslag uit zijn ambt van ondervoorzitter van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart wordt gegeven aan de heer Eddy Schelstraete, adjunct-sociaal bemiddelaar bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid.
Art. 8.Eervol ontslag uit haar ambt van voorzitster van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen wordt gegeven aan Mevr. Marie-Françoise Chardon, adjunct-sociaal bemiddelaarster bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid.
Art. 9.Eervol ontslag uit zijn ambt van ondervoorzitter van de hierna vermelde paritaire comités wordt gegeven aan de heer Luc Biesemans, adjunct-sociaal bemiddelaar bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid : - Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf; - Paritair Comité voor de zeevisserij; - Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf.
Art. 10.Eervol ontslag uit zijn ambt van voorzitter van het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen wordt gegeven aan de heer Ludwig Meuleman, adjunct-sociaal bemiddelaar bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid.
Art. 11.Eervol ontslag uit haar ambt van ondervoorzitster van de hierna vermelde paritaire comités wordt gegeven aan Mevr. Sophie du Bled, adjunct-sociaal bemiddelaarster bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid : - Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden; - Paritair Comité voor de uitzendarbeid.
Art. 12.De heer Peter Vansintjan, sociaal bemiddelaar bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, wordt benoemd tot ondervoorzitter van de hierna vermelde paritaire comités : - Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel; - Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren.
Art. 13.De heer André Blaimont, sociaal bemiddelaar bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, wordt benoemd tot ondervoorzitter van de hierna vermelde paritaire comités : - Paritair Comité voor de non-ferro metalen; - Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen.
Art. 14.De heer Rudy Pevenage, sociaal bemiddelaar bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, wordt benoemd tot voorzitter van het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten.
Art. 15.De heer Luc Biesemans, adjunct-sociaal bemiddelaar bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, wordt benoemd tot voorzitter van de hierna vermelde paritaire comités : - Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf; - Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf.
Art. 16.Mevr. Josiane Vivier, adjunct-sociaal bemiddelaarster bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, wordt benoemd tot voorzitster van de hierna vermelde paritaire comités : - Paritair Comité voor de ondernemingen waar teruggewonnen grondstoffen opnieuw ter waarde worden gebracht; - Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen.
Art. 17.Mevr. Josiane Vivier, adjunct-sociaal bemiddelaarster bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, wordt benoemd tot ondervoorzitster van de hierna vermelde paritaire comités : - Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf; - Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf.
Art. 18.De heer Ludwig Meuleman, adjunct-sociaal bemiddelaar bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, wordt benoemd tot ondervoorzitter van het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen.
Art. 19.Mevr. Sophie du Bled, adjunct-sociaal bemiddelaarster bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, wordt benoemd tot voorzitster van de hierna vermelde paritaire comités : - Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel; - Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren; - Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden; - Paritair Comité voor de uitzendarbeid.
Art. 20.Mevr. Elise Buekens, adjunct-sociaal bemiddelaarster bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, wordt benoemd tot ondervoorzitster van de hierna vermelde paritaire comités : - Paritair Comité voor het garagebedrijf; - Paritair Comité voor het tabaksbedrijf; - Paritair Comité voor de uitzendarbeid.
Art. 21.De heer Jean-Marie Fafchamps, adjunct-sociaal bemiddelaar bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, wordt benoemd tot voorzitter van het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen.
Art. 22.De heer Pieter Cromphout, adjunct-sociaal bemiddelaar wnd. bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, wordt benoemd tot voorzitter van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf.
Art. 23.De heer Pieter Cromphout, adjunct-sociaal bemiddelaar wnd. bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, wordt benoemd tot ondervoorzitter van de hierna vermelde paritaire comités : Paritair Comité voor de binnenscheepvaart;
Paritair Comité voor de zeevisserij;
Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden.
Art. 24.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003.
Art. 25.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 december 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX