Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 april 2019
gepubliceerd op 11 april 2019

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2019011348
pub.
11/04/2019
prom.
04/04/2019
ELI
eli/besluit/2019/04/04/2019011348/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

4 APRIL 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/03/2001 pub. 03/04/2001 numac 2001009191 bron ministerie van justitie Koninklijk besluit betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan sluiten betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, artikel 353bis, eerste lid, ingevoegd bij de wet van 6 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/05/1997 pub. 25/06/1997 numac 1997009448 bron ministerie van justitie Wet strekkende tot de bespoediging van de procedure voor het Hof van Cassatie sluiten, en gewijzigd bij de wetten van 24 maart 1999, 12 april 1999 en 25 april 2007 en artikel 354, eerste lid, vervangen bij de wet van 25 april 2007 en gewijzigd bij de wet van 10 april 2014;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/03/2001 pub. 03/04/2001 numac 2001009191 bron ministerie van justitie Koninklijk besluit betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan sluiten betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan ;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 juni 2018;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister belast met Ambtenarenzaken van 9 oktober 2018;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 19 oktober 2018;

Gelet op het protocol nr. 482 van het Sectorcomité III, afgesloten op 10 december 2018;

Gelet op het protocol nr. 58 van het onderhandelingscomité van de griffiers, referendarissen en parketjuristen van de Rechterlijke Orde, afgesloten op 10 december 2018;

Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 19 februari 2019, bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 16 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/03/2001 pub. 03/04/2001 numac 2001009191 bron ministerie van justitie Koninklijk besluit betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan sluiten betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 juli 2018, worden de woorden "de artikelen 32, 64 en 65, § 2" vervangen door de woorden "artikel 64".

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen van de dag volgend op de bekendmaking van ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 3.De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 april 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, K. GEENS

^