gepubliceerd op 14 oktober 2011
Koninklijk besluit tot goedkeuring van de wijzigingen van de statuten van de Nationale Bank van België
3 OKTOBER 2011. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van de wijzigingen van de statuten van de Nationale Bank van België
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, artikel 36, in fine;
Gelet op de uitgifte van een proces-verbaal in authentieke vorm van 7 september 2011, opgemaakt door notaris Vincent Berquin, te Brussel, van de beraadslagingen en besluiten van de Regentenraad van de Nationale Bank van België, naamloze vennootschap, houdende wijziging van de statuten van de Bank;
Op de voordracht van de Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Worden goedgekeurd de volgende wijzigingen aan de statuten van de Nationale Bank van België, aangenomen door de Regentenraad van 7 september 2011 : 1° In artikel 20, tweede lid, worden de woorden "de uitvoering van akkoorden" vervangen door de woorden "de uitvoering van de akkoorden bedoeld in voorgaand lid,".2° Een nieuw artikel 23bis wordt ingevoegd als volgt : « Art.23bis. § 1. De Bank oefent het toezicht uit op financiële instellingen overeenkomstig de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België en de bijzondere wetten die het toezicht op deze instellingen regelen. § 2. In de toezichtsaangelegenheden waarvoor zij bevoegd is, kan de Bank reglementen vaststellen ter aanvulling van de betrokken wettelijke of reglementaire bepalingen betreffende technische punten.
Zonder afbreuk te doen aan de raadpleging waarin in andere wetten of reglementen is voorzien, kan de Bank overeenkomstig de procedure van de open raadpleging, de inhoud van elk reglement dat zij overweegt vast te stellen, toelichten in een consultatieronde en deze bekendmaken op haar website voor eventuele opmerkingen van belanghebbende partijen.
Deze reglementen hebben slechts uitwerking na goedkeuring door de Koning en bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. De Koning kan wijzigingen aanbrengen aan deze reglementen of deze regels zelf vaststellen indien de Bank geen reglement heeft vastgesteld. § 3. De Bank oefent haar toezichtsopdracht uitsluitend in het algemeen belang uit. De Bank, de leden van haar organen en haar personeelsleden zijn niet burgerlijk aansprakelijk voor hun beslissingen, niet-optreden, handelingen of gedragingen in het kader van de uitoefening van de wettelijke toezichtsopdracht van de Bank, behalve in geval van bedrog of zware fout. § 4. De werkingskosten van de Bank die betrekking hebben op het toezicht bedoeld in de eerste paragraaf worden gedragen door de instellingen die onder haar toezicht staan, volgens de nadere regels vastgesteld door de Koning.
De Bank kan de administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen belasten met de inning van de onbetaalde vergoedingen." 3° In artikel 25, eerste lid, wordt de zinsnede "en door de Bank gecontroleerd zijn;de leiding ervan wordt verzekerd door één of verscheidene leden van het Directiecomité" vervangen door de volgende zinsnede : "waarin de Bank een significante deelneming bezit en één of meer leden van haar Directiecomité deelnemen in de leiding". 4° In artikel 26 worden de woorden "waarover de Bank de exclusieve controle bezit," toegevoegd na de woorden "artikel 25". 5° Artikel 27 wordt vervangen als volgt : "De organen van de Bank bestaan uit de gouverneur, het Directiecomité, de Regentenraad, het College van Censoren en de Sanctiecommissie, onverminderd hoofdstuk VIII." 6° In artikel 28, vijfde punt, wordt de volgende zinsnede toegevoegd op het einde van de eerste zin : ", alsook een jaarlijks verslag over de activiteiten van de Bank inzake prudentieel toezicht". 7° In artikel 29 worden toegevoegd (i) op het einde van het derde punt, de volgende zin : "Het bepaalt, in omzendbrieven of aanbevelingen, alle maatregelen ter verduidelijking van de toepassing van de wettelijke of reglementaire bepalingen waarvan de Bank de toepassing controleert.", (ii) een nieuw zesde punt als volgt : "Het verstrekt advies aan de verschillende overheden die een wettelijke of reglementaire macht uitoefenen voor elk ontwerp van wetgevende of reglementaire akte die de toezichtsopdrachten betreft waarmee de Bank belast is of zou worden." en (iii) een nieuw zevende punt als volgt : "In spoedeisende gevallen vastgesteld door de gouverneur, kan het, behalve voor de vaststelling van reglementen, beslissen langs schriftelijke procedure of via een vocaal telecommunicatiesysteem, volgens de nadere regels bepaald in het huishoudelijk reglement van de Bank. » 8° In artikel 30, tweede punt, wordt de volgende zinsnede toegevoegd op het einde van de eerste zin : ", het toezichtsbeleid op elke sector die onder het toezicht van de Bank staat, de Belgische, Europese en internationale ontwikkelingen op het gebied van het toezicht, en in het algemeen elke ontwikkeling betreffende het financieel stelsel dat onder toezicht van de Bank staat, zonder daartoe over enige bevoegdheid te beschikken om tussen te komen op het operationele vlak of kennis te nemen van individuele dossiers".9° In artikel 37 worden de woorden "lid van de Sanctiecommissie," toegevoegd na de woorden "lid van het Directiecomité,".10° In artikel 38 worden vervangen (i) het tweede lid in het eerste punt door de volgende zin : "Voor de gouverneur, de vicegouverneur en de andere leden van het Directiecomité blijven de verbodsbepalingen van het eerste lid na hun ambtsneerlegging nog een jaar gelden voor functies en mandaten in een instelling onderworpen aan het toezicht van de Bank krachtens artikelen 19, 23 of 23bis.", (ii) het tweede punt door volgende tekst : "De regenten en de meerderheid van de censoren mogen geen lid zijn van de bestuurs-, beheers- of toezichtsorganen van een instelling onderworpen aan het toezicht van de Bank krachtens artikelen 19, of 23bis, noch in zulke instelling een leidinggevende functie uitoefenen." en (iii) het derde punt door volgende tekst : "De Regentenraad stelt, op voorstel van het Directiecomité, de deontologische code vast die de leden van het Directiecomité en de personeelsleden van de Bank dienen na te leven, alsook de controlemaatregelen met betrekking tot de naleving van deze code. De personen belast met het toezicht op de naleving van deze code zijn gebonden door het beroepsgeheim bepaald in artikel 458 van het Strafwetboek." 11° Artikel 56 wordt vervangen als volgt : "Behalve wanneer zij worden opgeroepen om in strafzaken te getuigen, zijn de Bank en de leden en gewezen leden van haar organen en van haar personeel aan het beroepsgeheim gebonden en mogen ze aan geen enkele persoon of autoriteit de vertrouwelijke gegevens bekendmaken waarvan zij uit hoofde van hun functie in kennis werden gesteld. Het eerste lid doet geen afbreuk aan de mededeling van vertrouwelijke gegevens aan derden in de bij en krachtens de wet bepaalde gevallen.
De Bank, de leden van haar organen en haar personeelsleden worden vrijgesteld van de verplichting waarvan sprake in artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering.
De inbreuken op dit artikel worden bestraft met de straffen waarin artikel 458 van het Strafwetboek voorziet. De bepalingen van Boek 1 van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing op de in dit artikel bedoelde inbreuken.
Dit artikel verhindert geenszins de naleving, door de Bank, de leden van haar organen en haar personeelsleden, van specifieke, al dan niet restrictievere, wettelijke bepalingen, met betrekking tot het beroepsgeheim, met name wanneer de Bank wordt belast met de inzameling van statistische informatie of met het prudentieel toezicht."
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3.De Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 oktober 2011.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS