Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 oktober 2007
gepubliceerd op 19 november 2007

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, tot uitvoering van het protocol van 28 juni 1999 en houdende het sectoraal vormings- en tewerkstellingsakkoord 1999-2000 voor de diamantnijverheid en -handel

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2007012588
pub.
19/11/2007
prom.
03/10/2007
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 OKTOBER 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, tot uitvoering van het protocol van 28 juni 1999 en houdende het sectoraal vormings- en tewerkstellingsakkoord 1999-2000 voor de diamantnijverheid en -handel (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, tot uitvoering van het protocol van 28 juni 1999 en houdende het sectoraal vormings- en tewerkstellingsakkoord 1999-2000 voor de diamantnijverheid en -handel.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 oktober 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 1999 Uitvoering van het protocol van 28 juni 1999 en houdende het sectoraal vormings- en tewerkstellingsakkoord 1999-2000 voor de diamantnijverheid en -handel (Overeenkomst geregistreerd op 10 juli 2000 onder het nummer 55294/CO/324) HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel uitvoering te geven aan het protocol van 28 juni 1999 betreffende de sectorale onderhandelingen 1999-2000 in de diamantnijverheid en -handel.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, met uitzondering van de bepalingen in de artikelen 8 en 9, die niet van toepassing zijn op de technische bedienden. HOOFDSTUK II. - Sectoraal vormings- en tewerkstellingsakkoord 1999-2000 houdende maatregelen tot verdediging, herverdeling en bevordering van de werkgelegenheid in de diamantnijverheid

Art. 3.§ 1. Dit hoofdstuk geldt als sectoraal vormings- en tewerkstellingsakkoord 1999-2000, en is gesloten in uitvoering van sectie IV, hoofdstuk II van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen alsook van het koninklijk besluit van 4 juni 1999 houdende de vormvoorwaarden waaraan de collectieve arbeidsovereenkomst en het akkoord betreffende vorming en tewerkstelling dienen te voldoen. § 2. De werkgevers wordt aanbevolen om in hun ondernemingen te onderzoeken of bij voorkeur twee van de onderstaande arbeidsbevorderende maatregelen kunnen ingevoerd worden : 1. de invoering, in de onderneming, van een recht op halftijds brugpensioen;2. de invoering, in de onderneming, van een recht op deeltijdse loopbaanonderbreking;3. de invoering van nieuwe technologieën gepaard gaande met de invoering van ploegenarbeid, binnen de perken van het ministerieel besluit van 13 februari 1989 waarbij voor sommige personen die in de diamantnijverheid tewerkgesteld zijn een andere indeling van de arbeidsuren kan toegestaan worden, met compenserende aanwerving;4. de invoering van flexibele uurroosters, binnen de perken van de geldende regels inzake de arbeidsduur in de diamantnijverheid;5. de invoering van deeltijdwerk om het globaal tewerkstellingsvolume te verbeteren.

Art. 4.§ 1. De ondernemingen die op een vrijwillige basis, ten minste twee arbeidsbevorderende maatregelen wensen in te voeren, dienen hetzij een toetredings-collectieve arbeidsovereenkomst te sluiten, hetzij een toetredingsakte tot dit sectoraal vormings- en tewerkstellingsakkoord 1999-2000 op te stellen. § 2. De ondernemingen stellen de toetredings-collectieve arbeidsovereenkomst op, overeenkomstig het model dat opgenomen is in de bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst. § 3. De toetredings-collectieve arbeidsovereenkomst wordt medeondertekend door een lid of een plaatsvervangend lid van elk van de werknemersorganisaties die vertegenwoordigd zijn in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel. § 4. De ondernemingen stellen de toetredingsakte tot het sectoraal vormings- en tewerkstellingsakkoord 1999-2000 op, overeenkomstig het model dat opgenomen is in de bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst. § 5. Bij het opstellen van de toetredingsakte tot het sectoraal vormings- en tewerkstellingsakkoord 1999-2000 dienen de regels inzake de raadpleging van de werknemers gevolgd te worden, zoals vastgesteld bij het hogervermelde koninklijk besluit van 4 juni 1999.

Art. 5.§ 1. Zowel de toetredings-collectieve arbeidsovereenkomst als de toetredingsakte tot het sectoraal vormings- en tewerkstellingsakkoord 1999-2000 dienen toegestuurd te worden aan de Griffie van de Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen, Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, Belliardstraat 51, te 1040 Brussel. § 2. Zowel de toetredings-collectieve arbeidsovereenkomst als de toetredingsakte tot het sectoraal vormings- en tewerkstellingsakkoord 1999-2000, zullen door de Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen, voor advies voorgelegd worden aan het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel. § 3. Met het oog op de uitoefening van deze adviesbevoegdheid inzake de toetredings-collectieve arbeidsovereenkomst als de toetredingsakten tot het sectoraal vormings- en tewerkstellingsakkoord 1999-2000, wordt binnen het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, een beperkt comité opgericht dat paritair is samengesteld.

Art. 6.§ 1. Tijdens de jaren 1999 en 2000 wordt de inning en de aanwending van 0,10 pct., te heffen op het werkelijk bedrag van de lonen, dit ten behoeve van de vorming en de tewerkstelling van personen die behoren tot de risicogroepen, behouden en tijdens deze periode zal er ook bijzondere aandacht besteed worden aan de tewerkstelling en de inschakeling van personen met een handicap. § 2. Tijdens de bedoelde periode kunnen er bijkomende opleidingen ingericht worden, onder meer op het stuk van diamond grading. § 3. De paritaire werkgroep, belast met de opvolging van vorming en opleiding, zal verder streven naar coördinatie van de bestaande regelingen en zal in bijzonder aandacht richten op de begeleiding van de instroom van jonge diamantarbeiders en van jonge diamantfabrikanten. § 4. Wat het stelsel betreft van de aanvullende scholingsovereenkomsten, zal een aanpassing gebeuren om de inschakeling van de jongeren te vergemakkelijken die het 6e of het 7e leerjaar voltooid hebben. § 5. Het stelsel van het industrieel leerlingwezen zal verder ondersteund worden ten einde de instroom van jongeren in de diamantnijverheid veilig te stellen. HOOFDSTUK III. - Begeleidende maatregelen bij het sectoraal vormings- en tewerkstellingsakkoord 1999-2000 Afdeling 1. - Vermindering van de Rijksdienstvoor Sociale

Zekerheid-werkgeversbijdragen

Art. 7.De werkgevers die, gebonden zijn door dit sectoraal vormings- en tewerkstellingsakkoord 1999-2000, kunnen onder de voorwaarden bepaald door of krachtens de hogervermelde wet van 26 maart 1999, in voorkomend geval een recht doen gelden op een vermindering van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid-werkgeversbij-dragen. Afdeling 2. - Brugpensioen op 58 jaar

Art. 8.Deze afdeling is van toepassing op de werkgevers en de werknemers, met uitzondering van de technische bedienden, die ressorteren onder het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel.

Art. 9.Als onderdeel van de uitvoering van het sectoraal vormings- en tewerkstellingsakkoord 1999-2000, wordt de brugpensioenregeling op 58 jaar in de sector van de diamantnijverheid, zoals ingesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 1989, verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomsten van 21 december 1990, 16 maart 1993, 4 april 1995, 19 december 1996, 26 juni 1997 en 4 mei 1999, onverkort verder van toepassing verklaard tot 31 december 2001. Afdeling 3. - Economische werkloosheid

Art. 10.De contracterende partijen gaan de verbintenis aan om gezamenlijk al de maatregelen te onderzoeken en te ondersteunen, die de graad van economische werkloosheid kan verminderen met 5 pct. Er wordt gestreefd naar een verbetering van de tewerkstelling en een verbetering van de verhouding effectieve tewerkstelling / economische werkloosheid. Rond deze materie wordt een bestendige dialoog opgestart tussen werkgevers en werknemers. Na één jaar zullen de gevolgen van deze maatregelen geëvalueerd worden. Bij negatief resultaat zullen passende maatregelen besproken en toegepast worden. Afdeling 4. - Collectief ontslag

Art. 11.De contracterende partijen gaan de verbintenis aan om gezamenlijk verder te ijveren voor het realiseren van een passende regeling inzake het collectief ontslag. Afdeling 5. - Flexibiliteit

Art. 12.De contracterende partijen gaan de verbintenis aan om een regeling uit te werken voor de zogenaamde "grote flexibiliteit" met ingang van 1 januari 2000. HOOFDSTUK IV. - Koopkracht

Art. 13.Met ingang van 1 oktober 1999 zal, in de zogenaamde kleinbranche, een loonsverhoging van 200 BEF per week worden doorgevoerd; op 1 oktober 2000 zal opnieuw een verhoging van de minimumlonen van 200 BEF per week worden doorgevoerd. Deze regeling mag echter niet tot gevolg hebben dat de lonen in de zagersbranche lager worden dan deze in de kleinbranche. De collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 1978 tot vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden, zoals gewijzigd bij latere overeenkomsten, zal geactualiseerd worden. HOOFDSTUK V. - Aanvullende sociale regelingen

Art. 14.Ter uitvoering van het sectoraal akkoord 1999-2000 in de diamantnijverheid, zal bij afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst, overgegaan worden tot verlenging van het stelsel van aanvullende werkloosheidsuitkeringen tot eind 2001 en een actualisering van de regeling inzake de vakbondspremie, die op algemene wijze op 4 000 BEF wordt gebracht.

Art. 15.Ter uitvoering van het sectoraal akkoord 1999-2000 in de diamantnijverheid, zal bij afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst, overgegaan worden tot : - de instelling van een sectorale regeling voor de maaltijdcheques met een minimale werkgeversbijdrage van 100 BEF per dag en dit met ingang van 1 oktober 1999; - de toepassingsmodaliteiten van een sectorale hospitalisatieverzekering "(via SoFo)"; - de regeling van de terugbetaling van de vervoerskosten (zonder minimum-afstand) aan het tarief openbaar vervoer; - de beloning van de anciënniteit van de werknemers binnen de onderneming, door het instellen van een anciënniteitspremie (5 000 BEF na 10 jaar anciënniteit, 10 000 BEF na 20 jaar anciënniteit, 20 000 BEF na 30 jaar anciënniteit, 30 000 BEF na 40 jaar anciënniteit). HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 16.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999 en geldt tot 31 december 2000, behoudens artikel 9 dat gelding heeft tot 31 december 2001.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 oktober 2007.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel Toetredings-collectieve arbeidsovereenkomst Zoals bedoeld bij artikel 4, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 1999 tot uitvoering van het protocol van 28 juni 1999 en houdende het sectoraal vormings- en tewerkstellingsakkoord 1999-2000 voor de diamantnijverheid Tussen de onderneming : . . . . . (Naam van de onderneming) . . . . . (Adres van de onderneming) met het R.S.Z.-Immatriculatienummer . . . . .

Vertegenwoordigd door : . . . . . (Naam, voornaam en hoedanigheid van belanghebbende) ENERZIJDS En ABVV-Textiel, Kleding en Diamant Lange Kievitstraat 57 2018 Antwerpen vertegenwoordigd door : . . . . . (Naam en voornaam handelend als lid of plaatsvervangend lid van het Paritair Comité nr. 324) De Christelijke Vervoerarbeiders en Diamantbewerkers, Lange Herentalsestraat 78 2018 Antwerpen vertegenwoordigd door : . . . . . (Naam en voornaam handelend als lid of plaatsvervangend lid van het Paritair Comité nr. 324) ANDERZIJDS Is het volgende overeengekomen :

Artikel 1.De onderneming treedt toe tot het sectoraal vormings- en tewerkstellingsakkoord 1999-2000 in de diamantnijverheid en kiest voor de volgende maatregelen voorzien bij artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 1999, door :

Art. 2.Deze overeenkomst wordt gesloten in vier exemplaren, één voor elk van de ondertekenende partijen en één exemplaar dat neergelegd wordt ter Griffie van de Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen, Belliardstraat 51, te 1040 Brussel.

Art. 3.Deze overeenkomst is geldig met ingang van ........................................ en is gesloten voor de periode tot .......................... Elke contracterende partij kan de overeenkomst opzeggen mits het in acht nemen van een aanzegperiode van drie maand. De opzegging wordt bij aangetekende brief verstuurd aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, "Theaterbuilding", Italiëlei 124, B87, te 2000 Antwerpen en aan elk van de contracterende partijen.

Namens de onderneming, Namens het ABVV, Namens het ACV,

Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel Toetredingsakte Zoals bedoeld bij artikel 4, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 1999 tot uitvoering van het protocol van 28 juni 1999 en houdende het sectoraal vormings- en tewerkstellingsakkoord 1999-2000 voor de diamantnijverheid De onderneming : . . . . . (Naam van de onderneming) . . . . . (Adres van de onderneming) met het R.S.Z.-Immatriculatienummer : . . . . . bevestigt hierbij de bedoeling te hebben toe te treden tot het sectoraal vormings- en tewerkstellingsakkoord 1999-2000 in de diamantnijverheid.

Artikel 1.De onderneming treedt toe tot het sectoraal vormings- en tewerkstellingsakkoord 1999-2000 en kiest voor de volgende maatregelen : . . . . . . . . . . . . . . . (opsomming van ten minste twee arbeidsbevorderende maatregelen)

Art. 2.Deze toetredingsakte is opgesteld in twee exemplaren, één voor de betrokken onderneming en één exemplaar dat neergelegd wordt ter Griffie van de Administratie van de collectieve arbeidsbetrekkingen, Belliardstraat 51, te 1040 Brussel.

Art. 3.Deze toetredingsakte is geldig met ingang van . . . . . tot . . . . . ......

De toetreding kan beëindigd worden, door het zenden van een aangetekende brief aan de Griffie van de Administratie van de collectieve arbeidsbetrekkingen, Belliardstraat 51, te 1040 Brussel en aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, "Theaterbuilding", Italiëlei 124, B87, te 2000 Antwerpen.

Opgesteld te ............................ Op .................................

Voor de onderneming : . . . . . (Naam, voornaam en hoedanigheid van belanghebbende) Bijlage : Register dat ter beschikking werd gesteld met het oog op eventuele opmerkingen. (KB 4 juni 1999).

Bijlage Register der opmerkingen van de werknemers Dit register ligt ter beschikking van het personeel van ............................ tot ............................(1) Iedere werknemer heeft de mogelijkheid hier zijn opmerkingen in verband met het voorgestelde vormings- en tewerkstellingsakkoord te noteren.

De werkgever bevestigt op eer dat dit register ter beschikking heeft gelegen van de werknemers.

Handtekening van de werkgever, datum : .............................. (1) Deze periode moet minimum 8 dagen bedragen.

^