3 MEI 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 47, § 2, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en het koninklijk besluit van 28 maart 2003 tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 88 van de programmawet (I) van 24 december 2002

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, inzonderheid op de artikelen 47 en 63, vervangen bij de wet van 24 december 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 maart 2003 tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 88 van de programmawet (I) van 24 december 2002, inzonderheid op artikel 8, § 2, en op bijlage 1;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers, gegeven op 10 januari 2006;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 november 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 17 februari 2006;

Gelet op het advies 40.121/1 van de Raad van State, gegeven op 13 april 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 47, § 2, eerste lid, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, vervangen bij de wet van 24 december 2002, worden de woorden « 60 EUR, 150 EUR, 250 EUR » vervangen door de woorden « 60 EUR, 79,91 EUR, 186,47 EUR, 307,81 EUR ».

Art. 2.In artikel 8, § 2, van het koninklijk besluit van 28 maart 2003 tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 88 van de programmawet (I) van 24 december 2002 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid worden de bedragen « 60 EUR », « 150 EUR » en « 250 EUR » respectievelijk vervangen door de bedragen « 79,91 EUR », « 186,47 EUR » en « 307,81 EUR »;2° in het derde lid vervalt het woord « eveneens »;3° § 2 wordt aangevuld met het volgende lid : « In afwijking van het tweede en het derde lid, wordt het bedrag van 307,81 EUR eveneens toegekend indien het kind minimum 4 punten behaalt in pijler 1 bedoeld in artikel 6, § 2, 1° en bovendien minimum 6 punten en maximum 11 punten behaalt als eindresultaat bedoeld in artikel 6, § 2, 4°.».

Art. 3.In bijlage 1, gevoegd bij hetzelfde besluit, worden onder het punt « 3.1 OPVOLGING VAN DE BEHANDELING THUIS » de woorden « gehoorprothesen en cochleair inplant boven 6 jaar » en « gehoorprothesen en cochleair inplant tot 6 jaar » respectievelijk vervangen door de woorden « gehoorapparaten en cochleair inplant waarbij geen hulp noodzakelijk is om ze te plaatsen, weg te nemen, goed af te stellen en te beschermen en om de batterijen te vervangen » en « gehoorapparaten en cochleair inplant waarbij hulp noodzakelijk is om ze te plaatsen, weg te nemen, goed af te stellen en te beschermen en om de batterijen te vervangen ».

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 mei 2006.

Art. 5.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 mei 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE