Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 mei 2003
gepubliceerd op 23 mei 2003

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk en tot aanpassing van de artikelen 124 en 128bis van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003012194
pub.
23/05/2003
prom.
03/05/2003
ELI
eli/besluit/2003/05/03/2003012194/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 MEI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk en tot aanpassing van de artikelen 124 en 128bis van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, inzonderheid op artikel 4, § 1, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 7 april 1999;

Gelet op richtlijn 94/33/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1994 betreffende de bescherming van jongeren op het werk;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 augustus 2002;

Gelet op het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, goedgekeurd bij de besluiten van de Regent van 11 februari 1946 en 27 september 1947, inzonderheid op artikel 124, vervangen bij het koninklijk besluit van 28 november 1978 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 december 1990, 27 augustus 1993 en 3 mei 1999, en op artikel 128bis, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 april 1965, 10 april 1974, 22 november 1984 en 26 september 1991;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk, gegeven op 14 juni 2002;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 februari 2003;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de absolute noodzakelijkheid dat de instellingen in staat moeten worden gesteld om nu reeds alle nuttige maatregelen te treffen voor de organisatie van de stages in het kader van de beroepsopleiding van hun studenten opdat zij hen te gelegener tijd hun attesten en diploma's kunnen uitreiken en dat de werkgevers die stagiairs opnemen in hun ondernemingen of instellingen in staat moeten worden gesteld er voor te zorgen dat alle maatregelen worden getroffen of kunnen worden getroffen voor de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van deze stagairs en dit rekening houdend met het feit dat de voorbereiding van de stages en de opleidingsprogramma's voor het schooljaar 2003-2004 reeds nu moet gebeuren opdat zij de nodige gevolgen zou hebben op het ogenblik dat de stages beginnen, namelijk op 1 september;

Gelet op het advies nr. 35.063/1 van de Raad van State, gegeven op 18 maart 2003, met toepassing van artikel 84,eerste lid, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) punt 2° wordt aangevuld als volgt : « ,alsook alle personen in dienst genomen in het kader van een overeenkomst werk-opleiding overeenkomstig het koninklijk besluit nr. 495 van 31 december 1986 tot invoering van een stelsel van alternerende tewerkstelling en opleiding voor de jongeren tussen 18 en 25 jaar en tot tijdelijke vermindering van de sociale zekerheidsbijdragen van de werkgever verschuldigd in hoofde van deze jongeren. »; b) punt 3° wordt vervangen als volgt : « 3° stagiair : a) alle leerlingen of studenten die in een onderneming zijn tewerkgesteld in het kader van een leerprogramma voor het opdoen van beroepservaring;b) elke persoon jonger dan 25 jaar die een beroepsopleiding volgt waarvan het studieprogramma voorziet in een vorm van arbeid die in een onderneming wordt verricht.»

Art. 2.In artikel 11,§ 1, eerste lid worden de woorden « studenten-werknemers die ouder zijn dan 18 jaar » vervangen door de woorden « studenten-werknemers die 18 jaar zijn of ouder. »

Art. 3.Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 12.§ 1. In afwijking van artikel 2, 1°, wordt voor de toepassing van dit artikel onder jongere op het werk verstaan : alle werknemers alsook alle personen bedoeld in artikel 2, 2°, 3° en 4°, die de leeftijd van 21 jaar nog niet hebben bereikt. § 2. De werkgever onderwerpt de in § 1 bedoelde jongeren op het werk, voor het begin van de tewerkstelling, aan een medisch onderzoek, zoals bedoeld in artikel 125, § 1, 1°, van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming : 1° wanneer zij voor de allereerste maal worden tewerkgesteld, zulks met het oog op de bevordering van hun aanpassing en integratie in het beroepsleven of wanneer zij voor de allereerste maal stage verrichten, met het oog op de vaststelling van hun geschiktheid voor het verrichten van de stage;2° wanneer zij, in voorkomend geval, met nachtarbeid worden belast. § 3. De werkgever onderwerpt de in § 1 bedoelde jongeren op het werk aan een jaarlijks, gericht medisch onderzoek : 1° wanneer zij arbeid verrichten waarbij uit de in artikel 3, § 1, tweede lid, bedoelde analyse een specifiek risico is gebleken;2° wanneer zij, in voorkomend geval, nachtarbeid verrichten. § 4. Onverminderd de bepalingen van § 2 en § 3, zorgt de werkgever voor passend gezondheidstoezicht op de in § 1 bedoelde jongeren op het werk, overeenkomstig de bepalingen in onderafdeling II van afdeling I van hoofdstuk III van titel II van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming, en hij staat in voor de kosten ervan. § 5. Het bewijs dat een jongere op het werk voor de allereerste tewerkstelling aan een medisch onderzoek werd onderworpen, wordt geleverd door de kaart van medisch onderzoek, bedoeld in artikel 146bis van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming, die de jongere op het werk ter beschikking moet houden van elke nieuwe werkgever bij wie hij nadien zal worden tewerkgesteld. »

Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een afdeling Vbis ingevoegd, luidende : « Afdeling Vbis . - Bijzondere bepalingen van toepassing op stagiairs.

Art. 12bis . De werkgever bij wie de stagiair wordt tewerkgesteld verstrekt aan de onderwijsinstelling of de opleidingsinstelling de resultaten van de risicoanalyse bedoeld in artikel 3, die betrekking hebben op de risico's verbonden aan de activiteit die door de stagiair zal worden verricht.

Deze resultaten vermelden inzonderheid, al naargelang het geval : 1° ofwel dat er buiten het medisch onderzoek bedoeld in artikel 12, § 2 geen enkel ander gezondheidstoezicht vereist is;2° ofwel dat het specifiek medisch onderzoek bedoeld in artikel 12, § 3 vereist is;3° ofwel dat het gezondheidstoezicht bedoeld in artikel 12, § 4 van toepassing is;4° in voorkomend geval, de aard van de verplichte inentingen;5° de noodzaak onmiddellijk preventiemaatregelen te treffen die verband houden met de moederschapsbescherming. Art. 12ter . § 1. De werkgever bij wie de stagiair wordt tewerkgesteld past de bepalingen van artikel 12 toe ten aanzien van deze stagiair.

Bovendien onderwerpt hij de stagiair, in voorkomend geval, aan de inentingen of aan de dosimetrische controle, indien de stagiair, rekening houdend met het verbod bedoeld in artikel 8, wordt blootgesteld aan ioniserende stralingen. § 2. De medische onderzoeken bedoeld in artikel 12,§ 2, § 3 en § 4 worden uitgevoerd door het departement of de afdeling belast met het medisch toezicht van de interne of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk van de werkgever bij wie de stagiair wordt tewerkgesteld. § 3. De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer deelt de beslissing die hij neemt op basis van de medische onderzoeken bedoeld in § 2 mede door middel van de kaart van medisch onderzoek bedoeld in artikel 146bis van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming en bezorgt een afschrift hiervan aan de stagiair, de onderwijsinstelling of de opleidingsinstelling en de werkgever bij wie de stagiair wordt tewerkgesteld.

Art. 12quater . Vooraleer een stagair tewerk te stellen op een werkpost of aan een activiteit waarvoor een passende gezondheidsbeoordeling noodzakelijk is of die een specifiek risico inhoudt, verstrekt de werkgever bij wie de stagiair wordt tewerkgesteld aan deze stagiair en aan de onderwijs- of opleidingsinstelling waar de stagair is ingeschreven, een document dat informatie bevat betreffende : 1° de beschrijving van de werkpost of de activiteit;2° alle toe te passen preventiemaatregelen;3° de uit te voeren medische onderzoeken en, in voorkomend geval, de gerichte onderzoeken;4° de verplichtingen die de stagiair moet naleven met betrekking tot de risicos eigen aan de werkpost of activiteit;5° in voorkomend geval, de aangepaste vorming met het oog op de toepassing van de preventiemaatregelen. Dit document wordt ter beschikking gehouden van de met het toezicht belaste ambtenaar.

Art. 12quinquies . De werkgever is vrijgesteld van de maatregelen met betrekking tot de medische onderzoeken en de inentingen, indien de betrokkene een getuigschrift van geschiktheid voorlegt opgesteld door een arbeidsgeneesheer en uitgereikt door de onderwijsinstelling, door het opleidingscentrum of door het instituut dat bevoegd is voor gezondheid op de scholen, waaruit blijkt dat een arbeidsgeneesheer de betrokkene heeft onderzocht en desgevallend de vereiste inentingen heeft toegediend. »

Art. 5.In artikel 124, § 1, van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming, goedgekeurd bij de besluiten van de Regent van 11 februari 1946 en 27 september 1947, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 november 1978, 27 augustus 1993 en 3 mei 1999, wordt punt 5° opgeheven.

Art. 6.In artikel 128bis van hetzelfde reglement, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 april 1965, 10 april 1974, 22 november 1984 en 26 september 1991 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « indien de werknemer ten minste de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en tweemaal per jaar indien hij die niet heeft bereikt » geschrapt;2° in het achtste lid worden de woorden « Voor de werknemers van minder dan 21 jaar alsmede » geschrapt.

Art. 7.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 mei 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 18 september 1996. Wet van 7 april 1999, Belgisch Staatsblad van 20 april 1999.

Besluit van de Regent van 11 februari 1946, Belgisch Staatsblad van 3 en 4 april 1946.

Besluit van de Regent van 27 september 1947, Belgisch Staatsblad van 3 en 4 oktober 1947.

Koninklijk besluit van 16 april 1965, Belgisch Staatsblad van 4 juni 1965.

Koninklijk besluit van 10 april 1974, Belgisch Staatsblad van 8 mei 1974.

Koninklijk besluit van 28 november 1978, Belgisch Staatsblad van 8 december 1978.

Koninklijk besluit van 22 november 1984, Belgisch Staatsblad van 13 december 1984.

Koninklijk besluit van 5 december 1990, Belgisch Staatsblad van 20 december 1990.

Koninklijk besluit van 26 september 1991, Belgisch Staatsblad van 14 november 1991.

Koninklijk besluit van 27 augustus 1993, Belgisch Staatsblad van 7 september 1993.

Koninklijk besluit van 3 mei 1999, Belgisch Staatsblad van 3 juni 1999.

^