Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 mei 1999
gepubliceerd op 23 juni 1999

Koninklijk besluit tot vaststelling van het normaal loon voor de toepassing van artikel 51, § 7, derde en vierde lid van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1999012341
pub.
23/06/1999
prom.
03/05/1999
ELI
eli/besluit/1999/05/03/1999012341/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 MEI 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het normaal loon voor de toepassing van artikel 51, § 7, derde en vierde lid van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, inzonderheid op artikel 51, § 7, derde en vierde lid, ingevoegd door de wet van 26 maart 1999;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het noodzakelijk is de werkgevers en de werknemers die zij tewerkstellen onverwijld op de hoogte te brengen van wat, voor de toepassing van artikel 51, § 7, derde en vierde lid van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, onder normaal loon moet worden verstaan;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van artikel 51, § 7, derde en vierde lid van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, dient onder normaal loon te worden verstaan : - tijdens een periode van zeven dagen vanaf de eerste dag van de werkelijke schorsing van de uitvoering van de overeenkomst krachtens artikel 51 van de wet van 3 juli 1978, het normaal loon in de zin van artikel 56 van dezelfde wet; - in de daaropvolgende periode, voor de dagen tijdens welke de uitvoering van de overeenkomst krachtens artikel 51 van de wet van 3 juli 1978 werkelijk geschorst is, het normaal loon in de zin van artikel 56 van dezelfde wet, met een maximum gelijk aan de grens tot beloop waarvan het loon in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de werkloosheidsuitkeringen.

Art. 2.De werkgever die zich niet gedraagt naar de in artikel 51, § 7, eerste en derde lid van de wet van 3 juli 1978 bedoelde bepalingen, is gehouden aan de werkman : - tijdens een periode van zeven dagen vanaf de eerste dag van de werkelijke schorsing van de uitvoering van de overeenkomst krachtens artikel 51 van de wet van 3 juli 1978, het normaal loon in de zin van artikel 56 van dezelfde wet te betalen; - in de daaropvolgende periode van zeven dagen, voor de dagen tijdens welke de uitvoering van de overeenkomst krachtens artikel 51 van de wet van 3 juli 1978 werkelijk geschorst is, het normaal loon in de zin van artikel 56 van dezelfde wet te betalen; - in de daaropvolgende periode, voor de dagen tijdens welke de uitvoering van de overeenkomst krachtens artikel 51 van de wet van 3 juli 1978 werkelijk geschorst is, zijn normaal loon in de zin van artikel 56 van dezelfde wet te betalen, met een maximum gelijk aan de grens tot beloop waarvan het loon in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de werkloosheidsuitkeringen.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 1999.

Art. 4.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 mei 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad 1 april 1999.

^