gepubliceerd op 02 juni 1999
Koninklijk besluit betreffende het beheer van het nationaal transmissienet voor elektriciteit
3 MEI 1999. - Koninklijk besluit betreffende het beheer van het nationaal transmissienet voor elektriciteit
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, inzonderheid op artikel 9, § 2;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 april 1999;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 30 april 1999;
Gelet op het overleg met de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid « Maatschappij voor Coördinatie van Productie en Transport van Elektrische Energie », eigenaar van het transmissienet voor elektriciteit;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid voortvloeit uit de omstandigheid dat voornoemde wet van 29 april 1999 de omzetting in Belgisch recht beoogt van de bepalingen van Richtlijn 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit; dat de normale termijn voor de omzetting van deze richtlijn op 19 februari 1999 is verstreken; dat, niettegenstaande de bijkomende termijn van één jaar die haar door de richtlijn wordt toegekend, de Belgische Regering bij de indiening van het wetsontwerp heeft aangekondigd dat zij alles in het werk wilde stellen om de richtlijn binnen de normale termijn om te zetten; dat de Regering meent dat elke vertraging in de omzetting de concurrentiepositie van de Belgische industrie kan schaden, rekening houdend met de belangrijke tendens tot versnelling van het omzettingsproces van de richtlijn in de andere Lidstaten van de Europese Unie; dat de aanwijzing van een beheerder van het nationaal transmissienet voor elektriciteit een onmisbare schakel is voor de inwerkingstelling van de bepalingen van voornoemde wet van 29 april 1999; dat het van essentieel belang is dat de regels tot waarborg van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van het beheer van het transmissienet vooraf worden bepaald; dat dit besluit bijgevolg zo spoedig mogelijk moet worden genomen;
Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Landsverdediging, belast met Energie, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.§ 1. Voor de toepassing van dit besluit hebben de termen « producent », « zelfopwekker », « transmissienet », « netbeheerder », « neteigenaars », « distributeur », « tussenpersoon », « netgebruiker », « geassocieerde onderneming », « verbonden onderneming », « technisch reglement » en « Commissie » de betekenis bepaald in artikel 2 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. § 2. Bovendien moet voor de toepassing van dit besluit worden verstaan onder : 1° « dominerende aandeelhouder » : elke natuurlijke of rechtspersoon, en elke groep personen die in onderling overleg optreden, die, rechtstreeks of onrechtstreeks, ten minste 10 procent bezit van het kapitaal van de netbeheerder of van de stemrechten verbonden aan de effecten die door hem zijn uitgegeven;2° « personen die in onderling overleg optreden » : alle natuurlijke of rechtspersonen tussen wie een akkoord bestaat met als doel of gevolg dat zij een parallelle gedragslijn volgen voor de uitoefening van hun stemrechten binnen de netbeheerder;3° « niet-uitvoerende bestuurder » : elke bestuurder die geen directiefunctie vervult bij de netbeheerder of bij een van zijn dochterondernemingen;4° « onafhankelijke bestuurder » : elke niet-uitvoerende bestuurder die : - geen goederen of diensten levert aan de netbeheerder of aan een van zijn dochterondernemingen en geen significant vermogensbelang heeft in een vennootschap of vereniging die goederen of diensten levert aan de netbeheerder of aan een van zijn dochterondernemingen; - geen familiebanden heeft met een lid van de directie van de netbeheerder of van een van zijn dochterondernemingen die, volgens de Commissie, zijn oordeel kunnen beïnvloeden; - geen enkele functie of activiteit uitoefent, al dan niet bezoldigd, ten dienste van een producent andere dan een zelfopwekker, van een van de neteigenaars, van een distributeur, van een tussenpersoon of van een dominerende aandeelhouder, en geen dergelijke functie of activiteit heeft uitgeoefend tijdens de twaalf maanden vóór zijn benoeming als bestuurder van de netbeheerder; en - geen enkele andere relatie onderhoudt met een van de personen bedoeld in het vorige gedachtenstreepje, of met een van hun geassocieerde of verbonden ondernemingen, die, volgens de Commissie, zijn oordeel kan beïnvloeden.
Art. 2.Zolang stemrechtverlenende effecten van de netbeheerder niet zijn opgenomen in de officiële notering van een effectenbeurs gelegen in een Lidstaat van de Europese Unie, moeten de statuten van de netbeheerder de bepalingen overnemen van de artikelen 1 tot 4 van de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnamebiedingen en de artikelen 6 tot 8 van dezelfde wet van toepassing maken. De statuten moeten bepalen dat de kennisgevingen vereist krachtens voornoemde bepalingen eveneens tot de Commissie worden gericht, binnen de termijnen en in de vorm bepaald door of krachtens artikel 4, § 1, van dezelfde wet.
Art. 3.§ 1. De netbeheerder wordt bestuurd door een raad van bestuur waarvan de meerderheid van de leden niet-uitvoerende bestuurders zijn en waarvan ten minste een derde van de leden onafhankelijke bestuurders zijn. § 2. De onafhankelijke bestuurders worden benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders van de netbeheerder onder de kandidaten op een dubbele lijst voorgedragen door het corporate governance-comité bedoeld in artikel 5. De eerste onafhankelijke bestuurders worden benoemd voor een duur van maximum drie jaar.
Art. 4.De statuten van de netbeheerder moeten gepaste bepalingen bevatten teneinde : 1° een evenwichtig besluitvormingsproces te waarborgen dat gericht is op consensusvorming;2° de tijdige beschikbaarheid van voldoende informatie voor alle bestuurders te waarborgen;3° toe te laten het advies van externe deskundigen in te winnen, op kosten van de vennootschap, op verzoek van ten hoogste een derde van de bestuurders.
Art. 5.De raad van bestuur van de netbeheerder richt in zijn schoot een corporate governance-comité op, in meerderheid samengesteld uit onafhankelijke bestuurders, dat met de volgende taken is belast : 1° aan de algemene vergadering van aandeelhouders kandidaten voorstellen voor de mandaten van onafhankelijk bestuurder;2° op verzoek van elke onafhankelijke bestuurder, van de voorzitter van het directiecomité of van de Commissie, elk belangenconflict onderzoeken tussen de netbeheerder, enerzijds, en een dominerende aandeelhouder of een met een dominerende aandeelhouder geassocieerde of verbonden onderneming, anderzijds, en hierover verslag uitbrengen aan de raad van bestuur;3° zich uitspreken over de gevallen van onverenigbaarheid in hoofde van de leden van het directiecomité en van de personeelsleden;4° onverminderd de bevoegdheden van de Commissie, toezien op de toepassing van de bepalingen van dit besluit, de doeltreffendheid ervan evalueren ten aanzien van de eisen van onafhankelijkheid en onpartijdigheid van het beheer van het transmissienet en elk jaar een verslag hierover aan de Commissie voorleggen.
Art. 6.§ 1. De raad van bestuur van de netbeheerder richt in zijn schoot een auditcomité op, uitsluitend samengesteld uit niet-uitvoerende bestuurders en in meerderheid uit onafhankelijke bestuurders, dat met de volgende taken is belast : 1° de rekeningen onderzoeken en de controle van het budget waarnemen;2° de auditwerkzaamheden opvolgen;3° de betrouwbaarheid van de financiële informatie evalueren;4° de interne controle organiseren en daarop toezicht uitoefenen. § 2. Het auditcomité is bevoegd om onderzoek in te stellen in elke aangelegenheid die onder zijn bevoegdheid valt. Te dien einde beschikt het over de nodige werkmiddelen, heeft het toegang tot alle informatie, met uitzondering van commerciële gegevens betreffende de netgebruikers, en kan het interne en externe deskundigen om advies vragen.
Art. 7.De raad van bestuur van de netbeheerder richt in zijn schoot een vergoedingscomité op, uitsluitend samengesteld uit niet-uitvoerende bestuurders en in meerderheid uit onafhankelijke bestuurders, dat belast is met het opstellen van aanbevelingen aan de raad van bestuur inzake de bezoldiging van de leden van het directiecomité.
Art. 8.§ 1. De artikelen 60 en 60bis van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen zijn van toepassing op de netbeheerder zoals in het geval dat hij een publiek beroep op het spaarwezen zou hebben gedaan en zijn effecten zouden zijn opgenomen in de officiële notering van een effectenbeurs gelegen in een Lidstaat van de Europese Unie. § 2. Indien het corporate governance-comité concludeert tot het bestaan van een belangenconflict in de zin van artikel 5, 2°, onthouden de vertegenwoordigers van de betrokken dominerende aandeelhouder in de raad van bestuur zich van deelneming aan de stemming.
Art. 9.De raad van bestuur van de netbeheerder draagt aan een directiecomité alle nodige bevoegdheden op opdat dit comité in volle autonomie kan instaan voor het operationeel beheer van het transmissienet. Deze bevoegdheidsopdracht en de benoeming en het ontslag van de voorzitter van het directiecomité behoeven de voorafgaande goedkeuring van het corporate governance-comité.
Art. 10.De leden van het directiecomité en de personeelsleden van de netbeheerder mogen geen enkele functie of activiteit uitoefenen, al dan niet bezoldigd, ten dienste van een producent, van een van de neteigenaars, van een distributeur, van een tussenpersoon of van een dominerende aandeelhouder.
Art. 11.De commissarissen-revisoren van de netbeheerder leggen aan de Commissie periodieke verslagen voor en, op haar verzoek, bijzondere verslagen over de toepassing van de bepalingen van dit besluit. Zij brengen op eigen initiatief verslag uit aan de Commissie van zodra zij een handeling of een feit vaststellen die een inbreuk op deze bepalingen kunnen uitmaken of een discriminatie tussen netgebruikers of categorieën van netgebruikers kunnen impliceren.
Art. 12.De statuten van de netbeheerder moeten de bepalingen van de artikelen 2 tot 11 omzetten. De clausules die te dien einde worden bepaald, behoeven de voorafgaande goedkeuring van de Commissie.
Art. 13.De netbeheerder treft de technische en organisatorische maatregelen die nodig zijn om de toegang tot de commerciële gegevens betreffende de netgebruikers en tot de verwerking van deze gegevens te beperken tot enkel de leden van zijn directiecomité en zijn personeelsleden, voor zover nodig voor de uitoefening van hun taken.
Art. 14.Op verzoek van de betrokken netgebruiker houdt de overeenkomst betreffende de toegang tot het transmissienet een clausule in volgens welke de geschillen betreffende de toegang tot het transmissienet, de toepassing van het technisch reglement of de tarieven bedoeld in artikel 12 van voornoemde wet van 29 april 1999 worden voorgelegd aan bemiddeling of arbitrage overeenkomstig het reglement bedoeld in artikel 28 van dezelfde wet.
Art. 15.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 16.Onze Minister bevoegd voor Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 mei 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Landsverdediging, belast met Energie, J.-P. PONCELET