Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 maart 2024
gepubliceerd op 25 maart 2024

Koninklijk besluit tot vaststelling van de modaliteiten van een projectoproep en de toekenningsmodaliteiten van een subsidie voor politiezones met als doel de versterking en de ondersteuning van de nabijheidspolitie

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2024002275
pub.
25/03/2024
prom.
03/03/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 MAART 2024. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de modaliteiten van een projectoproep en de toekenningsmodaliteiten van een subsidie voor politiezones met als doel de versterking en de ondersteuning van de nabijheidspolitie


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, inzonderheid op de artikelen 121 tot 124 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending der subsidies;

Gelet op de wet van 22 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2023 pub. 29/12/2023 numac 2023048518 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2024 sluiten houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2024, artikel 2.17.3;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 februari 2024;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris bevoegd voor Begroting, gegeven op 20 februari 2024;

Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 22 februari 2024 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende de mededeling van de afdeling Wetgeving van de Raad van State van 22 februari 2024 om de adviesaanvraag, ingeschreven onder op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 75.690/2, van de rol af te voeren, overeenkomstig artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat artikel 2.17.3 van de wet van 22 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2023 pub. 29/12/2023 numac 2023048518 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2024 sluiten houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2024 bepaalt dat, binnen de perken van de betrokken basisallocatie, onder meer de in onderhavig koninklijk besluit bedoelde toelage kan worden toegekend ter versterking van de nabijheidsfunctie en bereikbaarheid van de politie; dat onderhavig koninklijk besluit de toepassing vormt van dit artikel;

Overwegende dat het totale beschikbare bedrag voor de toe te kennen subsidies 1.500.000 euro bedraagt; dat aan elk project een subsidie van 100.000 euro zal worden toegekend; dat het is vereist dat dit bedrag van 100.000 euro integraal wordt besteed aan het project en de uitvoering ervan en dat aldus aan 15 projecten een subsidie zal worden toegekend;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° "minister": de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken;2° "administratie": de Algemene Directie Veiligheid en Preventie van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken;3° "begunstigde": de begunstigde van de subsidie toegekend op basis van dit besluit, met name de politiezone of de coördinerende politiezone, indien meerdere politiezones samenwerken;4° "projectvoorstel": het voorstel van één of meerdere politiezones met betrekking tot de beschrijving en uitwerking van een project dat de nabijheid en bereikbaarheid van de politie versterkt in navolging van een projectoproep daartoe van de minister;5° "project": een projectvoorstel van één of meerdere politiezones dat per ministerieel besluit een subsidie heeft verkregen op basis van en overeenkomstig dit koninklijk besluit;6° "subsidie": de eenmalige financiële toelage die op basis van en overeenkomstig dit koninklijk besluit wordt toegekend aan een project;7° "politiezone": een politiezone bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de wet van 7 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/1998 pub. 05/01/1999 numac 1998021488 bron diensten van de eerste minister Wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus sluiten tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, die uit één of meer gemeenten bestaat. HOOFDSTUK 2. - Projectoproep en een subsidie

Art. 2.Binnen de grenzen van de beschikbare kredieten bepaald in het tweede lid, lanceert de minister een projectoproep tot het indienen van projectvoorstellen met betrekking tot de versterking van de nabijheid en bereikbaarheid van politie, waarvoor een subsidie overeenkomstig dit besluit kan worden toegekend.

Het totale beschikbare bedrag voor de toe te kennen subsidies bedoeld in het eerste lid bedraagt 1.500.000 euro.

Aan elk project wordt een subsidie van 100.000 euro toegekend dat integraal wordt besteed aan het project en de uitvoering ervan.

Art. 3.Per politiezone kan maximaal één projectvoorstel worden ingediend.

Politiezones kunnen een samenwerkingsverband sluiten om samen een projectvoorstel in te dienen. HOOFDSTUK 3. - Ontvankelijkheid en selectie van de projectvoorstellen Afdeling 1. - Ontvankelijkheidsvoorwaarden

voor de projectvoorstellen

Art. 4.Het projectvoorstel voldoet aan de volgende voorwaarden: 1° Het projectvoorstel is uiterlijk op de datum vermeld in de projectoproep per elektronische zending ingediend bij de administratie;2° Het projectvoorstel heeft een duurtijd van maximaal één jaar;3° Het projectvoorstel is vergezeld van de volgende stukken: a) een nauwkeurige omschrijving van het projectvoorstel met motivering hoe het projectvoorstel bijdraagt in de doelstelling om de nabijheid en bereikbaarheid van de politie voor de burger te versterken en hoe het projectvoorstel concreet beantwoordt aan de toekenningscriteria bedoeld in afdeling 2 van dit hoofdstuk;b) een plan van aanpak met beschrijving hoe het project zal worden uitgevoerd, evenals het tijdschema; c) een budgetvoorstel voor de uitvoering van het project met een cijfermatige berekening over de looptijd van het project, alsook een financieel plan, aan de hand waarvan wordt aangetoond dat de subsidie van 100.000 euro integraal zal worden besteed aan het project en de uitvoering ervan; d) een plan van aanpak voor de uitvoering van de evaluatie van het project, met bijzondere aandacht voor de nabijheid en bereikbaarheid van de politie ;4° Het projectvoorstel wordt ingediend door een politiezone en werd goedgekeurd door de politieraad.Bij een samenwerkingsverband tussen meerdere politiezones wordt een coördinerende politiezone aangeduid die het project indient; 5° Het projectvoorstel bevat de contactgegevens van de persoon die het project coördineert binnen de politiezone of een samenwerkingsverband van politiezones;6° Het projectvoorstel bevat een verklaring op eer van de voorzitter van de politieraad dat de subsidie niet wordt gebruikt voor de financiering van personeelskosten.Indien een samenwerkingsverband tussen twee of meerdere politiezones wordt aangegaan, bevat het projectvoorstel een verklaring op eer van de voorzitter van de politieraad van iedere politiezone die lid is van dit samenwerkingsverband; 7° Het projectvoorstel bevat een verklaring op eer van de voorzitter van de politieraad dat het met de subsidie gesteunde project niet wordt gefinancierd door andere financieringsstromen.Indien een samenwerkingsverband tussen twee of meerdere politiezones wordt aangegaan, bevat het projectvoorstel een verklaring op eer van de voorzitter van de politieraad van iedere politiezone die lid is van dit samenwerkingsverband; 8° Het projectvoorstel bevat een kopie van het samenwerkingsprotocol indien een samenwerkingsverband tussen twee of meerdere politiezones wordt aangegaan.

Art. 5.Binnen 15 werkdagen na ontvangst van een projectvoorstel stuurt de administratie een ontvangstbevestiging aan de persoon die het project coördineert binnen de politiezone of samenwerkingsverband van politiezones, waarin wordt verklaard dat het dossier volledig is of waarin de nog in te dienen stukken worden verduidelijkt.

Op straffe van de onontvankelijkheid van het projectvoorstel worden de ontbrekende stukken binnen 10 werkdagen na ontvangst van het verzoek aan de administratie bezorgd.

Art. 6.§ 1 Indien de administratie het projectvoorstel ontvankelijk verklaart, wordt het projectvoorstel beoordeeld op basis van de toekenningscriteria bedoeld in afdeling 2 van dit hoofdstuk. § 2 Indien de administratie het projectvoorstel niet-ontvankelijk verklaart, wordt het projectvoorstel niet beoordeeld op basis van de toekenningscriteria bedoeld in afdeling 2 van dit hoofdstuk. § 3 De administratie brengt de persoon die het project coördineert binnen de politiezone of het samenwerkingsverband van politiezones elektronisch op de hoogte over de ontvankelijkheid van het projectvoorstel. Afdeling 2. - Toekenningscriteria van de projectvoorstellen

Art. 7.Om aanspraak te maken op de subsidie bedoeld in artikel 1, worden de ontvankelijke projectvoorstellen beoordeeld aan de hand van de volgende toekenningscriteria: 1° Toekenningscriterium 1: het lanceren of versterken in het projectvoorstel van innovatieve oplossingen of goede praktijken om met de burger in contact te treden, zowel online als in persoon, en zo de nabijheid en bereikbaarheid van politie te vergroten;2° Toekenningscriterium 2: de impact van het projectvoorstel op groepen die, omwille van hun gezondheidstoestand of hun privé- of familiale situatie, worden blootgesteld aan een grotere moeilijkheid om met de politie in contact te treden ; 3° Toekenningscriterium 3: het uitbreiden van integrale en lokale samenwerking in het projectvoorstel, i.e. het projectvoorstel betrekt en gaat de samenwerking aan met de overige reeds aanwezige veiligheidsberoepen en -partners; 4° Toekenningscriterium 4: duurzaamheid van het projectvoorstel: ontwikkeling van een methodiek waarbij het projectvoorstel, na afloop van de duurtijd, verder structureel kan worden ingebed in de organisatie van de politiezone(s). HOOFDSTUK 4. - Beoordeling van de projectvoorstellen

Art. 8.§ 1 De administratie beoordeelt de ontvankelijke projectvoorstellen in het licht van de inhoudelijke toekenningscriteria vermeld in artikel 7 en kan zich hiervoor laten bijstaan door externe experten. § 2 Een rangschikking van de ontvankelijke projectvoorstellen wordt opgesteld, op basis van een behaalde globale score op de toekenningscriteria zoals voorzien in artikel 7. De projectvoorstellen met de hoogste globale score komen overeenkomstig hun rangschikking in aanmerking voor de toekenning van de subsidie zoals bepaald in hoofdstuk 2.

In de berekening van de globale score van de projectvoorstellen wordt volgend percentage toegekend aan de verschillende toekenningscriteria, opgesomd in artikel 7: 1° Toekenningscriterium 1 : 50 %;2° Toekenningscriterium 2 : 20 %;3° Toekenningscriterium 3 : 10 %;4° Toekenningscriterium 4 : 20 %. Indien twee of meerdere projectvoorstellen eenzelfde score behalen, wordt, met het oog op het vaststellen van de rangschikking, rekening gehouden met de geografische spreiding van deze projectvoorstellen.

Art. 9.§ 1 De administratie bezorgt de rangschikking van de vijftien projectvoorstellen die in aanmerking komen voor de toekenning van de subsidie zoals bepaald in hoofdstuk 2 aan de minister. § 2 Bij een ministerieel besluit per individueel project kent de minister de subsidie toe aan de projectvoorstellen die overeenkomstig paragraaf 1 gerangschikt zijn. De subsidies worden in aflopende volgorde toegekend overeenkomstig de rangschikking en hoofdstuk 2. HOOFDSTUK 5. - Subsidie Afdeling 1. - Betaling van de subsidie

Art. 10.De subsidie van 100.000 euro wordt per project volledig en in één beweging uitgekeerd na de ondertekening van het ministerieel besluit tot toekenning van de subsidie. Afdeling 2. - Bestemming van de subsidie en toezicht

Art. 11.§ 1 De begunstigde moet alle uitgaven verbonden aan de uitvoering van het project bundelen in een financieel dossier dat te allen tijde door de administratie kan worden opgevraagd en uiterlijk één maand na afloop van het project wordt bezorgd aan de administratie, volgens de modaliteiten bepaald door de administratie. § 2 Enkel de werkingsuitgaven verbonden aan de uitvoering van het project die binnen de 12 maanden zijn verricht, te rekenen vanaf de datum van ondertekening van het ministerieel besluit, worden in aanmerking genomen voor het toezicht op het financieel dossier.

Art. 12.De begunstigde brengt de administratie onmiddellijk op de hoogte van elke gebeurtenis die een impact heeft of kan hebben op de continuïteit en de goede uitvoering van het project. HOOFDSTUK 6. - Opvolging en evaluatie

Art. 13.§ 1 De begunstigde dient een evaluatieverslag op te stellen over de uitvoering van het project, op basis van een analyse van de tevredenheid van de burger over de nabijheid en bereikbaarheid van politie door middel van een enquête onder de bevolking in het (de) betreffende gebied(en) voor aanvang van het project en na afloop van het project. § 2 Een model van vragenlijst, alsook een model van dit evaluatieverslag worden ter beschikking gesteld door de administratie.

Art. 14.Het evaluatieverslag bedoeld in artikel 13 dient volledig ingevuld, via elektronische weg, bezorgd te worden aan de administratie en dit ten laatste drie maanden na het aflopen van het project.

Art. 15.De administratie zal, op basis van de evaluatieverslagen van alle projecten bedoeld in artikel 14 een globaal evaluatierapport opmaken dat kan aangewend worden voor de uitwerking van toekomstige beleidsbeslissingen en dit ten laatste drie maanden na ontvangst van de alle evaluatieverslagen van alle projecten bedoeld in artikel 14.

Hoofstuk 7. Sancties en terugvordering

Art. 16.Bij niet-naleving van de voorwaarden van dit besluit of de beslissing tot toekenning van de subsidie kan de administratie volgende maatregelen nemen: 1° de begunstigde in gebreke stellen om zich te voegen naar de voorwaarden bepaald in dit besluit of de beslissing tot toekenning van de subsidie;2° bijkomende voorwaarden aan de hand van het financieel dossier opleggen.

Art. 17.De minister kan, desgevallend rekening houdend met de maatregelen genomen door de administratie op basis van artikel 16, de gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de subsidie bevelen in de volgende gevallen: 1° de niet-naleving van de voorwaarden voor toekenning van de subsidie, desgevallend ondanks de maatregelen bedoeld in artikel 16, 1° ;2° het gebruik van de subsidie voor andere doeleinden dan die waarvoor zij werd toegekend; 3° het niet-gebruiken van de subsidie van 100.000 euro of een deel van dit bedrag voor het project en de uitvoering ervan. HOOFDSTUK 8. - Slotbepaling

Art. 18.De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 maart 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN

^