gepubliceerd op 04 juni 1999
Koninklijk besluit betreffende tijdelijke maatregelen inzake de handel in landbouwproducten ingevolge de dioxinecontaminatie
3 JUNI 1999. - Koninklijk besluit betreffende tijdelijke maatregelen inzake de handel in landbouwproducten ingevolge de dioxinecontaminatie
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983, 29 december 1990 en 5 februari 1999;
Gelet op de Beschikking nr. 1999/363/EG van 3 juni 1999 van de Europese Commissie tot vaststelling van beschermende maatregelen met betrekking tot dioxineverontreiniging van voor menselijke consumptie of vervoedering bestemde dierlijke producten;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de noodzaak om onverwijld tijdelijke maatregelen te nemen inzake de handel in landbouwproducten voortvloeit uit de noodzaak om de verbruikers een gezonde voeding te verzekeren en om de uitvoering van de beslissingen van de Europese Commissie ten gevolge van dioxinebesmetting te verzekeren;
Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting belast met Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° handel : één of meer activiteiten bedoeld in artikel 3, § 1, 2°, van de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten;2° landbouwproducten : voortbrengselen van de veeteelt bestemd voor de menselijke of dierlijke consumptie;3° dioxinecontaminatie : de contaminatie van bepaalde landbouwproducten voortvloeiend uit de contaminatie van diervoeders.
Art. 2.In toepassing van artikel 3, § 3, van de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel van landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, wordt de uitoefening van markten bedoeld in artikel 3, § 1, 1°, 2°, 3° en 6° van de wet overgedragen aan de Minister die de Landbouw onder zijn bevoegdheid heeft tot de dioxinebesmetting heeft opgehouden en tot de beschikkingen van de Europese Commissie worden opgeheven.
Art. 3.Dit besluit treedt heden in werking.
Art. 4.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, belast met Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 juni 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, belast met Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, H. VAN ROMPUY