FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

3 JULI 1990. - Koninklijk besluit tot oprichting van paritaire subcomités voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten en tot vaststelling van de benaming, de bevoegdheid en het aantal leden ervan. - Officieuze coördinatie in het Duits

De hierna volgende tekst is de officieuze coördinatie in het Duits van het koninklijk besluit van 3 juli 1990 tot oprichting van paritaire subcomités voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en tot vaststelling van de benaming, de bevoegdheid en het aantal leden ervan (Belgisch Staatsblad van 12 juli 1990), zoals het werd gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 december 2001 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1990 tot oprichting van paritaire subcomités voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en tot vaststelling van de benaming, de bevoegdheid en het aantal leden ervan (Belgisch Staatsblad van 15 januari 2002).

Deze officieuze coördinatie in het Duits is opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling bij de Adjunct-arrondissementscommissaris in Malmedy in uitvoering van artikel 76 van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, vervangen bij artikel 16 van de wet van 18 juli 1990 en gewijzigd bij artikel 6 van de wet van 21 april 2007.

MINISTERIUM DER BESCHÄFTIGUNG UND DER ARBEIT 3. JULI 1990 - [Königlicher Erlass zur Einrichtung paritätischer Unterkommissionen für Erziehungs- und Unterbringungseinrichtungen und -dienste und zur Festlegung ihrer Bezeichnung, Zuständigkeit und Mitgliederzahl] [Überschrift ersetzt durch Art.1 des K.E. vom 14. Dezember 2001 (B.S. vom 15. Januar 2002)] Artikel 1 - [Es werden paritätische Unterkommissionen, « Paritätische Unterkommission für Erziehungs- und Unterbringungseinrichtungen und -dienste der Flämischen Gemeinschaft » und « Paritätische Unterkommission für Erziehungs- und Unterbringungseinrichtungen und -dienste der Französischen Gemeinschaft, der Wallonischen Region und der Deutschsprachigen Gemeinschaft » genannt, eingerichtet.] [Art. 1 ersetzt durch Art. 2 des K.E. vom 14. Dezember 2001 (B.S. vom 15. Januar 2002)] Art.2 - [Die Paritätische Unterkommission für Erziehungs- und Unterbringungseinrichtungen und -dienste der Flämischen Gemeinschaft ist zuständig für die Arbeitnehmer im Allgemeinen und ihre Arbeitgeber, nämlich für die Einrichtungen und Dienste, die in die Zuständigkeit der Paritätischen Kommission für Erziehungs- und Unterbringungseinrichtungen und -dienste fallen und die von der Flämischen Gemeinschaft oder der Flämischen Gemeinschaftskommission zugelassen und/oder bezuschusst werden.

Die Paritätische Unterkommission für Erziehungs- und Unterbringungseinrichtungen und -dienste der Französischen Gemeinschaft, der Wallonischen Region und der Deutschsprachigen Gemeinschaft ist zuständig für die Arbeitnehmer im Allgemeinen und ihre Arbeitgeber, nämlich für die Einrichtungen und Dienste, die in die Zuständigkeit der Paritätischen Kommission für Erziehungs- und Unterbringungseinrichtungen und -dienste fallen und die von der Französischen Gemeinschaft, der Wallonischen Region, der Deutschsprachigen Gemeinschaft oder der Französischen Gemeinschaftskommission zugelassen und/oder bezuschusst werden, sowie für die Einrichtungen und Dienste, die die gleichen Tätigkeiten ausüben, weder zugelassen noch bezuschusst werden und ihre Haupttätigkeit in der Wallonischen Region ausüben.] [Art. 2 ersetzt durch Art. 3 des K.E. vom 14. Dezember 2001 (B.S. vom 15. Januar 2002)] Art.3 - [Die Paritätische Unterkommission für Erziehungs- und Unterbringungseinrichtungen und -dienste der Flämischen Gemeinschaft setzt sich zusammen aus achtzehn ordentlichen Mitgliedern und achtzehn Ersatzmitgliedern.

Die Paritätische Unterkommission für Erziehungs- und Unterbringungseinrichtungen und -dienste der Französischen Gemeinschaft, der Wallonischen Region und der Deutschsprachigen Gemeinschaft setzt sich zusammen aus zweiundzwanzig ordentlichen Mitgliedern und zweiundzwanzig Ersatzmitgliedern.] [Art. 3 ersetzt durch Art. 4 des K.E. vom 14. Dezember 2001 (B.S. vom 15. Januar 2002)] Art.4 - [Die kollektiven Arbeitsabkommen, die in den durch Artikel 1 eingerichteten paritätischen Unterkommissionen abgeschlossen werden, müssen nicht von der Paritätischen Kommission für Erziehungs- und Unterbringungseinrichtungen und -dienste gebilligt werden.] [Art. 4 ersetzt durch Art. 5 des K.E. vom 14. Dezember 2001 (B.S. vom 15. Januar 2002)] Art.5 - Unser Minister der Beschäftigung und der Arbeit ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.