gepubliceerd op 18 april 2023
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 december 2021, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de eenmalige sociale toelage in het kader van de aanvullende pensioenen in het stelsel "vaste prestaties" voor de personeelsleden op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2004 van toepassing is, met betrekking tot de waarborg van rechten van de werknemers van de bedrijfstak elektriciteit en gas in dienst op 31 december 2001
3 FEBRUARI 2023. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 december 2021, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de eenmalige sociale toelage in het kader van de aanvullende pensioenen in het stelsel "vaste prestaties" voor de personeelsleden op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2004 van toepassing is, met betrekking tot de waarborg van rechten van de werknemers van de bedrijfstak elektriciteit en gas in dienst op 31 december 2001 (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 december 2021, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de eenmalige sociale toelage in het kader van de aanvullende pensioenen in het stelsel "vaste prestaties" voor de personeelsleden op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2004 van toepassing is, met betrekking tot de waarborg van rechten van de werknemers van de bedrijfstak elektriciteit en gas in dienst op 31 december 2001.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 februari 2023.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 december 2021 Eenmalige sociale toelage in het kader van de aanvullende pensioenen in het stelsel "vaste prestaties" voor de personeelsleden op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2004 van toepassing is, met betrekking tot de waarborg van rechten van de werknemers van de bedrijfstak elektriciteit en gas in dienst op 31 december 2001 (Overeenkomst geregistreerd op 20 juni 2022 onder het nummer 173473/CO/326) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de gebaremiseerde personeelsleden, op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2004 van toepassing is, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de waarborg van rechten van de werknemers van de bedrijfstak elektriciteit en gas in dienst op 31 december 2001 en op de ondernemingen die hen tewerkstellen. HOOFDSTUK II. - Begrippen en definities
Art. 2.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan onder : "gebaremiseerde werknemer" : de werknemer a) aangeworven vóór 1 januari 2002 bij : - bedrijven, bedoeld in artikel 1, ressorterend onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf vóór 1 januari 2004; - bedrijven, bedoeld in artikel 1, ressorterend onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, die voortkomen uit de hiervoor genoemde bedrijven; - bedrijven, bedoeld in artikel 1, ressorterend onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf die personeel overnemen, op basis van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 32bis van 7 juni 1985, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de waarborg van rechten van de werknemers in geval van verandering van de werkgever wegens een conventionele transfer van de onderneming en die de rechten regelt van de werknemers die overgenomen worden in geval van overname van het actief na faillissement of gerechtelijk concordaat door afstand van het actief; b) met een contract van onbepaalde duur op 31 augustus 2006 in de intercommunale Sibelga en getransfereerd op 1 september 2006 of later naar de firma Brussels Network Operations. "onderneming" : de juridische entiteit. "CAO van 2 december 2004" : de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2004, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de waarborg van rechten van de werknemers van de bedrijfstak elektriciteit en gas in dienst op 31 december 2001 (geregistreerd op 4 april 2005 onder het nummer 74368/CO/326). "het aanvullend pensioenplan eenmalige sociale toelage" : het pensioenregime dat als doel heeft de financiering van de "eenmalige sociale toelage", zoals bepaald door artikel 28 van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de sociale programmatie van 29 november 2007 (geregistreerd op 17 januari 2008 onder het nummer 86374/CO/326). HOOFDSTUK III. - Doel
Art. 3.Het voorwerp van deze collectieve overeenkomst is het aanpassen van het aanvullend pensioenplan genaamd "eenmalige sociale toelage" afgesloten door de ondernemingen bij het OFP Elgabel. HOOFDSTUK IV. - Wijziging van het sectoraal pensioenstelsel in een ondernemingspensioenstelsel
Art. 4.De opbouw van pensioenrechten in het kader van het sectoraal pensioenstelsel bestaand op datum van inwerkingtreding van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst zal voortgezet worden op het niveau van de ondernemingen in het kader van ondernemingspensioenstelsels.
De rechten en verplichtingen in hoofde van de sectorale inrichter, de vereniging zonder winstoogmerk met als naam het "Fonds voor Aanvullende Vergoedingen", dat zijn sociale zetel heeft te zetel 1000 Brussel, Ravensteingalerij 3 en waarvan de statuten werden uitgewerkt en neergelegd op 13 oktober 1997 (Belgisch Staatsblad van 29 januari 1998) worden op datum van inwerkingtreding van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst overgedragen naar de ondernemingen die zullen instaan voor de voortzetting van de pensioentoezegging. De pensioentoezegging, de rechten en verplichtingen van de ondernemingen, van de pensioeninstellingen en van de werknemers zijn opgenomen in een kaderreglement die in bijlage is opgenomen aan de huidige collectieve arbeidsovereenkomst. De ondernemingen vertrouwen de pensioentoezegging toe aan de pensioeninstelling van hun keuze.
Elke onderneming verbindt er zich toe de pensioentoezegging uit te voeren zoals bepaald in de kaderreglementen en bezorgt als bewijs hiervan aan de voorzitter van het "Fonds voor Aanvullende Vergoedingen" een attest dat dit bevestigt binnen de 6 maanden die volgen op : - de inwerkingtreding van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst; - een aanpassing van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst; - de oprichting van een nieuwe onderneming die werknemers overneemt die onder de huidige collectieve arbeidsovereenkomst vallen.
Deze reglementen vervangen alle voorgaande reglementen met hetzelfde onderwerp. HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2022 en is gesloten voor een onbepaalde duur.
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan geheel of gedeeltelijk worden opgezegd, door elk van de partijen, middels een opzeggingstermijn van 6 maanden, per aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 februari 2023.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE
Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 december 2021, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de eenmalige sociale toelage in het kader van de aanvullende pensioenen in het stelsel "vaste prestaties" voor de personeelsleden op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2004 van toepassing is, met betrekking tot de waarborg van rechten van de werknemers van de bedrijfstak elektriciteit en gas in dienst op 31 december 2001 Kaderreglement Aanvullend pensioenstelsel van het type vaste prestaties "eenmalige sociale toelage" 2022 Artikel 1.
Dit kaderreglement wordt opgesteld in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 december 2021 betreffende de aanvullende pensioenen in het kapitaalstelsel "vaste prestaties" voor de personeelsleden op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2004 van toepassing is, met betrekking tot de waarborg van rechten van de werknemers van de bedrijfstak gas en elektriciteit in dienst op 31 december 2001.
Elke onderneming die onder de toepassing van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst valt, zal een aanvullend pensioenstelsel zoals omschreven in dit reglement voorzien ten gunste van de werknemers die aan de aansluitingsvoorwaarden bepaald in artikel 3 voldoen.
Deze pensioentoezegging die in dit reglement wordt vastgelegd, is van het type "vaste prestaties" en voorziet de volgende prestaties als aanvulling op de wettelijke prestaties : - voor de aangeslotenen : - een pensioenkapitaal indien de aangeslotene in leven is op de pensioendatum; - voor de begunstigde(n) in geval van overlijden van de aangeslotene vóór de pensioendatum : - een overlijdenskapitaal.
Dit reglement voorziet de toekenningsvoorwaarden en de berekeningsmodaliteiten van deze prestaties.
Art. 2.Definities 2.1. Partijen
- L'entreprise :
l'entreprise relevant du champ d'application de la convention collective de travail du 23 décembre 2021 relative au régime de pension.
- De onderneming :
de onderneming die onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 december 2021 betreffende het pensioenstelsel valt.
- L'organisme de pension :
l'entreprise d'assurances avec laquelle l'entreprise a conclu un contrat d'assurance de groupe ou l'Organisme de Financement de Pensions Elgabel avec lequel l'entreprise a conclu une convention de gestion, mettant en oeuvre l'engagement de pension décrit dans le présent règlement-cadre.
- De pensioeninstelling :
de verzekeringsmaatschappij met wie de onderneming een groepsverzekeringscontract heeft afgesloten of het Organisme voor de Financiering van Pensioenen Elgabel met wie de onderneming een beheerovereenkomst heeft afgesloten die de in dit kaderreglement beschreven pensioentoezegging invoert.
- Les affiliés :
les affiliés actifs : les membres du personnel de l'entreprise répondant aux conditions d'affiliation.
- De aangeslotenen :
de actieve aangeslotenen : de personeelsleden van de onderneming die aan de aansluitingsvoorwaarden voldoen.
les affiliés passifs :
de passieve aangeslotenen :
a) les anciens affiliés actifs qui continuent à bénéficier de droits actuels ou différés si lors de leur sortie ils ont choisi de laisser leurs réserves acquises auprès de l'organisme de pension; a) de voormalige actieve aangeslotenen die huidige of uitgestelde rechten blijven genieten indien ze er bij uittreding voor hebben geopteerd hun verworven reserves bij de pensioeninstelling te laten; b) les membres du personnel dont l'affiliation a pris fin en raison du fait qu'ils ne remplissent plus les conditions d'affiliation du présent règlement, sans que cela ne coïncide avec l'expiration du contrat de travail. b) de personeelsleden waarvan de aansluiting wordt beëindigd doordat ze niet langer de aansluitingsvoorwaarden van het huidige reglement vervullen, zonder dat dit samenvalt met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. - Les bénéficiaires :
les affiliés et leurs ayants droit recevant les prestations prévues au règlement.
- De begunstigden :
de aangeslotenen en hun rechthebbenden die de in het reglement voorziene prestaties ontvangen.
- Le conjoint :
la personne mariée à l'affilié, à condition que les conjoints ne soient ni divorcés ni séparés de corps.
- De echtgeno(o)t(e) :
de persoon die gehuwd is met de aangeslotene, op voorwaarde dat de echtgenoten noch uit de echt, noch van tafel en bed gescheiden zijn.
- Le cohabitant légal :
la personne vivant avec l'affilié, conformément aux dispositions légales en vigueur régissant la cohabitation légale.
- De wettelijk samenwonende :
de persoon die leeft met de aangeslotene, overeenkomstig de wettelijke bepalingen die de wettelijke samenwoning regelen.
2.2. Begrippen 2.2.1. Pensioenreglement Het pensioenreglement wordt door de onderneming bepaald. Het omvat het kaderreglement en de specifieke clausules met betrekking tot de onderneming. 2.2.2. Pensioendatum In de zin van dit reglement wordt onder "pensioendatum" verstaan : de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de aangeslotene de wettelijke pensioenleeftijd bereikt.
Het pensioenkapitaal moet vereffend worden wanneer de aangeslotene een (vervroegd) wettelijk pensioen ontvangt voor de activiteit die aanleiding gaf tot de opbouw van de waarborgen. 2.2.3. Uittreding Onder "uittreding" verstaat men : - de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of vertrek met pensioen; - het einde van de aansluiting doordat de aangeslotene niet meer aan de aansluitingsvoorwaarden voldoet zonder dat dit samenvalt met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst; - de conventionele overdracht van de aangeslotene in het kader van een conventionele overdracht van onderneming zonder dat de pensioentoezegging overgenomen wordt. 2.2.4. Refertebezoldiging De refertebezoldiging stemt overeen met de jaarlijkse bruto bezoldiging van de 1ste van de maand die twee maanden voorafgaat aan de datum van de (eerste) betaling van de verzekerde prestaties.
T = (X . to + Pr + Pr') . k formule waarin : a) X de jaarlijkse vermenigvuldigingscoëfficiënt van de maandelijkse bezoldiging is. Deze coëfficiënt is gelijk aan 15,0733 en houdt rekening met : - 12 maanden beroepsinkomsten; - de eindejaarspremie : 13de en 14de maand; - dubbel vakantiegeld : wettelijk en bovenwettelijk. b) to gelijk is aan de som van : - de maandwedde van de maand die twee maanden voorafgaat aan de datum van de (eerste) betaling van de verzekerde prestaties; - en van de indexforfait, genomen aan de waarde die overeenstemt met index 100 (basis 2013) van de gezondheidsindex. to is exclusief salaristoeslagen, premies en andere voordelen. c) Pr gelijk is aan de optelling van de statutaire zogenaamde winter- en vakantiepremies, genomen aan de waarde die overeenstemt met index 100 (basis 2013) van de gezondheidsindex.d) Pr' de waarde is, aan index 100 (basis 2013) van de gezondheidsindex, van het dubbel wettelijk vakantiegeld berekend op het maandelijks gemiddelde van Pr.e) k de vermenigvuldigingscoëfficiënt is voor indexering van de bezoldigingen van de werknemers uit de sector gas en elektriciteit van de maand die twee maanden voorafgaat aan de datum van de (eerste) betaling van de verzekerde prestaties. Deze refertebezoldigingen worden uitgedrukt op basis van een voltijdse activiteit. 2.2.5. Bezoldigingsschijven Het gaat om de schijven waarmee rekening wordt gehouden voor de berekening van de prestaties : T1 stemt overeen met het deel van de refertebezoldiging T dat lager dan of gelijk is aan 49 628,71 EUR (basis 2013 = 100). Dit bedrag wordt geïndexeerd volgens de index die van toepassing is op de bezoldigingen van de werknemers uit de gas- en elektriciteitssector tijdens de maand die twee maanden voorafgaat aan de maand van betaling van de verzekerde prestatie.
T2 stemt overeen met het deel van de refertebezoldiging T dat T1 overschrijdt. 2.2.6. Coëfficiënt van gemiddelde deeltijdse prestatie (tpm) De coëfficiënt van de gemiddelde deeltijdse prestatie wordt berekend op basis van het (of de) tewerkstellingsregime(s) tijdens de werkelijk gepresteerde of geassimileerde maanden dienst gedurende de loopbaan van de aangeslotene in de gas- en elektriciteitssector.
Deze coëfficiënt wordt gebruikt voor de berekening van de formules van vervroegd vertrek alsook voor de berekening van het aanvullend pensioen in geval van pensionering of overlijden.
tpm wordt berekend als volgt :
tpm se calcule comme suit :
Tpm =
som in kalendermaanden en -dagen/30 van alle toegelaten periodes (1) gewogen aan hun effectieve tewerkstellingsratio's of aan hun gemiddelde tewerkstellingsratio's som in kalendermaanden en -dagen/30 van dezelfde toegelaten periodes aan tewerkstellingsratio = 1
Tpm =
somme en mois calendriers et jours/30 de toutes les périodes admissibles pondérées (1) par leurs ratios de travail effectifs ou par leurs ratios de travail moyen somme en mois calendriers et jours/30 de ces mêmes périodes admissibles au ratio de travail = 1
(1) Dit wil zeggen de loopbaanstappen, arbeidscontracten en schorsingen, waarvan de tewerkstellingsratio hoger is dan 0 (ongeacht of deze periodes al dan niet volledig in aanmerking worden genomen). 2.2.7. De verworven reserves De reserves waarop de aangeslotene op een bepaald ogenblik recht heeft overeenkomstig het kaderreglement. 2.2.8. De verworven prestaties De prestaties waarop de aangeslotene aanspraak kan maken op de pensioendatum overeenkomstig het reglement indien hij op het moment van zijn uittreding verworven reserves bij de pensioeninstelling achterlaat. 2.3. Jaarlijkse herberekening De prestaties die door dit reglement gewaarborgd zijn worden eenmaal per jaar met uitwerking op 1 juli herberekend op basis van de wijzigingen die zich voordeden in het referentieloon van januari geïndexeerd op 1 januari.
Art. 3.Aansluiting aan de pensioentoezegging omschreven in het pensioenreglement De werknemers op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 december 2021 betreffende het pensioenstelsel van toepassing is en die in dienst op 1 juli 2007 waren bij de bijdragende ondernemingen met een arbeidsovereenkomst die aanving vóór 1 januari 2002, zijn aangesloten aan het pensioenreglement van de onderneming dat voortvloeit uit dit kaderreglement.
Zijn eveneens aangesloten, de werknemers die na 1 december 2016 overgedragen werden met behoud van het statuut oude arbeidsvoorwaarden van de gas- en elektriciteitssector en die vóór hun overdracht een plan van hetzelfde type genoten en mits overdracht van hun eventuele reserves.
De aangeslotene aanvaardt het pensioenreglement en machtigt de onderneming om aan de pensioeninstelling alle gegevens te verstrekken alsook alle nodige bewijsstukken voor de goede uitvoering van dit reglement.
De aangeslotene zal op eenvoudige vraag de gegevens en de ontbrekende vereiste bewijsstukken verschaffen zodat de pensioeninstelling haar verplichtingen kan uitvoeren.
Art. 4.De pensioentoezegging op de pensioendatum Bij leven van de aangeslotene op de pensioendatum wordt hem een eenmalig kapitaal Kr toegekend waarvan het bedrag als volgt wordt bepaald : Kr = (5 pct. . T1 + 7,5 pct. T2) . tpm formule waarbij : T1, T2 en tpm gedefinieerd zijn in artikel 2, punt 2.2.
Art. 5.Prestaties bij overlijden van de aangeslotene vóór de pensioendatum Bij overlijden van de aangeslotene vóór de pensioendatum wordt aan de begunstigde(n) een overlijdenskapitaal Ks toegekend waarvan het bedrag als volgt wordt bepaald : Ks = (5 pct. . Tl + 7,5 pct. T2) . tpm formule waarbij : T1, T2 en tpm gedefinieerd zijn in artikel 2, punt 2.2.
Art. 6.Verworven reserves van de aangeslotene De aangeslotene kan aanspraak maken op zijn verworven reserves bij uittreding of bij vertrek met pensioen vóór de pensioendatum zoals bepaald in artikel 2, punt 2.2.
De verworven reserves zijn gelijk aan de huidige waarde van het kapitaal Kr.
Deze huidige waarde wordt berekend op basis van de volgende technische grondslagen : een actualisatievoet van 0 pct. en de sterftetafel MR.
Art. 7.Modaliteiten van uitkering De aangeslotene of de begunstigde(n) word(t)(en) verondersteld te opteren voor een storting onder de vorm van een kapitaal.
Na aftrek van de eventuele wettelijke inhoudingen, vergoedingen en andere sommen die nog aan de pensioeninstelling of aan derden (zoals een pandhoudende schuldeiser) verschuldigd zouden zijn, kan het kapitaal echter op schriftelijke vraag van de begunstigden vereffend worden onder de vorm van renten overeenkomstig de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten op de aanvullende pensioenen.
De prestaties vangen aan : - op de datum waarop de aangeslotene werkelijk met pensioen vertrekt; - op de 1ste dag van de maand die volgt op het overlijden van de aangeslotene, maar ze zijn pas betaalbaar na afgifte van de in het pensioenreglement voorziene documenten.
Art. 8.Begunstigden 8.1. De begunstigde van de prestatie op de pensioendatum Bij leven van de aangeslotene op de pensioendatum wordt het kapitaal aan de aangeslotene zelf gestort. 8.2. De begunstigde van de prestatie bij overlijden vóór de pensioendatum De begunstigden van het kapitaaloverlijden Ks in geval van overlijden van de aangeslotene vóór de pensioendatum volgen automatisch de volgende voorrangsorde : 1. de echtgeno(o)t(e) of de wettelijk samenwonende;2. de wettelijke, aangenomen of erkende natuurlijke kinderen van de aangeslotene, en bij plaatsvervulling, hun nakomelingen voor het gedeelte dat zou toegekomen zijn aan de begunstigde in wiens plaats zij treden.Indien er verschillende kinderen zijn, zal het voorziene kapitaal onder hen verdeeld worden in gelijke delen; 3. de vader en de moeder van de aangeslotene, elk voor de helft.Bij vóóroverlijden van één van hen, komt de totaliteit van de verzekerde bedragen aan de overlevende toe; 4. de wettelijke erfgenamen ten persoonlijke titel, met uitsluiting van de Staat;5. het financieringsfonds, indien het gaat om een groepsverzekering of de pensioeninstelling. Op vraag van de aangeslotene zijn afwijkingen van deze begunstigingsaanwijzing mogelijk, alsook een verdeling van de prestaties onder verschillende begunstigden, volgens de modaliteiten die in het pensioenreglement, zoals gedefinieerd in artikel 2.2.1., beschreven worden.
Art. 9.Arbeidsongeschiktheid van de aangeslotene Bij door de betrokken instellingen erkende arbeidsongeschiktheid blijft de aangeslotene aan dit pensioenplan aangesloten.
Art. 10.Financiering De onderneming stort jaarlijks aan de pensioeninstelling de dotaties die nodig zijn voor de financiering van de prestaties van dit reglement.
De betaling van de dotaties aan de pensioeninstelling, zal voortgezet worden tijdens de periodes van arbeidsongeschiktheid ten laatste tot de pensioendatum.
Art. 11.Niet-betaling Bij stopzetting van betaling van de dotaties wordt de onderneming, ten vroegste 30 dagen te rekenen vanaf de vervaldag, in gebreke gesteld per aangetekende brief waarin zij wordt herinnerd aan de vervaldag en de gevolgen van de niet-betaling.
Indien de situatie niet geregulariseerd is binnen de 3 maanden die volgen op de stopzetting van de stortingen, wordt elke aangeslotene bij het verstrijken van deze termijn per gewone brief op de hoogte gebracht van de stopzetting van betaling van de verschuldigde dotaties.
De pensioeninstelling zal de voorzitter van het "Fonds voor Aanvullende Vergoedingen" op de hoogte brengen van de verzending van deze brieven.
Art. 12.Verplichtingen van de ondernemingen De onderneming deelt aan de pensioeninstelling alle nodige informatie mee voor de uitvoering van het pensioenstelsel. De verplichtingen van de pensioeninstelling worden vastgelegd op basis van de overhandigde gegevens.
Art. 13.Herziening van dit kaderreglement Dit reglement kan gewijzigd worden door een collectieve arbeidsovereenkomst die wordt afgesloten binnen het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf.
Art. 14.Overdracht van het pensioenstelsel De beslissing om de reserves over te dragen of van pensioeninstelling te veranderen behoort toe aan de onderneming, mits naleving van de modaliteiten die voorzien zijn in de wetgeving op de aanvullende pensioenen.
Deze verrichting is onderworpen aan het akkoord tussen de onderneming en de pensioeninstelling, over de modaliteiten van die overdracht en, in het bijzonder, over de uitbetaling van een vergoeding.
De liquidatievergoeding mag noch ten laste worden gelegd van de aangeslotenen noch afgetrokken worden van de op het ogenblik van de overdracht verworven reserves.
Art. 15.Fiscale bepalingen Indien de aangeslotene en de begunstigde in België gedomicilieerd zijn, op basis van de toestand die van kracht is op de datum van invoegetreding van dit plan, dan is de Belgische wetgeving van toepassing zowel op de bijdragen als op de prestaties. In het tegenovergestelde geval zouden de fiscale en/of sociale lasten kunnen worden toegepast op basis van de buitenlandse wetgeving, in uitvoering van de internationale verdragen die in dit verband van toepassing zijn.
De jaarlijkse taksen op de dotaties en bijdragen worden door de onderneming ten laste genomen. Alle supplementen, zoals taksen en bijdragen, die een weerslag hebben of zouden hebben op het contract zullen verschuldigd zijn volgens de modaliteiten die worden voorzien door de wetgeving die ze invoert.
De belastingen, voorheffingen, rechten, taksen of bijdragen die verschuldigd zijn op de kapitalen, de renten en winstdeelname zijn, als gevolg van hun vereffening, ten laste van de begunstigden.
Art. 16.Verwerking en bescherming van persoonsgegevens De onderneming en de pensioeninstelling moeten persoonsgegevens verwerken van aangeslotenen en begunstigden om dit pensioenplan uit te voeren en de wettelijke verplichtingen te vervullen overeenkomstig de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen (WAP) en de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (WIPB). Deze gegevensverwerking gebeurt conform de toepasselijke wetgeving, waaronder de Algemene Verordening inzake Gegevensbescherming (AVG of GDPR). De opvolging van de naleving gebeurt onder meer door de verantwoordelijke voor gegevensbescherming (Data Protection Officer - DPO) van de pensioeninstelling.
Art. 17.Geschillen Dit kaderreglement en de pensioenstelsels die werden ingevoerd in uitvoering ervan zijn onderworpen aan het Belgisch recht. Zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheid van de Belgische hoven en rechtbanken, kan elk probleem met betrekking tot dit plan voorgelegd worden aan de Compliance Officer van de pensioeninstelling of aan de FSMA, Congresstraat 10-16, te 1000 Brussel.
Art. 18.Inwerkingtreding van dit reglement Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2022. Het vervangt en vernietigt elk vorig reglement voor de aangeslotenen onder arbeidsovereenkomst.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 februari 2023.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE