3 FEBRUARI 2019. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 14, vijfde lid, van de wet van 9 juli 1969 tot wijziging en aanvulling van de wetgeving betreffende de rustpensioenen van de openbare sector voor de perequatie van de pensioenen vanaf 1 januari 2019

VERSLAG AAN DE KONING Sire, Wij hebben de eer aan Uwe Majesteit een koninklijk besluit voor te leggen dat genomen wordt ter uitvoering van artikel 14, vijfde lid, van de wet van 9 juli 1969 tot wijziging en aanvulling van de wetgeving betreffende de rust- en overlevingspensioenen van de openbare sector.

Voormeld artikel 14, vijfde lid, verleent U de welbepaalde bevoegdheid om tussen te komen in het perequatiemechanisme dat van toepassing is op de ambtenarenpensioenen.

Dat mechanisme voorziet een perequatie op basis van korven die elk overeenstemmen met een welbepaalde sector van de openbare diensten. In dit systeem worden alle pensioenen verbonden aan een precies omschreven korf. Alle pensioenen van een zelfde korf worden elke twee jaar geperequateerd ten belope van hetzelfde percentage. Dat percentage wordt vastgesteld op basis van verhogingen binnen een referentieperiode van twee jaar van de maxima van de weddenschalen en de weddebijslagen die verbonden zijn aan de meest representatieve rustpensioenen van de betreffende korf die ingegaan zijn binnen de vier jaar voorafgaand aan voormelde referentieperiode.

Niet alle weddebijslagen komen evenwel in aanmerking. Voor de perequatie wordt uitsluitend rekening gehouden met de weddenbijslagen die voor de berekening van het pensioen in aanmerking worden genomen, met het vakantiegeld en de daaraan verbonden premies, met de eindejaarstoelage en met de weddenbijslagen die daartoe door de Koning zouden worden aangewezen.

De loutere incorporatie van een andere weddebijslag in een weddenschaal mag geen perequatie van de pensioenen met zich meebrengen daar er geen loonsverhoging uit voortvloeit voor de actieve personeelsleden. De perequatie strekt immers ertoe de lopende pensioenen de evolutie te laten volgen van de bezoldiging van de nog actieve ambtenaren. Om deze reden verleent voormeld artikel 14, vijfde lid, U de bevoegdheid om de verhoging van de maximumbezoldiging die uit de incorporatie van die weddebijslag voortvloeit te neutraliseren voor de berekening van de globale bezoldiging bedoeld in artikel 12, § 8, van de voormelde wet van 9 juli 1969.

In de loop van de referentieperiode van twee jaar (van 1 januari 2017 tot 31 december 2018) die in beschouwing wordt genomen voor de perequatie van de ambtenarenpensioenen op 1 januari 2019, werden diverse van deze weddebijslagen - geheel of gedeeltelijk - geïncorporeerd in een weddeschaal.

Veiligheidskorps van de FOD Justitie Artikel 24 van het koninklijk besluit van 11 juli 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 30/07/2003 numac 2003009638 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende oprichting bij de Federale Overheidsdienst Justitie van een veiligheidskorps voor de politie van hoven en rechtbanken en voor de overbrenging van gevangenen, en tot vaststelling van organisatorische, administratieve en geldelijke bepalingen ten gunste van de veiligheidsbeambten bij het veiligheidskorps van de Federale Overheidsdienst Justitie sluiten houdende oprichting bij de Federale Overheidsdienst Justitie van een veiligheidskorps voor de politie van hoven en rechtbanken en voor de overbrenging van gevangenen, en tot vaststelling van organisatorische, administratieve en geldelijke bepalingen ten gunste van de veiligheidsbeambten bij het veiligheidskorps van de Federale Overheidsdienst Justitie kent aan het veiligheidspersoneel bekleed met bepaalde graden een jaarlijkse forfaitaire toelage van 2.200,00 EUR toe.

Ingevolge het koninklijk besluit van 12 januari 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/01/2017 pub. 19/01/2017 numac 2016009651 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juli 2003 houdende oprichting bij de Federale Overheidsdienst Justitie van een veiligheidskorps voor de politie van hoven en rechtbanken en voor de overbrenging van gevangenen, en tot vaststelling van organisatorische, administratieve en geldelijke bepalingen ten gunste van de veiligheidsbeambten bij het veiligheidskorps van de Federale Overheidsdienst Justitie sluiten tot wijziging van het voormeld koninklijk besluit van 11 juli 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 30/07/2003 numac 2003009638 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende oprichting bij de Federale Overheidsdienst Justitie van een veiligheidskorps voor de politie van hoven en rechtbanken en voor de overbrenging van gevangenen, en tot vaststelling van organisatorische, administratieve en geldelijke bepalingen ten gunste van de veiligheidsbeambten bij het veiligheidskorps van de Federale Overheidsdienst Justitie sluiten werd deze jaarlijkse forfaitaire toelage van 2.200 EUR in de weddeschalen van voormelde personeelsleden geïncorporeerd vanaf 1 februari 2017.

Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust Artikel VII 60 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006 kent een loodstoelage toe aan de loodsen met een operationele functie.

Artikel VII 63 van hetzelfde statuut kent een algemene toelage, een toelage voor extra prestaties en/of een toelage voor het effectief geven van opleiding toe aan de loodsen met een andere functie dan de operationele loodsen.

De artikelen VII 70bis en VII 70ter van hetzelfde statuut kennen een STCW-toelage (Standards of Training, Certification and Watchkeeping) of een toelage voor technische bekwaamheid toe aan een aantal operationele functies uitgeoefend door niet-loodsen.

Ingevolge het besluit van de Vlaamse Regering van 22 september 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 22/09/2017 pub. 12/10/2017 numac 2017013511 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, wat betreft de arbeidsvoorwaarden van sommige personeelsleden van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust sluiten tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, wat betreft de arbeidsvoorwaarden van sommige personeelsleden van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust, wordt een gedeelte van de bovenvermelde toelagen in de weddeschalen van de voormelde personeelsleden geïncorporeerd vanaf 1 oktober 2017. Afhankelijk van de functiecategorie gaat het om een geïntegreerd bedrag van 7.460 EUR, 1.690 EUR of 940 EUR. De incorporatie wordt gerealiseerd door het creëren van een aantal nieuwe salarisschalen die aangeduid worden als "T-salarisschalen" in de artikelen 2, 2° en 10 van het bovenvermelde besluit van de Vlaamse Regering van 22 september 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 22/09/2017 pub. 12/10/2017 numac 2017013511 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, wat betreft de arbeidsvoorwaarden van sommige personeelsleden van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust sluiten.

Artikel 1 van dit besluit strekt ertoe om de verhoging van de maximumbezoldiging die uit de hierboven vermelde incorporaties voortvloeit te neutraliseren voor de berekening van de globale bezoldiging bedoeld in artikel 12, § 8, van voormelde wet van 9 juli 1969 die als basis dient voor de perequatie van de lopende pensioenen.

Deze bepaling heeft geen impact op de referentiewedde die als grondslag dient voor de berekening van de nieuwe pensioenen die ingaan vanaf de datum van de incorporatie van de weddebijslag in de weddeschaal (in casu op 1 februari 2017 of op 1 oktober 2017).

Om de perequaties van de pensioenen vanaf 1 januari 2019 correct te laten verlopen, stelt artikel 2 van dit besluit de datum van uitwerking van dit besluit vast op 31 december 2018, zijnde de datum van de herberekening van de globale bezoldiging bedoeld in artikel 12, § 8, van voormelde wet van 9 juli 1969 met het oog op de perequatie van 1 januari 2019.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Pensioenen, D. BACQUELAINE

3 FEBRUARI 2019. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 14, vijfde lid, van de wet van 9 juli 1969 tot wijziging en aanvulling van de wetgeving betreffende de rustpensioenen van de openbare sector voor de perequatie van de pensioenen vanaf 1 januari 2019 FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 9 juli 1969 tot wijziging en aanvulling van de wetgeving betreffende de rust- en overlevingspensioenen van het personeel van de openbare sector, artikel 14, vijfde lid;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 december 2018;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 21 januari 2019;

Gelet op het artikel 8 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is dit besluit vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse omdat het een formele beslissing betreft;

Op de voordracht van de Minister van Pensioenen en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De verhoging van de maximumbezoldigingen bedoeld in artikel 12, § 7, van de wet van 9 juli 1969 tot wijziging en aanvulling van de wetgeving betreffende de rust- en overlevingspensioenen van het personeel van de openbare sector wordt geneutraliseerd voor de berekening van de globale bezoldiging bedoeld in artikel 12, § 8, van diezelfde wet voor zover deze verhoging voortvloeit uit de toepassing van: 1° het koninklijk besluit van 12 januari 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/01/2017 pub. 19/01/2017 numac 2016009651 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juli 2003 houdende oprichting bij de Federale Overheidsdienst Justitie van een veiligheidskorps voor de politie van hoven en rechtbanken en voor de overbrenging van gevangenen, en tot vaststelling van organisatorische, administratieve en geldelijke bepalingen ten gunste van de veiligheidsbeambten bij het veiligheidskorps van de Federale Overheidsdienst Justitie sluiten tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juli 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 30/07/2003 numac 2003009638 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende oprichting bij de Federale Overheidsdienst Justitie van een veiligheidskorps voor de politie van hoven en rechtbanken en voor de overbrenging van gevangenen, en tot vaststelling van organisatorische, administratieve en geldelijke bepalingen ten gunste van de veiligheidsbeambten bij het veiligheidskorps van de Federale Overheidsdienst Justitie sluiten houdende oprichting bij de Federale Overheidsdienst Justitie van een veiligheidskorps voor de politie van hoven en rechtbanken en voor de overbrenging van gevangenen, en tot vaststelling van organisatorische, administratieve en geldelijke bepalingen ten gunste van de veiligheidsbeambten bij het veiligheidskorps van de Federale Overheidsdienst Justitie;2° het besluit van de Vlaamse Regering van 22 september 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 22/09/2017 pub. 12/10/2017 numac 2017013511 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, wat betreft de arbeidsvoorwaarden van sommige personeelsleden van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust sluiten tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, wat betreft de arbeidsvoorwaarden van sommige personeelsleden van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 31 december 2018.

Art. 3.De minister bevoegd voor Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 februari 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Pensioenen, D. BACQUELAINE