gepubliceerd op 24 februari 2011
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juli 2003 betreffende de werking van de kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse III
3 FEBRUARI 2011. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juli 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 30/07/2003 numac 2003009451 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit betreffende de werking van de kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse III sluiten betreffende de werking van de kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse III
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het huidige ontwerp van koninklijk besluit dat U wordt voorgelegd beoogt een betere bescherming van de speler inzake het spelen op speelapparaten toegelaten in een kansspelinrichting klasse III. Het is gebleken dat minderjarige spelers met deze speelapparaten spelen.
Een sluitende controle kan worden gerealiseerd door de inwerkingstelling van het speelapparaat afhankelijk te stellen van een controle van de leeftijd.
De voorliggende regeling houdt geen geautomatiseerde controle in zoals bedoeld in artikel 6, § 7, van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen. De enige rechtsgrond is artikel 43.4 van de wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers.
Evenmin vormt artikel 62 van de wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers een rechtsgrond voor de ingevoerde regeling ter bescherming van de speler. Immers worden geen bepalingen voorzien betreffende de toegang tot de kansspelinrichting klasse III, maar wordt de inwerkingstelling van een speelapparaat geregeld.
De controle van de leeftijd gebeurt aan de hand van de elektronische identiteitskaart zonder dat een identificatie van de persoon gebeurt.
Enkel de geboortedatum zoals deze op de elektronische identiteitskaart staat vermeld wordt gecontroleerd. De persoonlijke gegevens op de chip van de elektronische identiteitskaart worden niet geraadpleegd.
Op eenzelfde manier wordt nagegaan of de betrokkene zich in een staat van verlengde minderjarigheid bevindt.
Eveneens kan bij de lezing van de elektronische identiteitskaart de nationaliteit worden gecontroleerd als zich een probleem zou voordoen met het persoonlijk statuut van de speler, zoals opgemerkt door de Raad van State.
Doordat op geen enkel moment het Rijksregisternummer wordt gebruikt om een speler te identificeren, en op geen enkel moment een identificatie van een speler zal gebeuren, dient het advies van het sectoraal comité van het Rijksregister niet te worden gevraagd.
Het advies van de Raad van State om de speler de mogelijkheid te geven zijn elektronische identiteitskaart niet te gebruiken als hij op een speelapparaat in een kansspelinrichting klasse III wil spelen, wordt niet gevolgd, teneinde te vermijden elke slagkracht te ontnemen aan een effectieve bescherming van de speler.
Een persoon heeft de keuzemogelijkheid om te spelen op een speelapparaat waarvan de exploitatie is toegelaten in een kansspelinrichting klasse III, maar wanneer hij beslist te spelen, moet de controle principieel aan de hand van de elektronische identiteitskaart uitgevoerd.
Voor de personen die niet over een elektronische identiteitskaart beschikken, kan wel worden toegestaan dat de exploitant van de kansspelinrichting klasse III een spelerskaart aflevert wanneer hij kan aannemen dat het een meerderjarige speler betreft.
Artikelsgewijze bespreking Artikel 1 bepaalt dat een toestel uitgerust met een elektronische identiteitskaartlezer principieel in werking wordt gesteld wanneer een elektronische identiteitskaart van een meerderjarige speler wordt ingebracht.
De exploitant kan een uitbaterskaart geven aan een persoon die wilt spelen wanneer deze niet over een elektronische identiteitskaart beschikt en de cafébaas de leeftijd van de potentiële speler heeft geverifieerd.
Artikel 2 voorziet in een geleidelijke invoering van de nieuwe regeling door elk nieuw toestel uit te rusten met een elektronische-identiteitskaartlezer.
Een nieuw toestel is elk toestel dat door de kansspelcommissie wordt goedgekeurd na de inwerkingtreding van dit besluit. Het is natuurlijk toegelaten oude toestellen met een elektronische-identiteitskaartlezer uit te rusten.
Doordat de regeling enkel geldt voor nieuwe toestellen die werden goedgekeurd door de Kansspelcommissie, is geen bijzondere overgangsregeling vereist. In artikel 3 wordt de inwerkingtreding van het besluit vastgesteld op 1 juli 2011.
Wij hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Justitie S. DE CLERCK De Minister van Financiën D. REYNDERS De Minister van Volksgezondheid Mevr. L. ONKELINX De Minister voor Ondernemen, V. VAN QUICKENBORNE De Minister van Binnenlandse Zaken Mevr. A. TURTELBOOM De Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister van Justitie, C. DEVLIES
3 FEBRUARI 2011. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juli 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 30/07/2003 numac 2003009451 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit betreffende de werking van de kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse III sluiten betreffende de werking van de kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse III ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers sluiten op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, artikel 43.4;
Gelet op het koninklijk besluit van 11 juli 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 30/07/2003 numac 2003009451 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit betreffende de werking van de kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse III sluiten betreffende de werking van de kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse III;
Gelet op mededeling 2009/281/B aan de Europese Commissie, op 18 mei 2009, met toepassing van artikel 8, paragraaf 1 van Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij;
Gelet op het advies van de Kansspelcommissie, gegeven op 7 januari 2009;
Gelet op advies 46.959/2 van de Raad van State, gegeven op 22 juli 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op12 januari 1973;
Gelet op advies 01/2010 van het Sectoriaal Comité van het Rijksregister, gegeven op 24 maart 2010;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, van Onze Minister van Financiën, van Onze Minister van Volksgezondheid, van Onze Minister van Overheidsbedrijven, van Onze Minister voor Ondernemen, van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en van Onze Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister van Justitie, Besluit :
Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 11 juli 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 30/07/2003 numac 2003009451 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit betreffende de werking van de kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse III sluiten betreffende de werking van de kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse III, worden een nieuw punt 10° en 11° ingevoegd, luidende als volgt : « 10° het toestel dient uitgerust te zijn met een elektronische-identiteitskaartlezer; 11° het toestel kan enkel in werking worden gesteld wanneer een elektronische identiteitskaart van een meerderjarige speler wordt ingebracht. Indien de speler niet over een elektronische identiteitskaart beschikt, kan de exploitant het toestel in werking stellen door middel van een uitbaterskaart na verificatie van de leeftijd van de potentiële speler. »
Art. 2.Dit besluit is slechts van toepassing op de nieuwe toestellen welke in gebruik worden genomen vanaf het tijdtip van inwerkingtreding van dit koninklijk besluit.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2011.
Art. 4.De Minister bevoegd voor Justitie, de Minister bevoegd voor Financiën, de Minister bevoegd voor Overheidsbedrijven, de Minister bevoegd voor Ondernemen, de Minister bevoegd voor Binnenlandse zaken en de Minister tot wiens bevoegdheid de Nationale Loterij behoort, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 februari 2011.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie S. DE CLERCK De Minister van Financiën D. REYNDERS De Minister van Volksgezondheid Mevr. L. ONKELINX De Minister voor Ondernemen, V. VAN QUICKENBORNE De Minister van Binnenlandse Zaken Mevr. A. TURTELBOOM De Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister van Justitie, C. DEVLIES