Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 februari 2002
gepubliceerd op 29 maart 2002

Koninklijk besluit de toekenning regelend van een toelage wegens overwerk aan sommige personeelsleden van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
2002014039
pub.
29/03/2002
prom.
03/02/2002
ELI
eli/besluit/2002/02/03/2002014039/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 FEBRUARI 2002. - Koninklijk besluit de toekenning regelend van een toelage wegens overwerk aan sommige personeelsleden van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan het personeel der ministeries, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 maart 1989;

Gelet op de adviezen van de Inspectie van Financiën, gegeven op 22 april 1999 en op 20 april 2000;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 25 april 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 8 februari 2001;

Gelet op het protocol nr. 2001/5 van 17 oktober 2001 waarin de conclusies van de onderhandeling binnen het Sectorcomité VI "Verkeer en Infrastructuur" worden vermeld;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat binnen de Dienst Scheepvaartcontrole van het Bestuur van Maritieme Zaken en Scheepvaart overwerk niet altijd gecompenseerd kan worden door rust en dat er derhalve een geldende reglementering dient te bestaan voor de uitbetaling van de geleverde prestaties;

Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij het Bestuur van Maritieme Zaken en Scheepvaart van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur met scheepvaartcontrole belaste ambtenaren die uit hoofde van de uitoefening van hun functie overwerk verrichten, ontvangen een toelage waarvan het bedrag en de modaliteiten in dit besluit worden vastgesteld.

Art. 2.§ 1. Onder overwerk dient te worden verstaan de arbeidsprestatie die wordt verricht boven de reglementair vastgestelde arbeidstijd. § 2. De Secretaris-generaal legt in een arbeidsreglement, de modaliteiten vast inzake overwerk.

Art. 3.Elk gedeelte van een uur van of meer dan dertig minuten boven de maximum vastgestelde arbeidstijd wordt beschouwd als een uur overwerk.

Elk gedeelte van minder dan dertig minuten wordt verwaarloosd.

Art. 4.De toelage wordt verleend voor ieder uur overwerk dat niet kan gecompenseerd worden door compensatieverlof in de periode van drie maanden volgend op de maand waarin dit overwerk werd verricht.

Art. 5.§ 1. Het bedrag van de uurtoelage wordt vastgesteld op 1/1 850e van de brutojaarwedde. § 2. De in aanmerking te nemen jaarwedde is de brutojaarwedde, welke als basis is genomen voor de berekening van de wedde van de maand waarin het overwerk is verricht. Deze brutojaarwedde wordt eventueel verhoogd met de haard- of standplaatstoelage, de toelage voor het uitoefenen van een hoger ambt en de weddenbijslagen die in aanmerking worden genomen voor de berekening van het rustpensioen.

Art. 6.De toepassing van het onderhavig besluit mag niet gecumuleerd worden met de bepalingen van het besluit van de Regent van 30 maart 1950 de toekenning regelend van toelagen wegens buitengewone prestaties.

Art. 7.Het koninklijk besluit van 3 februari 2002 de toekenning regelend van een toelage wegens buitengewone prestaties aan sommige personeelsleden van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, wordt opgeheven.

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2000.

Art. 9.Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 februari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE

^