gepubliceerd op 05 december 2018
Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 21, § 3, eerste lid en § 4 van de wet van 24 oktober 2011 tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen voor het jaar 2019
3 DECEMBER 2018. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 21, § 3, eerste lid en § 4 van de wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen voor het jaar 2019
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen, artikel 21, § 3 en § 4, gewijzigd bij de wet van 30 maart 2018 met betrekking tot het niet in aanmerking nemen van diensten gepresteerd als niet-vastbenoemd personeelslid voor een pensioen van de overheidssector, tot wijziging van de individuele responsabilisering van de provinciale en lokale overheden binnen het gesolidariseerd Pensioenfonds, tot aanpassing van de reglementering inzake aanvullende pensioenen, tot wijziging van de modaliteiten van de financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen en tot bijkomende financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de pensioenen van de provinciale en plaatselijke besturen van de Federale Pensioendienst, gegeven op 24 oktober 2018;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 november 2018 ;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 30 november 2018;
Overwegende dat overeenkomstig artikel 21, § 3, eerste lid van de wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten de besturen die aangesloten zijn bij het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen ertoe gehouden zijn om de responsabiliseringsbijdrage te betalen onder de vorm van maandelijkse termijnen en de in 2019 te betalen maandelijkse termijnen betrekking hebben op de responsabiliseringsbijdrage voor het jaar 2018;
Overwegende dat, opdat de lopende pensioenen ten laste van het Gesolidariseerd pensioenfonds in het jaar 2019 zouden kunnen worden uitbetaald zonder thesaurieproblemen, het vereist is dat overeenkomstig artikel 21, § 4 van de voormelde wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten de bij het Fonds aangesloten besturen in 2019 tevens aanvullende maandelijkse termijnen betalen die betrekking hebben op de responsabiliseringsbijdrage voor het jaar 2019 zelf en die 20% bedragen van de geraamde opbrengst van deze laatste bijdrage;
Overwegende dat zowel het bedrag van de maandelijkse termijnen voor de periode van januari tot en met oktober 2019 als het bedrag van de aanvullende maandelijkse termijnen voor de periode van januari tot en met december 2019 gelijk is aan één twaalfde van een vast te stellen percentage van het bedrag van de responsabiliseringsbijdrage die het bestuur verschuldigd was voor het jaar 2017;
Overwegende dat enerzijds de totale opbrengst van de responsabiliseringsbijdragen voor het jaar 2018 wordt geraamd op 388,37 miljoen EUR terwijl de totale opbrengst van de responsabiliseringsbijdragen voor het jaar 2017 360,20 miljoen EUR bedraagt zodat de verhouding tussen beide gelijk is aan 108% en dat anderzijds de totale opbrengst van de responsabiliseringsbijdragen voor het jaar 2019 wordt geraamd op 420,93 miljoen EUR terwijl de totale opbrengst van de responsabiliseringsbijdragen voor het jaar 2017 360,20 miljoen EUR bedraagt zodat de verhouding tussen beide gelijk is aan 117% en 1/5e van deze laatste verhouding overeenstemt met 23,40%;
Op de voordracht van de Minister van Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De tien maandelijkse termijnen bedoeld in artikel 21, § 3, eerste lid van de wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen worden elk vastgesteld op één twaalfde van 108% van het bedrag van de responsabiliseringsbijdrage die het bestuur verschuldigd was voor het jaar 2017.
Art. 2.De twaalf maandelijkse aanvullende termijnen bedoeld in artikel 21, § 4 van de voormelde wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten worden elk vastgesteld op één twaalfde van 23,40% van het bedrag van de responsabiliseringsbijdrage die het bestuur verschuldigd was voor het jaar 2017.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2019.
Art. 4.De minister bevoegd voor Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 december 2018.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Pensioenen, D. BACQUELAINE