3 DECEMBER 2009. - Koninklijk besluit betreffende de herijkverrichtingen van de niet-automatische weegwerktuigen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 juni 1970 betreffende de meeteenheden, de meetstandaarden en de meetwerktuigen, artikel 22, §§ 1 en 2, en artikel 30, § 5, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2006;

Overwegende dat het koninklijk besluit van 20 december 1972 houdende gedeeltelijke inwerkingtreding van de wet van 16 juni 1970 betreffende de meeteenheden, de meetstandaarden en de meetwerktuigen en tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van hoofdstuk II van deze wet, over de meetwerktuigen, de delegatie toelaat van de herijkverrichtingen;

Gelet op de notificatie 2007/0062/B in het kader van Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 10 april 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 13 juli 2007;

Gelet op advies 46.659/1 van de Raad van State, gegeven op 28 mei 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de niet-automatische weegwerktuigen bedoeld in artikel 1, § 2, a) van het koninklijk besluit van 4 augustus 1992 houdende een nieuwe regeling betreffende de niet-automatische weegwerktuigen, worden de proeven voorgeschreven voor de herijk uitgevoerd door de daartoe erkende keuringsinstellingen.

Art. 2.Om te worden erkend moeten de keuringsinstellingen geaccrediteerd zijn op basis van de norm NBN EN ISO/IEC 17020 als keuringsinstellingen type « A », « B » of « C ».

De erkenningmodaliteiten zijn vastgelegd onder de titel IIbis van het koninklijk besluit van 20 december 1972 houdende gedeeltelijke inwerkingtreding van de wet van 16 juni 1970 betreffende de meeteenheden, de meetstandaarden en de meetwerktuigen.

Art. 3.Voor de werktuigen bedoeld in artikel 1 brengen de erkende keuringsinstellingen, op het einde van de herijk, de aanvaardingsmerken, de uitgestelde aanvaardingsmerken en de afkeuringsmerken aan.

Art. 4.De ijkmerken worden geleverd door de Metrologische Dienst en dragen volgende aanvullende letters : 1° niet-automatische weegwerktuigen met een weegvermogen kleiner dan of gelijk aan 500 kg : letter D;2° niet-automatische weegwerktuigen met een weegvermogen groter dan 500 kg en kleiner dan of gelijk aan 5 000 kg : letter E;3° niet-automatische weegwerktuigen met een weegvermogen groter dan 5 000 kg : letter F.

Art. 5.In afwijking van artikel 1 kan de Metrologische Dienst, op verzoek van de eigenaar van het toestel, de herijk van niet-automatische weegwerktuigen van de klasse III en met een weegvermogen kleiner dan 30 kg uitvoeren. De Dienst verricht geen enkele afstelling.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2010.

Art. 7.De Minister bevoegd voor Economie, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 december 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, V. VAN QUICKENBORNE