gepubliceerd op 08 september 2023
Besluit van de Vlaamse Regering over de niet-automatische weeginstrumenten die gelinkt zijn aan de gewestelijke bevoegdheden
31 MAART 2023. - Besluit van de Vlaamse Regering over de niet-automatische weeginstrumenten die gelinkt zijn aan de gewestelijke bevoegdheden
Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - de Bijzondere
wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/08/1980
pub.
11/12/2007
numac
2007000980
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 87; - het Wetboek van economisch recht, artikel VIII.43, § 3 en § 4, artikel VIII.46, § 2, artikel VIII.47, VIII.52, VIII.53 en VIII.54, VIII.55, § 4, 1°.
Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 27 januari 2023. - De Raad van State heeft advies 73.070/3 gegeven op 9 maart 2023.
Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken.
Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Dit besluit voorziet in de omzetting van richtlijn 2014/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van niet-automatische weegwerktuigen.
Art. 2.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° aanmeldende autoriteit: de door de federale overheid aangewezen aanmeldende autoriteit als vermeld in artikel 20 van richtlijn 2014/31/EU;2° aanvullende metrologische markering: de markering, vermeld in artikel 11, tweede lid;3° Agentschap Wegen en Verkeer: het Agentschap Wegen en Verkeer, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 07/10/2005 pub. 01/12/2005 numac 2005036483 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap Infrastructuur type besluit van de vlaamse regering prom. 07/10/2005 pub. 30/11/2005 numac 2005036448 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap Wegen en Verkeer;4° CE-markering: een markering waarmee de fabrikant aangeeft dat het instrument in overeenstemming is met alle toepasselijke eisen van de harmonisatiewetgeving van de Europese Unie die voorziet in het aanbrengen van de voormelde markering;5° conformiteitsbeoordeling: het proces waarin wordt aangetoond of voldaan is aan de essentiële eisen voor een instrument, vermeld in bijlage 1, die bij dit besluit, is gevoegd;6° conformiteitsbeoordelingsinstantie: een instantie die conformiteitsbeoordelingsactiviteiten verricht, zoals onder meer ijken, testen, certificeren en inspecteren;7° fabrikant: een natuurlijke of rechtspersoon die een instrument vervaardigt of laat ontwerpen of vervaardigen, en dat instrument onder zijn naam of merknaam verhandelt;8° gemachtigde: een natuurlijke of rechtspersoon die in de Unie is gevestigd die schriftelijk door de fabrikant is gemachtigd om namens hem specifieke taken te vervullen;9° harmonisatiewetgeving van de Europese Unie: alle wetgeving van de Europese Unie die de voorwaarden voor het verhandelen van producten harmoniseert;10° in de handel brengen: het voor het eerst in de Unie op de markt aanbieden van een werktuig;11° lidstaat: lidstaat van de Europese Unie of Turkije of een lidstaat van de Europese Vrijhandelsassociatie die partij is bij de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;12° marktdeelnemers: de fabrikant, de gemachtigde, de importeur en de distributeur;13° niet-automatisch weeginstrument of instrument: een weeginstrument waarbij voor het wegen de tussenkomst van een operateur noodzakelijk is;14° op de markt aanbieden: het in het kader van een handelsactiviteit, al dan niet tegen betaling, verstrekken van een werktuig met het oog op distributie of gebruik op de markt van de Unie;15° richtlijn 2014/31/EU: richtlijn 2014/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van niet-automatische weegwerktuigen;16° technische specificatie: een document dat de technische vereisten voorschrijft waaraan een instrument moet voldoen;17° Unie: lidstaten van de Europese Unie, Turkije en de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie die partij zijn bij de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;18° verordening (EG) nr.765/2008: verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93; 19° weeginstrument: een meetinstrument om de massa van een lichaam te bepalen door de werking van de zwaartekracht op dat lichaam te gebruiken.Een weeginstrument kan bovendien worden gebruikt voor het bepalen van andere met de massa verband houdende grootheden, hoeveelheden, parameters of kenmerken.
Art. 3.Dit besluit is van toepassing op alle niet-automatische weeginstrumenten die, in het Vlaamse Gewest, gebruikt worden om toezicht te houden op de naleving van de massa's van voertuigen en combinaties van voertuigen die de openbare weg gebruiken.
Als het instrument, vermeld in het eerste lid, inrichtingen bevat of is aangesloten op inrichtingen die niet worden gebruikt of bedoeld zijn voor de toepassingen, vermeld in het eerste lid, is dit besluit niet van toepassing op die inrichtingen.
Art. 4.Om toezicht te houden op de naleving van de massa's van voertuigen en combinaties van voertuigen die de openbare weg gebruiken als vermeld in artikel 3, eerste lid, kunnen alleen instrumenten gebruikt worden die voldoen aan de voorschriften, vermeld in dit besluit.
Art. 5.Instrumenten die worden gebruikt of zijn bedoeld voor de toepassingen, vermeld in artikel 3, eerste lid, voldoen aan de essentiële eisen, vermeld in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd. HOOFDSTUK 2. - Conformiteit van instrumenten
Art. 6.De instrumenten, vermeld in artikel 3, eerste lid, die in overeenstemming zijn met geharmoniseerde normen of delen daarvan, waarvan de referentienummers in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, worden geacht in overeenstemming te zijn met de essentiële eisen, vermeld in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd, die door die normen of delen daarvan worden bestreken.
Art. 7.De instrumenten, vermeld in artikel 3, eerste lid, die over een conformiteitsbeoordeling beschikken conform de regels van de federale overheid of de regels van een ander gewest die zijn uitgevaardigd ter omzetting van richtlijn 2014/31/EU, worden geacht in overeenstemming te zijn met de essentiële eisen, vermeld in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 8.De conformiteit van de instrumenten met de essentiële eisen, vermeld in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd, kan naar keuze van de fabrikant met een van de volgende conformiteitsbeoordelingsprocedures worden vastgesteld: 1° module B, vermeld in punt 1 van bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd, gevolgd door module D, vermeld in punt 2 van bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd, of module F, vermeld in punt 4 van bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.Module B is echter niet verplicht voor instrumenten zonder elektronische onderdelen en met een lastvereffeningsinrichting waarin geen gebruik wordt gemaakt van een veer om de last in evenwicht te houden. Op instrumenten waarvoor module B niet wordt toegepast, is module D1, vermeld in punt 3, van bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd, of module F1, vermeld in punt 5 van bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd, van toepassing; 2° module G, vermeld in punt 6 van bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd. Als met een van de conformiteitsbeoordelingsprocedures, vermeld in het eerste lid, is aangetoond dat een instrument als vermeld in artikel 3, eerste lid, aan de toepasselijke eisen voldoet, stellen fabrikanten een EU-conformiteitsverklaring op en brengen ze de CE-markering en de aanvullende metrologische markering aan.
Art. 9.In de EU-conformiteitsverklaring wordt vermeld dat aangetoond is dat is voldaan aan de essentiële eisen, vermeld in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.
De structuur van EU-conformiteitsverklaring komt overeen met het model dat is opgenomen in bijlage 3, die bij dit besluit is gevoegd, en bevat de elementen die vermeld zijn in de modules in kwestie, die zijn opgenomen in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd. De EU-conformiteitsverklaring wordt voortdurend bijgewerkt. De EU-conformiteitsverklaring wordt vertaald in de taal of de talen zoals gevraagd door de lidstaat waar het instrument in de handel wordt gebracht of op de markt wordt aangeboden.
Als voor een instrument op grond van meer dan één handeling van de Europese Unie een EU-conformiteitsverklaring vereist is, wordt één EU-conformiteitsverklaring voor al die handelingen van de Europese Unie opgesteld. In de voormelde EU-conformiteitsverklaring wordt duidelijk aangegeven om welke handelingen van de Unie het gaat, met vermelding van de publicatiereferenties ervan.
Door de EU-conformiteitsverklaring op te stellen, neemt de fabrikant de verantwoordelijkheid voor de conformiteit van het instrument met de eisen van dit besluit op zich.
Art. 10.De conformiteit met dit besluit van een instrument dat is bedoeld voor de toepassingen, vermeld in artikel 3, eerste lid, wordt aangegeven door de aanwezigheid op het instrument van de CE-markering en de aanvullende metrologische markering.
Art. 11.De CE-markering voldoet aan de algemene beginselen van de CE-markering, vermeld in artikel 30 van verordening (EG) nr. 765/2008.
Op de CE-markering is een aanvullende metrologische markering aanwezig die bestaat uit een rechthoek met daarin de hoofdletter M en de laatste twee cijfers van het jaar van aanbrenging. De hoogte van de rechthoek is gelijk aan de hoogte van de CE-markering.
De algemene beginselen, vermeld in artikel 30 van verordening (EG) nr. 765/2008, zijn, mutatis mutandis, van toepassing op de aanvullende metrologische markering.
Art. 12.§ 1. De CE-markering en de aanvullende metrologische markering worden zichtbaar, leesbaar en onuitwisbaar op het instrument of op het gegevensplaatje aangebracht. § 2. De CE-markering en de aanvullende metrologische markering worden aangebracht voordat het instrument in de handel wordt gebracht. § 3. De aanvullende metrologische markering volgt onmiddellijk op de CE-markering. § 4. De CE-markering en de aanvullende metrologische markering worden gevolgd door het identificatienummer van alle aangemelde instanties die betrokken zijn bij de productiecontrolefase, vermeld in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.
Het identificatienummer van de aangemelde instantie wordt aangebracht door: 1° de aangemelde instantie;of 2° de fabrikant of zijn gemachtigde conform de instructies van de aangemelde instantie. § 5. De CE-markering, de aanvullende metrologische markering en de identificatienummers van de aangemelde instanties kunnen worden gevolgd door een ander teken dat een bijzonder risico of gebruik aanduidt. HOOFDSTUK 3. - Aanmelding van conformiteitsbeoordelingsinstanties
Art. 13.Het Agentschap Wegen en Verkeer vraagt aan de aanmeldende autoriteit om de conformiteitsbeoordelingsinstanties aan te melden bij de Commissie.
Art. 14.§ 1. Een conformiteitsbeoordelingsinstantie die voldoet aan de eisen, vermeld in paragraaf 2 tot en met 12, kan conform artikel 13 worden aangemeld. § 2. Een conformiteitsbeoordelingsinstantie is naar Belgisch recht opgericht en heeft rechtspersoonlijkheid. § 3. Een conformiteitsbeoordelingsinstantie is geaccrediteerd voor de conformiteitsbeoordelingstaken die ze verricht. § 4. Een conformiteitsbeoordelingsinstantie is een derde partij die onafhankelijk is van de organisaties of instrumenten die ze beoordeelt.
Een instantie die lid is van een organisatie van ondernemers of van een vakorganisatie die ondernemingen vertegenwoordigt die betrokken zijn bij het ontwerp, de vervaardiging, de levering, de montage, het gebruik of het onderhoud van de instrumenten die ze beoordeelt, kan als een conformiteitsbeoordelingsinstantie worden beschouwd, op voorwaarde dat haar onafhankelijkheid en de afwezigheid van belangenconflicten aangetoond worden. § 5. Een conformiteitsbeoordelingsinstantie, haar hoogste leidinggevenden en het personeel dat de conformiteitsbeoordelingstaken verricht, zijn niet de ontwerper, fabrikant, leverancier, installateur, koper, eigenaar, gebruiker of onderhouder van de instrumenten die ze beoordeelt, noch de vertegenwoordiger van een van die partijen. De conformiteitsbeoordelingsinstantie kan instrumenten die ze heeft beoordeeld, gebruiken als die nodig zijn voor de activiteiten van de conformiteitsbeoordelingsinstantie of voor persoonlijke doeleinden.
Een conformiteitsbeoordelingsinstantie, haar hoogste leidinggevenden en het personeel dat de conformiteitsbeoordelingstaken verricht, zijn niet rechtstreeks of als vertegenwoordiger van de betrokken partijen betrokken bij het ontwerpen, vervaardigen of bouwen, verhandelen, installeren, gebruiken of onderhouden van deze instrumenten.
Conformiteitsbeoordelingsinstanties oefenen geen activiteiten uit die hun onafhankelijk oordeel of hun integriteit met betrekking tot conformiteitsbeoordelingsactiviteiten waarvoor ze zijn aangemeld, in het gedrang kunnen brengen. Dat geldt met name voor adviesdiensten.
Conformiteitsbeoordelingsinstanties zorgen ervoor dat de activiteiten van hun dochterondernemingen of onderaannemers geen afbreuk doen aan de vertrouwelijkheid, objectiviteit of onpartijdigheid van hun conformiteitsbeoordelingsactiviteiten. § 6. Conformiteitsbeoordelingsinstanties en hun personeel voeren de conformiteitsbeoordelingsactiviteiten uit met de grootste mate van beroepsintegriteit en met de vereiste technische bekwaamheid op het specifieke gebied en ze zijn vrij van elke druk en beïnvloeding, met name van financiële aard, die hun oordeel of de resultaten van hun conformiteitsbeoordelingsactiviteiten kunnen beïnvloeden, met name van personen of groepen van personen die belang hebben bij de resultaten van die activiteiten. § 7. Een conformiteitsbeoordelingsinstantie is in staat om alle conformiteitsbeoordelingstaken te verrichten die zijn opgenomen in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd, die aan haar zijn toegewezen en waarvoor ze is aangemeld, ongeacht of de voormelde taken door de conformiteitsbeoordelingsinstantie zelf of namens haar en onder haar verantwoordelijkheid worden verricht.
Een conformiteitsbeoordelingsinstantie beschikt altijd, voor elke conformiteitsbeoordelingsprocedure en voor elke soort of elke categorie instrumenten waarvoor ze is aangemeld, over al de volgende elementen: 1° het benodigde personeel met technische kennis en voldoende passende ervaring om de conformiteitsbeoordelingstaken te verrichten;2° de beschrijvingen van de procedures voor de uitvoering van de conformiteitsbeoordeling, waarbij de transparantie en de mogelijkheid tot reproductie van de voormelde procedures worden gewaarborgd.De conformiteitsbeoordelingsinstantie beschikt over een gepast beleid en geschikte procedures om een onderscheid te maken tussen taken die ze als aangemelde instantie verricht en andere activiteiten; 3° procedures voor de uitoefening van haar activiteiten die naar behoren rekening houden met: a) de omvang van een onderneming;b) de sector waarin ze actief is;c) de structuur van een onderneming;d) de relatieve technologische complexiteit van de instrumenten in kwestie;e) het massa- of seriële karakter van het productieproces. Een conformiteitsbeoordelingsinstantie beschikt over de middelen die nodig zijn om de technische en administratieve taken in verband met de conformiteitsbeoordelingsactiviteiten op passende wijze uit te voeren en heeft toegang tot alle vereiste apparatuur en faciliteiten. § 8. Het personeel van de conformiteitsbeoordelingsinstantie dat verantwoordelijk is voor de conformiteitsbeoordelingstaken, voldoet aan al de volgende voorwaarden: 1° een technische en beroepsopleiding gevolgd hebben die alle relevante conformiteitsbeoordelingsactiviteiten omvat waarvoor de conformiteitsbeoordelingsinstantie is aangemeld;2° een bevredigende kennis hebben van de eisen voor de beoordelingen die ze verrichten en voldoende bevoegdheden om de voormelde beoordelingen uit te voeren;3° passende kennis over en inzicht hebben in: a) de essentiële eisen, vermeld in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd;b) de toepasselijke geharmoniseerde normen;c) de relevante bepalingen van de harmonisatiewetgeving van de Europese Unie en van de Belgische wetgeving;4° de bekwaamheid hebben om certificaten, dossiers en rapporten op te stellen die aantonen dat de beoordelingen zijn verricht. § 9. De onpartijdigheid van de conformiteitsbeoordelingsinstanties, hun hoogste leidinggevenden en het personeel dat de conformiteitsbeoordelingstaken verricht, wordt gewaarborgd.
De beloning van de hoogste leidinggevenden en het personeel dat de conformiteitsbeoordelingstaken van een conformiteitsbeoordelingsinstantie verricht, hangt niet af van het aantal uitgevoerde beoordelingen of van de resultaten daarvan. § 10. Conformiteitsbeoordelingsinstanties sluiten een aansprakelijkheidsverzekering af. § 11. Het personeel van een conformiteitsbeoordelingsinstantie behandelt alle informatie waarvan het kennis neemt bij de uitoefening van haar taken die volgen uit bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd, of wettelijke bepalingen die daaraan uitvoering geven, vertrouwelijk, behalve ten opzichte van het Agentschap Wegen en Verkeer en van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin de werkzaamheden plaatsvinden. De eigendomsrechten worden beschermd. § 12. Conformiteitsbeoordelingsinstanties nemen deel aan, of zorgen ervoor dat het personeel dat de conformiteitsbeoordelingstaken verricht, op de hoogte is van de normalisatieactiviteiten en de activiteiten in kwestie van de coördinatiegroep van aangemelde instanties die is opgericht op grond van de harmonisatiewetgeving van de Europese Unie in kwestie, en hanteren de door die groep genomen administratieve beslissingen en geproduceerde documenten als algemene richtsnoeren.
Art. 15.Als een conformiteitsbeoordelingsinstantie aantoont dat ze voldoet aan de criteria, vermeld in de geharmoniseerde normen in kwestie of delen ervan, waarvan de referentienummers in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, wordt ze geacht te voldoen aan de eisen, vermeld in artikel 14, § 2, en § 4 tot en met § 12, op voorwaarde dat de van toepassing zijnde geharmoniseerde normen die eisen dekken.
Art. 16.Als een conformiteitsbeoordelingsinstantie aantoont dat ze overeenkomstig de regels van de federale overheid of de regels van een ander gewest toegelaten wordt tot het verrichten van conformiteitsbeoordelingsactiviteiten voor de instrumenten, vermeld in artikel 3, eerste lid, voldoet ze aan de eisen, vermeld in artikel 14, § 2, en § 4 tot en met § 12.
Art. 17.Als de aangemelde instantie specifieke taken in verband met de conformiteitsbeoordeling uitbesteedt of door een dochteronderneming laat uitvoeren, waarborgt ze dat de onderaannemer of dochteronderneming voldoet aan de eisen, vermeld in artikel 14, en brengt ze het Agentschap Wegen en Verkeer op de hoogte van het feit dat specifieke taken in verband met de conformiteitsbeoordeling uitbesteed worden of door een dochteronderneming worden uitgevoerd.
Het Agentschap Wegen en Verkeer brengt op zijn beurt de aanmeldende autoriteit hiervan op de hoogte.
Aangemelde instanties nemen de volledige verantwoordelijkheid op zich voor de taken die worden verricht door onderaannemers of dochterondernemingen, ongeacht waar de voormelde onderaannemers of dochterondernemingen zijn gevestigd.
Activiteiten in verband met de conformiteitsbeoordeling mogen uitsluitend met instemming van de klant worden uitbesteed of door een dochteronderneming worden uitgevoerd.
Aangemelde instanties houden de relevante documenten over de beoordeling van de kwalificaties van de onderaannemer of de dochteronderneming en over de werkzaamheden die de onderaannemer of dochteronderneming met toepassing van bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd, uitvoert, ter beschikking van Het Agentschap Wegen en Verkeer.
Art. 18.Een conformiteitsbeoordelingsinstantie dient een verzoek om aanmelding in bij het Agentschap Wegen en Verkeer, dat het verzoek op zijn beurt overmaakt aan de aanmeldende autoriteit.
Het verzoek om aanmelding, vermeld in het eerste lid, gaat vergezeld van al de volgende stukken: 1° een beschrijving van de conformiteitsbeoordelingsactiviteiten, de conformiteitsbeoordelingsmodule(s) en het instrument of de instrumenten waarvoor de conformiteitsbeoordelingsinstantie verklaart bekwaam te zijn;2° het accreditatiecertificaat dat is afgegeven door een nationale accreditatie-instantie zoals gedefinieerd in artikel 2, 11), van verordening (EG) nr.765/2008.
Art. 19.§ 1. Het Agentschap Wegen en Verkeer kan de aanmeldende autoriteit uitsluitend verzoeken om conformiteitsbeoordelingsinstanties aan te melden die voldoen aan de eisen, vermeld in artikel 14.
De aanmeldingsaanvraag wordt door het Agentschap Wegen en Verkeer onderzocht. Het voormelde onderzoek is gebaseerd op al de volgende elementen: 1° de stukken die bij het aanvraagdossier zijn gevoegd;2° iedere beschikbare informatie;3° elk nodig geacht onderzoek ter plaatse. Het Agentschap Wegen en Verkeer onderzoekt de ontvankelijkheid en volledigheid van de aanmeldingsaanvraag en brengt de aanvrager op de hoogte van zijn beslissing daarover. Als dat nodig is, vraagt het Agentschap Wegen en Verkeer aan de aanvrager de stukken en inlichtingen die ontbreken.
Binnen zestig dagen na de vaststelling van de volledigheid van het dossier beslist het Agentschap Wegen en Verkeer om de aanmeldende autoriteit al dan niet te verzoeken om de instantie aan te melden bij de Europese Commissie. § 2. De betrokken instantie mag de activiteiten van een aangemelde instantie alleen verrichten als de Commissie en de andere lidstaten binnen twee weken na aanmelding geen bezwaren hebben ingediend. § 3. Voor de toepassing van dit besluit worden de instanties die aangemeld zijn bij de Europese Commissie door een van de lidstaten conform richtlijn 2014/31/EU, gelijkgesteld met de instanties die zijn aangemeld conform dit besluit.
Art. 20.Als het Agentschap Wegen en Verkeer heeft vastgesteld of vernomen dat een aangemelde instantie niet meer voldoet aan de eisen, vermeld in artikel 14, of haar verplichtingen niet nakomt, verzoekt ze de aanmeldende autoriteit om de aanmelding te beperken, te schorsen of in trekken, afhankelijk van de ernst van het niet-voldoen aan die eisen of het niet-nakomen van die verplichtingen.
Als de aanmelding conform het eerste lid wordt beperkt, geschorst of ingetrokken, of als de aangemelde instantie haar activiteiten heeft gestaakt, doet het Agentschap Wegen en Verkeer het nodige om ervoor te zorgen dat de dossiers van de voormelde instantie hetzij door een andere aangemelde instantie worden behandeld, hetzij aan de markttoezichtautoriteiten op hun verzoek ter beschikking kunnen worden gesteld.
Art. 21.Aangemelde instanties voeren conformiteitsbeoordelingen uit volgens de conformiteitsbeoordelingsprocedures, vermeld in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.
De conformiteitsbeoordelingen worden op evenredige wijze uitgevoerd, waarbij voorkomen wordt dat de marktdeelnemers onnodig worden belast.
De conformiteitsbeoordelingsinstantie houdt bij de uitoefening van haar activiteiten naar behoren rekening met al de volgende elementen: 1° de omvang van een onderneming;2° de sector waarin de onderneming actief is;3° de structuur van de onderneming;4° de relatieve technologische complexiteit van de instrumenten;5° het massa- of seriële karakter van het productieproces. Bij de conformiteitsbeoordelingen eerbiedigt de conformiteitsbeoordelingsinstantie de striktheid en het beschermingsniveau die nodig zijn opdat het instrument voldoet aan de voorwaarden, vermeld in dit besluit.
Als een aangemelde instantie vaststelt dat een fabrikant niet voldoet aan de essentiële eisen, vermeld in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd, of aan de overeenkomstige geharmoniseerde normen of andere technische specificaties, vraagt de aangemelde instantie aan die fabrikant om de passende corrigerende maatregelen te nemen en verleent ze geen conformiteitscertificaat.
Als een aangemelde instantie bij het toezicht op de conformiteit na verlening van een certificaat vaststelt dat een instrument niet meer in overeenstemming is met de essentiële eisen, vermeld in bijlage 1 vraagt ze aan de fabrikant dat hij passende corrigerende maatregelen neemt. Als dat nodig is, schorst de aangemelde instantie het certificaat of trekt ze het in.
Als geen corrigerende maatregelen worden genomen, of als de genomen maatregelen niet het vereiste effect hebben, worden de certificaten door de aangemelde instantie naargelang het geval beperkt, geschorst of ingetrokken.
De aangemelde instantie voorziet in een interne beroepsprocedure voor haar beslissingen.
Art. 22.Aangemelde instanties brengen het Agentschap Wegen en Verkeer en de aanmeldende autoriteit op de hoogte van: 1° elke weigering, beperking, schorsing of intrekking van certificaten;2° omstandigheden die van invloed zijn op de werkingssfeer van of de voorwaarden voor aanmelding;3° informatieverzoeken over conformiteitsbeoordelingsactiviteiten die ze van markttoezichtautoriteiten ontvangen;4° de binnen de werkingssfeer van hun aanmelding verrichte conformiteitsbeoordelingsactiviteiten en andere activiteiten, waaronder grensoverschrijdende activiteiten en uitbesteding, als het Agentschap Wegen en Verkeer of de aanmeldende autoriteit hierom verzoekt. Aangemelde instanties verstrekken de volgende informatie aan de andere instanties die met toepassing van dit besluit zijn aangemeld en die soortgelijke conformiteitsbeoordelingsactiviteiten voor dezelfde instrumenten verrichten: 1° relevante informatie over negatieve conformiteitsbeoordelingsresultaten;2° op verzoek, informatie over positieve conformiteitsbeoordelingsresultaten. HOOFDSTUK 4. - Technische controle
Art. 23.Het Agentschap Wegen en Verkeer kan de instrumenten, vermeld in artikel 3, eerste lid, onderwerpen aan een technische controle om na ta gaan of de voormelde instrumenten aan de wettelijke eisen voldoen en of ze zich in goede staat bevinden.
Als het instrument, vermeld in artikel 3, eerste lid, niet aan de wettelijke eisen voldoet of zich niet in een goede staat bevindt, kan het Agentschap Wegen en Verkeer beslissen dat het instrument niet meer gebruikt kan worden voor de toepassing, vermeld in artikel 3, eerste lid, en dit zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheid om krachtens andere wetgeving sancties op te leggen. HOOFDSTUK 5. - Herijk
Art. 24.De instrumenten, vermeld in artikel 3, eerste lid, zijn onderworpen aan de algemene voorschriften over de herijk en de technische controle van de meetwerktuigen, vermeld in boek VIII, titel 3, hoofdstuk 2, afdeling 2 van het Wetboek van economisch recht en het koninklijk besluit van 12 oktober 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/10/2010 pub. 25/10/2010 numac 2010011384 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de goedkeuring, de ijking en de installatie van de meettoestellen gebruikt om toezicht te houden op de naleving van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en haar uitvoeringsbesluiten sluiten `betreffende de goedkeuring, de ijking en de installatie van de meettoestellen gebruikt om toezicht te houden op de naleving van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en haar uitvoeringsbesluiten.
Art. 25.De herijk en technische controle die de instrumenten voor het gebruik, vermeld in artikel 3, eerste lid, hebben ondergaan krachtens de federale regelgeving of de regelgeving in een ander gewest, is rechtsgeldig in het Vlaamse Gewest.
Art. 26.De proeven die zijn voorgeschreven voor de herijk, worden uitgevoerd door de keuringsinstellingen die daarvoor zijn erkend.
Keuringsinstellingen die zijn geaccrediteerd op basis van de norm NBN EN ISO/IEC 17020, kunnen worden erkend als keuringsinstellingen als vermeld in het eerste lid.
Als een erkende keuringsinstelling van het type "C", de proeven voor de herijk uitvoert, is het toegelaten dat eenzelfde persoon naast de keuring ook het onderhoud en de herstelling van het instrument uitvoert.
De modaliteiten voor de erkenning van keuringsinstellingen, vermeld in titel II bis van het koninklijk besluit van 20 december 1972 houdende gedeeltelijke inwerkingtreding van de wet van 16 juni 1970 betreffende de meeteenheden, meetstandaarden en meetwerktuigen, en tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van hoofdstuk II van deze wet, over de meetwerktuigen, zijn van toepassing.
Als een keuringsinstelling aantoont dat ze overeenkomstig de regels van de federale overheid of de regels van een ander gewest toegelaten wordt om conformiteitsbeoordelingsactiviteiten uit te voeren voor de instrumenten, vermeld in artikel 3, eerste lid, wordt ze geacht erkend te zijn in het Vlaamse Gewest.
Art. 27.De erkende keuringsinstellingen brengen op de door hen herijkte niet-automatische weeginstrumenten, na verloop van de herijkverrichtingen, de aanvaardingsmerken, de uitgestelde aanvaardingsmerken en de afkeuringsmerken aan.
Art. 28.De ijkmerken worden geleverd door het Agentschap Wegen en Verkeer en zijn voorzien van de volgende aanvullende letters in de nabijheid van de zeshoek: 1° niet-automatische weeginstrumenten met een maximaal weegvermogen, vermeerderd met het maximale tarra-bijtelvermogen, niet groter dan 500 kg: letter D;2° niet-automatische weeginstrumenten met een maximaal weegvermogen, vermeerderd met het maximale tarra-bijtelvermogen, groter dan 500 kg en niet groter dan 5000 kg: letter E;3° niet-automatische weeginstrumenten met een maximaal weegvermogen, vermeerderd met het maximale tarra-bijtelvermogen, groter dan 5000 kg: letter F.
Art. 29.De erkende keuringsinstellingen brengen de aanvaardingsmerken aan afgeleverd door het Agentschap Wegen en Verkeer waarvoor onderstaande bedragen gelden:
maximale waarde van het maximale weegvermogen vermeerderd met het maximale tarra-bijtelvermogen
vergoeding per aanvaardingsmerk aangebracht door de erkende keuringsinstellingen
van 0 kg tot en met 500 kg
10 euro
groter dan 500 kg tot en met 5000 kg
30 euro
groter dan 5000 kg
75 euro
De bedragen van de in bovenstaande tabel vermelde lonen worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.
De berekening van de aanpassing geschiedt op basis van de coëfficiënt die bekomen wordt door het indexcijfer van de maand november die voorafgaat aan de maand januari in de loop waarvan de aanpassing zal plaatsvinden, te delen door het indexcijfer van de maand november 2022. Na toepassing van de coëfficiënt worden de bekomen bedragen afgerond tot de dichtstbijzijnde euro naar beneden, behalve als het afgeronde bedrag kleiner is dan het oorspronkelijke bedrag.
Art. 30.Het ijkloon dat de aanvrager van een technische controle moet betalen, wordt berekend op basis van het uurloon, vermeld in artikel 1, § 2, van het koninklijk besluit van 9 september 1985 betreffende de ijklonen en de kosten van andere metrologische verrichtingen, en is minimaal 100 euro.
Voor technische controles die worden uitgevoerd op initiatief van het Agentschap Wegen en Verkeer, is geen ijkloon verschuldigd. HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art. 31.De volgende regelgevende teksten worden opgeheven, wat de bevoegdheden van het Vlaamse Gewest betreft: 1° het koninklijk besluit van 4 augustus 1992 houdende een nieuwe regeling betreffende de niet-automatische weegwerktuigen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 januari 1994, 7 mei 2009 en 22 mei 2014;2° het koninklijk besluit van 3 december 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/12/2009 pub. 15/12/2009 numac 2009011520 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de herijkverrichtingen van de niet-automatische weegwerktuigen sluiten betreffende de herijkverrichtingen van de niet-automatische weegwerktuigen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 december 2013.
Art. 32.De certificaten voor de instrumenten, vermeld in artikel 3, eerste lid, van dit besluit, die conform het koninklijk besluit van 4 augustus 1992 houdende een nieuwe regeling betreffende de niet-automatische weegwerktuigen, zoals van kracht op (datum dag vóór de datum van de inwerkingtreding van dit besluit), zijn verstrekt, worden geacht geldig te zijn conform dit besluit.
Art. 33.De Vlaamse minister, bevoegd voor de weginfrastructuur en het wegenbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 31 maart 2023.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, L. PEETERS
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld