gepubliceerd op 16 april 2019
Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 met betrekking tot de nadere regels en modaliteiten voor het indienen van de in artikel 2755, § 4, zevende lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde verklaring
3 APRIL 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 met betrekking tot de nadere regels en modaliteiten voor het indienen van de in artikel 2755, § 4, zevende lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde verklaring
VERSLAG AAN DE KONING Sire, De
wet van 23 maart 2019Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
23/03/2019
pub.
05/04/2019
numac
2019011564
bron
federale overheidsdienst financien
Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor wat betreft de fiscale bepalingen van de jobsdeal
sluiten tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor wat betreft de fiscale bepalingen van de jobsdeal heeft een vrijstelling van doorstorting van een gedeelte van de bedrijfsvoorheffing ingevoerd voor de systeemvaart (artikel 2755, § 4, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92)).
Werknemers in de binnenscheepvaart die werken volgens het regime van de systeemvaart worden voor de toepassing van artikel 2755, WIB 92 beschouwd als werknemers die ploegenarbeid verrichten.
De specifieke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor de systeemvaart moet worden aangemerkt als staatssteun die wordt verleend binnen de grenzen van de algemene de-minimisverordening (Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, hierna "de verordening"). Dergelijke steun kan enkel worden verleend als de onderneming aan wie de steun wordt verleend, bij haar steunaanvraag een verklaring voegt waarin ze aangeeft dat haar in het lopende belastingjaar (belastbare tijdperk) en de twee voorgaande belastingjaren (belastbare tijdperken) samen niet meer dan 200.000 euro steun werd verleend onder de de-minimisverordening (artikel 6, lid 1, in fine van de verordening en artikel 2755, § 4, zevende lid, WIB 92).
Inhoud en model van de verklaring Dit besluit delegeert in de eerste plaats de bevoegdheid aan de Minister van Financiën of aan zijn gedelegeerde om het model van de verklaring vast te leggen.
De verklaring zal, naast onder meer de gegevens die nodig zijn om de betrokken onderneming te identificeren en de gegevens met betrekking tot de aangifteperiode waarvoor de vrijstelling van doorstorting wordt gevraagd, alle steun moeten vermelden die in het lopende belastingjaar (belastbare tijdperk) en de twee voorgaande belastingjaren (belastbare tijdperken) aan de betrokken onderneming werd verleend en onder de toepassing valt van de de-minimisverordening. Andere steunmaatregelen die onder de algemene de-minimisverordening vallen zijn onder meer de steun die aan de binnenscheepvaart wordt verleend door de Vlaamse Waterweg in het kader van de maatregelen voor Palletvervoer en Nabehandelingstechnieken, de steun die wordt verleend door het Vlaamse Gewest (Vlaio) in het kader van de kmo-portefeuille (steun voor opleiding en advies), de steun die wordt verleend door het Waalse Gewest in het kader van de Sesam-regeling (aanwerving van personeel) en de Starteo en Optimeo-leningen, de steun voor externe opleiding die wordt verleend door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Niet enkel de de-minimissteun die aan de schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing is verleend moet in de verklaring worden opgenomen, maar desgevallend ook de de-minimissteun die is toegekend aan vennootschappen die deel uitmaken van dezelfde groep als de schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing (zie artikel 2, lid 2, van de verordening en artikel 2755, § 4, vierde lid, in fine, WIB 92).
De-minimissteun wordt overeenkomstig artikel 3, lid 4, van de verordening geacht te zijn verleend op het moment waarop de onderneming krachtens de regelgeving ter zake een wettelijke aanspraak op de steun verwerft, ongeacht de datum waarop de de-minimissteun aan de onderneming wordt betaald. Steun moet hierbij steeds als een bruto subsidiebedrag worden uitgedrukt, of, wanneer steun onder een andere vorm dan een subsidie wordt verleend, als bruto-subsidie-equivalent van de steun (artikel 3, lid 6, en artikel 4 van de verordening).
De vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing kan niet worden verleend voor een bepaalde aangifteperiode wanneer het de-minimisplafond daardoor zou worden overschreden (artikel 3, lid 7, van de verordening). De steun onder de vorm van een vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing wordt, behoudens rechtzettingen, voor de toepassing van de verordening geacht te zijn verleend op het moment dat tweede aangifte in de bedrijfsvoorheffing (de negatieve aangifte in de bedrijfsvoorheffing) en de de-minimisverklaring bij de administratie zijn ingediend. Het bedrag van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing die voor een welbepaalde aangifteperiode wordt aangevraagd in de tweede aangifte, zal ook op de verklaring met betrekking tot die periode moeten worden vermeld. Op die manier wordt de betrokken schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing verplicht om na te gaan of door de aangevraagde vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing het de-minimisplafond niet wordt overschreden.
Indienen van de verklaring Artikel 2755, § 4, zevende lid, WIB 92 bepaalt dat de verklaring samen met de aangifte in de bedrijfsvoorheffing moet worden ingediend.
Het is momenteel echter niet mogelijk om binnen het FINPROF-systeem bijlagen te voegen bij de aangifte in de bedrijfsvoorheffing. Gelet op het beperkte aantal schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing dat voor de maatregel in aanmerking komt, lijkt het ook niet aangewezen om een dergelijke applicatie te ontwikkelen. Daarom wordt voorgesteld om een ingescande versie van de ingevulde, gedagtekende en ondertekende verklaring per mail naar de FOD Financiën te sturen, meer bepaald naar het e-mailadres dat op het model wordt vermeld. Om de verwerking van deze mails te vergemakkelijken, zal als onderwerp van de mail "verklaring systeemvaart" gevolgd door het ondernemingsnummer van de schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing moeten worden vermeld.
Om de voorwaarde dat de verklaring samen met de aangifte in de bedrijfsvoorheffing moet worden ingediend te respecteren, moet de verklaring binnen een beperkte termijn na het indienen van de tweede aangifte in de bedrijfsvoorheffing aan de administratie worden toegezonden. Die beperkte termijn wordt vastgelegd op uiterlijk de tweede werkdag na het indienen van de tweede aangifte in de bedrijfsvoorheffing waarin de toepassing van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing wordt aangevraagd. Voor een aangifte in de bedrijfsvoorheffing die wordt ingediend op vrijdag 12 juli 2019, zal de verklaring dus uiterlijk op dinsdag 16 juli 2019 per e-mail bij de administratie moeten toekomen.
De in de tweede aangifte in de bedrijfsvoorheffing aangevraagde vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor de systeemvaart kan niet worden verleend wanneer de verklaring niet tijdig aan de administratie wordt overgemaakt.
Inwerkingtreding De vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor de systeemvaart is in beginsel van toepassing op de bezoldigingen die worden betaald of toegekend vanaf 1 januari 2019. Vermits de regels met betrekking tot de verklaring in beginsel niet met terugwerkende kracht kunnen worden ingevoerd, treedt dit besluit in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. Dit belet niet dat de schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing alsnog via corrigerende aangiften de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor de systeemvaart kunnen aanvragen voor de bezoldigingen die ze voor de inwerkingtreding van dit besluit in 2019 hebben betaald of toegekend en waarvoor de bedrijfsvoorheffing reeds aan de Schatkist hebben doorgestort. De verklaring zal uiterlijk de tweede werkdag na het indienen van de corrigerende aangiften per e-mail aan de administratie moeten worden toegezonden.
Dit besluit heeft geen budgettaire impact bovenop die van de wet. Het heeft geen rechtstreeks of onrechtstreekse invloed op de ontvangsten en vermits er geen nieuwe applicatie moet worden ontwikkeld voor het indienen van de verklaring, doet het ook geen nieuwe uitgaven ontstaan.
Dit is, Sire, de draagwijdte van het besluit dat U wordt voorgelegd.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, A. DE CROO
3 APRIL 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 met betrekking tot de nadere regels en modaliteiten voor het indienen van de in artikel 2755, § 4, zevende lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde verklaring (1) FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 2755, § 6, ingevoegd bij de wet van 23 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/03/2019 pub. 05/04/2019 numac 2019011564 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor wat betreft de fiscale bepalingen van de jobsdeal sluiten;
Gelet op het KB/WIB 92;
Overwegende het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 maart 2019, waarin is vastgesteld dat dit besluit geen budgettaire impact heeft;
Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, Overwegende dat: - de wet van 23 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/03/2019 pub. 05/04/2019 numac 2019011564 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor wat betreft de fiscale bepalingen van de jobsdeal sluiten tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor wat betreft de fiscale bepalingen van de jobsdeal een vrijstelling van doorstorting van een gedeelte van de bedrijfsvoorheffing invoert voor de systeemvaart; - deze vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing van toepassing is op de bezoldigingen die vanaf 1 januari 2019 worden betaald of toegekend; - deze vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing enkel kan worden toegepast wanneer de schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing samen met zijn aanvraag voor de vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing een verklaring indient met betrekking tot het respecteren van de steunplafonds van de algemene de minimis-verordening (Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun); - de nadere regels en modaliteiten met betrekking tot die verklaring dus dringend moeten worden vastgelegd om de betrokken bedrijven zo snel mogelijk van de maatregel te laten genieten; - dit besluit dus zo snel mogelijk moet worden genomen;
Op de voordracht van de Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In hoofdstuk II, afdeling IIbis, van het KB/WIB 92 wordt een artikel 954/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 954/1.§ 1. Het model van de in artikel 2755, § 4, zevende lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde verklaring wordt vastgelegd door de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde. § 2. De schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing die de toepassing vraagt van de in artikel 2755, § 4, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing, stuurt uiterlijk op de tweede werkdag na de dag waarop de in artikel 952, § 3, bedoelde tweede aangifte werd ingediend, een ingescande versie van de in paragraaf 1 bedoelde verklaring, die naar behoren werd ingevuld, gedagtekend en ondertekend, per e-mail naar het e-mailadres dat wordt vermeld op het in paragraaf 1 bedoelde model. Hij vermeldt in het onderwerp van de e-mail "verklaring systeemvaart" gevolgd door zijn ondernemingsnummer.
De administratie bevestigt aan de schuldenaar de ontvangst van de verklaring door middel van de uitreiking van een ontvangstbewijs.".
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3.De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 april 2019.
FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, A. DE CROO _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad: Wet van 23 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/03/2019 pub. 05/04/2019 numac 2019011564 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor wat betreft de fiscale bepalingen van de jobsdeal sluiten tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor wat betreft de fiscale bepalingen van de jobsdeal, Belgisch Staatsblad van 5 april 2019. Wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973.