gepubliceerd op 07 mei 2013
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2012, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 november 1993 betreffende de sociale vrede, de syndicale premie en het syndicaal vormingsfonds
3 APRIL 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2012, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 november 1993 betreffende de sociale vrede, de syndicale premie en het syndicaal vormingsfonds (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2012, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 november 1993 betreffende de sociale vrede, de syndicale premie en het syndicaal vormingsfonds.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 april 2013.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2012 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 november 1993 betreffende de sociale vrede, de syndicale premie en het syndicaal vormingsfonds (Overeenkomst geregistreerd op 19 juli 2012 onder het nummer 110237/CO/326) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf ressorteren en op de werknemers die zij tewerkstellen. HOOFDSTUK II. - Syndicaal vormingsfonds
Art. 2.Artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 november 1993, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de sociale vrede, de syndicale premie en het syndicaal vormingsfonds, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 6 oktober 1999, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 3 december 1999 (overeenkomst geregistreerd op 21 januari 1994 onder het nummer 34814/CO/326), aangevuld door sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende hetzelfde onderwerp (collectieve arbeidsovereenkomst van 30 oktober 2003 geregistreerd onder het nummer 69037/CO/326, collectieve arbeidsovereenkomst van 19 februari 2004 geregistreerd onder het nummer 72107/CO/326, collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005 geregistreerd onder het nummer 76262/CO/326, collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2007 geregistreerd onder het nummer 86425/CO/326, collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 2009 geregistreerd onder het nummer 92671/CO/326) wordt aangevuld door de volgende bepaling : "Vanaf 1 januari 2012 wordt de toelage, die in september wordt uitgekeerd vastgesteld op een bedrag gelijk aan 0,085 pct. van de loonmassa (totaal van de lonen waarop de bijdragen voor sociale zekerheid moeten worden berekend) hernomen in de DmfA (multifunctionele aangiften) vermeerderd met een globaal bedrag van 375.000,00 EUR.". HOOFDSTUK III. - Sociale vrede
Art. 3.Tijdens de geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst wordt de sociale vrede door de partijen geëerbiedigd.
De partijen zullen alles in het werk stellen om bij hun lokale vertegenwoordigers en/of werknemers de geest van sociale vrede te bevorderen en te verdedigen.
Hierbij verklaren zij ten overstaan van de voorzitter van het paritaire comité dat zij al hun geschillen voorafgaandelijk zullen onderwerpen aan het "verzoeningsbureau" van het paritair comité.
De partijen gaan de verbintenis aan geen bijkomende eisen in te dienen noch te steunen bij de werknemers, zowel op nationaal als op het lokaal niveau, tijdens de geldigheidsduur van een sectoraal sociaal programma-akkoord.
De partijen verbinden zich ertoe de statuten na te leven.
Bij de niet-naleving van deze bepalingen behouden de werkgevers zich het recht voor om bij sociale conflicten in een onderneming de voormelde bedragen geheel of gedeeltelijk niet te betalen. In voorkomend geval zullen zij de voorzitter van het paritair comité vooraf schriftelijk ervan in kennis stellen. HOOFDSTUK IV. - Bijzondere bepaling
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst trekt de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 2012 in, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 november 1993 betreffende de sociale vrede, de syndicale premie en het syndicaal vormingsfonds (overeenkomst geregistreerd op 21 januari 1994 onder het nummer 34814/CO/326). HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2012 en heeft dezelfde geldigheidsduur en opzeggingsmodaliteiten als deze die ze wijzigt.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 april 2013.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK