Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 april 2013
gepubliceerd op 24 april 2013

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2012, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarstoelage

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2013201570
pub.
24/04/2013
prom.
03/04/2013
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 APRIL 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2012, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarstoelage (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2012, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarstoelage.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 april 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2012 Toekenning van een eindejaarstoelage (Overeenkomst geregistreerd op 23 juli 2012 onder het nummer 110319/CO/319.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle werkgevers en op alle werknemers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap (319.01).

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel. HOOFDSTUK II. - Vaststelling van het bedrag

Art. 2.Het bedrag van de eindejaarstoelage is samengesteld uit een vast geïndexeerd gedeelte en een procentueel gedeelte op het bruto jaarloon van de werknemer.

Art. 3.De startcijfers van het vast geïndexeerd gedeelte en het procentueel gedeelte worden vastgesteld overeenkomstig punt 3.2 van het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social-non-profitsectoren van 2 december 2011 ("VIA 4").

Art. 4.§ 1. Voor het jaar 2012 bedraagt het vast geïndexeerd gedeelte 603,48 EUR (basisindex van de maand oktober 2011).

Dit bedrag wordt voor de effectieve uitbetaling in 2012 verhoogd met een percentage dat wordt bekomen door het indexcijfer van de consumptieprijzen dat van kracht is in de maand oktober van het jaar 2012 te delen door het indexcijfer dat van kracht is in de maand oktober van jaar 2011. Het percentage wordt berekend tot op vier decimalen en afgerond volgens de wiskundige regels. § 2. Vanaf het jaar 2013 bedraagt het vast geïndexeerd gedeelte 124,15 EUR (basisindex van de maand oktober 2011).

Dit bedrag wordt voor de effectieve uitbetaling in 2013 verhoogd door het indexcijfer van de consumptieprijzen dat van kracht is in de maand oktober van het jaar 2013 te delen door het indexcijfer dat van kracht is in de maand oktober van jaar 2011. Het percentage wordt berekend tot op vier decimalen en afgerond volgens de wiskundige regels. § 3. Het bedrag voor het jaar 2013, vastgesteld in toepassing van § 2 van dit artikel, wordt met ingang van het jaar 2014, jaarlijks aangepast door toepassing van het volgende indexeringsmechanisme : Het bedrag van het vast geïndexeerde gedeelte van het in aanmerking genomen jaar wordt bekomen door het te verhogen met een percentage dat afhangt van de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen.

Dit percentage wordt bekomen door het indexcijfer dat van kracht is in de maand oktober van het in aanmerking genomen jaar te delen door het indexcijfer dat van kracht was in de maand oktober van het voorafgaande jaar. Het percentage wordt berekend tot op vier decimalen en afgerond volgens de wiskundige regels. § 4. Het bedrag van het vast geïndexeerd gedeelte van de eindejaarstoelage wordt jaarlijks vastgesteld en als bijlage aan deze collectieve arbeidsovereenkomst opgenomen.

Art. 5.§ 1. Voor het jaar 2012 bedraagt het procentueel gedeelte 4,61 pct. van het geïndexeerd bruto jaarloon van de werknemer. § 2. Vanaf het jaar 2013 bedraagt het procentueel gedeelte 7,57 pct. van het geïndexeerd bruto jaarloon van de werknemer. § 3. Onder geïndexeerd bruto jaarloon wordt verstaan : de vermenigvuldiging met twaalf van het geïndexeerd baremieke bruto maandloon van de maand oktober van het kalenderjaar, met inbegrip van de haard- of standplaatstoelage, maar met uitsluiting van de toeslagen. HOOFDSTUK III. - Toekenning van de eindejaarspremie

Art. 6.Aan de werknemer wordt een eindejaarstoelage uitbetaald overeenkomstig de effectieve en/of gelijkgestelde prestaties in de referteperiode van 1 januari tot en met 30 september van het betrokken kalenderjaar, in die betekenis dat een volledige referteperiode overeenkomt met een volledige eindejaarstoelage.

Bij een onvolledige referteperiode staat de eindejaarstoelage in verhouding tot deze referteperiode.

Art. 7.Voor de deeltijdse werknemers wordt het bedrag van de eindejaarstoelage dat de werknemer zou hebben genoten indien hij voltijds was geweest, berekend in verhouding tot de contractuele arbeidstijd, effectief en/of gelijkgesteld, tijdens de referteperiode.

Art. 8.Wanneer een werknemer tijdens de referteperiode in dienst of uit dienst van de onderneming is getreden, wordt de eindejaarstoelage berekend en uitbetaald volgens de effectieve en/of gelijkgestelde arbeidsprestaties tijdens de referteperiode.

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op werknemers die op 4 mei 2012 reeds een eindejaarstoelage genieten welke hiermee tenminste gelijkwaardig is. HOOFDSTUK IV. - Berekeningswijze

Art. 10.Iedere gewerkte, of daarmee geheel of gedeeltelijk gelijkgestelde maand, tijdens de referteperiode, geeft recht op 1/9e van het bedrag van de eindejaarstoelage, berekend overeenkomstig deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Elke arbeidsovereenkomst ingegaan vóór de dertiende dag van de maand wordt, voor de berekening van de eindejaarstoelage, beschouwd als een tewerkstellingsperiode voor een volledige maand.

Art. 11.Wanneer de betrokken werknemer niet het normale loon heeft genoten voor de maand oktober van betrokken jaar, komt voor de berekening van het procentueel gedeelte van de eindejaarstoelage op basis van het geïndexeerd bruto jaarloon, zoals voorzien in artikel 5, § 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, het fictief loon van de maand oktober in aanmerking voor de berekening.

Onder "fictief loon" wordt hierbij verstaan : het normale loon zoals het voor de maand oktober van het betrokken jaar zou hebben bestaan. HOOFDSTUK V. - Betalingsmodaliteit

Art. 12.De eindejaarstoelage is betaalbaar in de maand december van het jaar waarvoor ze wordt toegekend. In geval van uitdiensttreding is de verschuldigde eindejaarstoelage betaalbaar bij de eindafrekening. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2012 en is gesloten voor onbepaalde tijd. Zij kan worden opgezegd door elk van de partijen, mits een opzeggingstermijn van zes maanden, gericht bij een ter post aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt vanaf haar ingangsdatum de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 februari 2006 inzake de toekenning van een eindejaarstoelage (registratiedatum 23 juni 2006 - registratienummer 80145/CO/319.01- koninklijk besluit van 19 november 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/11/2007 pub. 06/12/2007 numac 2007012728 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende het brugpensioen op 58 jaar type koninklijk besluit prom. 19/11/2007 pub. 07/02/2008 numac 2007012726 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde bedienden indien zij worden ontslagen type koninklijk besluit prom. 19/11/2007 pub. 10/12/2007 numac 2007012724 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 mei 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de ijzernijverheid, betreffende het tijdskrediet en andere stelsels van loopbaanvermindering sluiten - Belgisch Staatsblad van 17 december 2007).

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 april 2013.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^