Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 april 2013
gepubliceerd op 02 mei 2013

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 april 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de audiovisuele sector, betreffende de vorming

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2013201490
pub.
02/05/2013
prom.
03/04/2013
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 APRIL 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 april 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de audiovisuele sector, betreffende de vorming (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de audiovisuele sector;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 april 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de audiovisuele sector, betreffende de vorming.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 april 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de audiovisuele sector Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 april 2012 Vorming (Overeenkomst geregistreerd op 11 mei 2012 onder het nummer 109566/CO/227)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de audiovisuele sector.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk bediendepersoneel.

Art. 2.Inzake de vormingsinspanningen engageert de sector zich de participatiegraad aan vormingsinitiatieven met 5 pct. te verhogen voor de jaren 2011-2012. De werkgevers zullen dit engagement uitvoeren door een geglobaliseerde vormingsinspanning te voorzien a rato van minimaal vijf vormingsdagen per werknemer over een periode van twee jaar.

Naast formele training en seminaries heeft dit ook betrekking op on-the-job-training, zelfstudie en e-learning, maar ook op het opstellen van een vormingsplan.

Het sociaal fonds zal hiertoe de werkgevers de nodige ondersteuning bieden door onder andere ondersteuning te bieden aan de bedrijven bij het ontwikkelen van een vormingsplan, het bekend maken van opleidingspremies (via e-mailing en website enz.), het verzamelen en bekend maken van alle sectorspecifieke vormingen.

In de ondernemingen met een ondernemingsraad of bij ontstentenis met een syndicale afvaardiging, wordt het opleidingsplan voor de periode 2011-2012 uiterlijk op 30 september 2012 ter informatie en advies voorgelegd aan de ondernemingsraad of bij ontstentenis aan de syndicale afvaardiging.

Alle ondernemingen maken dit opleidingsplan tevens over aan mediarte.be, het sociaal fonds voor de audiovisuele sector.

Werkgevers die bij het sociaal fonds geen opleidingsplan 2011-2012 indienen kunnen geen aanspraak maken op een opleidingspremie.

Art. 3.Door het sociaal fonds van de audiovisuele sector kunnen andere uitvoerings- en controlemodaliteiten worden voorzien met betrekking tot de opvolging van de vormingsinspanningen voorzien in artikel 2.

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2011 en treedt buiten werking op 31 december 2012.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 april 2013.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^