Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 april 2013
gepubliceerd op 19 juni 2013

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 januari 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken, tot wijziging en vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 december 2007 tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2013012108
pub.
19/06/2013
prom.
03/04/2013
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 APRIL 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 januari 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken, tot wijziging en vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 december 2007 tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 januari 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken, tot wijziging en vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 december 2007 tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 april 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 januari 2012 Wijziging en vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 december 2007 tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 23 juli 2012 onder het nummer 110303/CO/132) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken. § 2. Onder « werknemers » wordt verstaan : de arbeiders en arbeiders. HOOFDSTUK II. - Omschrijving van de categorieën

Art. 2.Categorie 1. Dit is de categorie waar ongeschoolden zonder ervaring starten. 1A. De tijdelijke werknemers die enkel bijspringen in drukke periodes, die werken op basis van schriftelijke dagcontracten en die aangemeld worden via Dimona.

Deze werknemers werken maximum 25 dagen op jaarbasis in de sector.

Het loon wordt op afgestemd op de toegepaste lonen voor seizoensarbeid in de landbouwsector. 1B. Nieuw aangeworven werknemers, ongeschoold en zonder ervaring, evenals de werknemers die niet ressorteren onder categorie 1A. Categorie 2. Hiertoe behoren de basismedewerkers met minimum één jaar ervaring. Zij beoefenen de job onder de verantwoordelijkheid van een teamleider of bedrijfsleider die de eindverantwoordelijkheid draagt.

Ze zijn niet polyvalent inzetbaar en voeren steeds dezelfde functie uit.

Categorie 3. Hiertoe behoren de volgende werknemers : - arbeiders die technische functies uitoefenen; - arbeiders die over een zekere polyvalentie inzake besturen van machines en mechanisatie beschikken.

Behoren bijvoorbeeld tot categorie 3 : polyvalente chauffeurs, mecaniciens,...

Categorie 4. Tot deze categorie behoren de werknemers die rechtstreeks ressorteren onder de verantwoordelijken categorie 5 en die ook leiding geven.

Behoren ook tot categorie 4 : de werknemers die door de aard van de producten waarmee ze werken (bijvoorbeeld sproeistoffen, ...) een grote verantwoordelijkheid dragen voor hun collega's enerzijds en voor de landbouwproducten anderzijds.

Categorie 5. Tot deze categorie behoren de verantwoordelijken. Deze werknemers kunnen volledig zelfstandig werken. Ze werken rechtstreeks onder de bedrijfsleiding en ze dragen de eindverantwoordelijkheid voor de opdrachten. Dit houdt in dat ze leiding geven aan andere werknemers. HOOFDSTUK III. - Minimum uurlonen

Art. 3.De volgende minimum uurlonen van de in artikel 1 bedoelde werknemers gelden op 1 januari 2012 na toepassing van de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 januari 2012 betreffende de loonprogrammatie 2011-2012 en na koppeling aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 januari 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de ondernemingen van de technische land- en tuinbouwwerken, tot koppeling van de lonen en vergoedingen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 14 maart 2003, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 23 mei 2003 : - Categorie 1A : 8,29 EUR - Categorie 1B : 10,13 EUR - Categorie 2 : 10,63 EUR - Categorie 3 : 11,18 EUR - Categorie 4 : 12,31 EUR - Categorie 5 : 13,51 EUR De lonen gelden voor een maximum wekelijkse arbeidsduur van 38 uren. HOOFDSTUK IV. - Anciënniteitstoeslag

Art. 4.De werkgever is ertoe gehouden een ancïenniteitstoeslag te betalen aan de werknemers.

Deze toeslag is per 1 januari 2012 als volgt vastgesteld :

Années d'ancienneté

Prime par heure dans l'entreprise

Aantal jaren anciënniteit

Toeslag per uur in de onderneming :

de 1 à 5 ans

+ 0,03 EUR

van 1 tot 5 jaar

+ 0,03 EUR

de 5 à 10 ans

+ 0,05 EUR

van 5 tot 10 jaar

+ 0,05 EUR

de 10 à 15 ans

+ 0,15 EUR

van 10 tot 15 jaar

+ 0,15 EUR

de 15 à 20 ans

+ 0,25 EUR

van 15 tot 20 jaar

+ 0,25 EUR

plus de 20 ans

+ 0,38 EUR

meer dan 20 jaar

+ 0,38 EUR


HOOFSTUK V. - Vergoedingen

Art. 5.De werkgever is ertoe gehouden aan de werknemers op verplaatsing de kost de verstrekken.

Wanneer de werkgever werkelijk in de onmogelijkheid is de kost te verstrekken, is de werkgever een dagelijkse vergoeding van 15,07 EUR verschuldigd aan de werknemer (bedrag op 1 januari 2012).

Art. 6.De werkgever is ertoe gehouden aan de werknemers op verplaatsing behoorlijke huisvesting te voorzien.

Wanneer de werkgever in de onmogelijkheid is huisvesting te verschaffen, is hij aan de werknemer een vergoeding voor huisvesting verschuldigd van 15,07 EUR per nacht (nedrag geldig op 1 januari 2012).

Art. 7.De werklieden op verplaatsing hebben recht op een scheidingsvergoeding van 8,16 EUR per verplichte overnachting (bedrag geldig op 1 januari 2012).

Art. 8.Voor de berekening van het loon worden al de uren in aanmerking genomen waarin de werklieden ter beschikking staan van de werkgever, mits aftrek van de duur der schafttijden. HOOFDSTUK VI. - Minimum weekloon

Art. 9.Een minimum weekloon, gelijk aan het gemiddeld loon verdiend gedurende de voorgaande twee weken, dat niet minder mag bedragen dan het loon dan het loon voor het van kracht zijnde aantal wekelijke arbeidsuren, is gewaarborgd aan de werknemers.

Het minimum weekloon wordt aan de werknemers gewaarborgd voor elke week tijdens dewelke zij niet meer dan één dag onvrijwillig verkloos zijn. HOOFDSTUK VII. - Reiskosten

Art. 10.De werkgever is ertoe gehouden aan de werklieden op verplaatsing alle reiskosten terug te betalen, behalve wanneer hij zelf voor de verplaatsing instaat.

Deze reiskosten worden terugbetaald a rato de prijs van een vervoerssbewijs in 2e klasse, bekendgemaakt in de in voege zijnde officiële reisgids van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen.

Art. 11.De bijkomende reiskosten, voortvloeiend uit de verplaatsing van de bedrijvigheid van de onderneming, worden aan de werknemers terugbetaald volgens de tarieven van de reizen in 2e klasse, bekendgemaakt in de in voege zijnde officiële reisgids van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen. HOOFDSTUK VIII. - Nachtarbeid

Art. 12.Voor arbeid verricht tussen 22 uur en 6 uur (23 uur en 7 uur in de zomeruurregeling), is de werkgever verplicht de betrokken werknemers een toeslag van 20 pct. op het loon te betalen.

Art. 13.De werkhervatting mag voor de werknemers die nachtwerk hebben verricht slechts volgen na een rustperiode van minstens acht uren wanneer dit nachtwerk zich uitzonderlijk voordoet en geen vastgesteld arbeidsstelsel is. HOOFDSTUK IX. - Koppeling van de lonen en vergoedingen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 14.Het minimum uurloon en de vergoedingen vastgesteld bij de artikelen 5 tot en met 7, evenals de werkelijk betaalde lonen en vergoedingen worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst, blijven de gunstiger loon- en arbeidsvoorwaarden, voorzien bij particuliere akkoorden gesloten op het van de onderneming behouden. HOOFDSTUK X. - Geldigheid

Art. 15.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2011 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 december 2007 betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden, overeenkomst geregistreerd op 31 januari 2008 onder het nummer 86643/CO/132, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 9 september 2008 (Belgisch Staatsblad van 7 januari 2009).

Zij kan door één van de ondertekenende partijen worden opgezegd mits een opzegging van tenminste drie maanden betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 april 2013.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^