3 APRIL 1998. Koninklijk besluit waarbij het Ministerie van Justitie gemachtigd wordt personen onder het stelsel van een arbeidsovereenkomst in dienst te nemen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken, inzonderheid op artikel 3, § 2, ingevoegd door de wet van 20 mei 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 november 1991 tot vaststelling van de voorwaarden voor de indienstneming bij arbeidsovereenkomst in sommige overheidsdiensten;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole inzonderheid artikel 8;

Overwegende dat zonder verwijl een wervingsmachtiging voor contractueel personeel aan genoemd departement dient te worden verleend tot het Vast Wervingssecretariaat statutaire betrekkingen in de personeelsformaties opvult; dat zonder deze machtiging verschillende bestuursafdelingen hun belangrijke opdrachten niet naar behoren kunnen uitvoeren;

Gelet op de adviezen van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 september 1997, 25 september 1997, 29 september 1997 en 19 december 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 6 januari 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 6 januari 1998;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het Ministerie van Justitie wordt gemachtigd contractuelen in dienst te nemen tijdens de periode gedurende welke in definitief vacante betrekkingen van de personeelsformatie niet kan worden voorzien wegens gebrek aan voldoende geslaagden voor de vergelijkende wervingsexamens die door het Vast Wervingssecretariaat worden georganiseerd om in deze betrekkingen te voorzien.

De graden en het maximaal aantal arbeidsposten die worden toegestaan zijn de volgende : 1° Hoofdbestuur : Industrieel ingenieur 4 Programmeur 16 2° Buitendiensten van het Bestuur der Strafinrichtingen : Penitentiair beambte 150 Art.2. Bij de indiensttreding van de in artikel 1 bedoelde statutaire ambtenaren eindigt de arbeidsovereenkomst van de contractuelen en wordt hun arbeidspost afgeschaft.

Art. 3.De inspecteur van Financiën moet vaststellen dat de bepalingen van dit besluit worden nageleefd.

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998.

Art. 5.Onze Minister van Justitie is beslast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 april 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK