gepubliceerd op 25 juni 2010
Koninklijk besluit betreffende de opdrachthouders bij het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis
2 JUNI 2010. - Koninklijk besluit betreffende de opdrachthouders bij het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen, toelagen en premies van alle aard toegekend aan het personeel van de federale overheidsdiensten;
Gelet op het koninklijk besluit van 11 juni 1976 tot vaststelling van het niveau van de wetenschappelijke inrichting van de Staat : Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis dat onder het Ministerie van Landsverdediging ressorteert, en tot bepaling van de opdracht ervan;
Gelet op het koninklijk besluit van 11 juni 1976 betreffende de opdrachthouders bij het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 21.173 van 17 september 1981;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 29 juli 2009;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, d.d. 18 december 2009;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 24 december 2009;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Wetenschapsbeleid, d.d. 22 december 2009;
Gelet op het protocol van de onderhandelingen nr. 148/1 van sector I, gesloten op 3 februari 2010;
Gelet op de op 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State, met name artikel 3, eerste lid, gewijzigd door de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten;
Gelet op de dringende noodzaak;
Gelet op de noodzaak om de reglementering betreffende de opdrachthouders van het Koninlijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis, waarvan talrijke bepalingen verouderd zijn, op korte termijn aan te passen;
Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.§ 1. Om de werkzaamheden te verrichten voortvloeiend uit zijn opdracht, kan het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis een beroep doen op opdrachthouders belast met een deeltijdse opdracht hierna genoemd « opdrachthouders » waarvan het aantal tot zes is beperkt; § 2. Deze opdrachthouders worden na gemotiveerd advies van de algemeen directeur van het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis, door Onze Minister van Landsverdediging benoemd. § 3. De maximumduur van de maandelijkse prestaties van deze opdrachthouders wordt door Onze Minister van Landsverdediging bepaald.
Art. 2.§ 1. Aan de opdrachthouders wordt een toelage toegekend waarvan het uurbedrag wordt vastgesteld op 1/1976e van de minimumwedde van de navolgende schalen : -opdrachthouder, houder van een universitair diploma : weddeschaal A11; - opdrachthouder zonder universitair diploma : weddeschaal BA1. § 2. Deze toelage wordt maandelijks, na vervallen termijn, betaald. § 3. Als de weddeschaal die dienst deed als basis voor de berekening van de vergoeding toegekend aan de opdrachthouder voor de inwerkingtreding van dit besluit voordeliger is dan de weddeschaal bedoeld in § 1, blijft de oude weddeschaal van toepassing voor betrokkene tot het einde van zijn opdracht.
Art. 3.Het koninklijk besluit van 11 juni 1976 betreffende de opdrachthouders bij het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 september 1981 wordt opgeheven.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 5.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.
Nice, 2 juni 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, P. DE CREM De Minister van Begroting, G. VANHENGEL