gepubliceerd op 13 augustus 2008
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2006, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot invoering van een overgangsregeling inzake pensioen ten voordele van de arbeiders van de bouwnijverheid
2 JUNI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2006, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot invoering van een overgangsregeling inzake pensioen ten voordele van de arbeiders van de bouwnijverheid (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2006, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot invoering van een overgangsregeling inzake pensioen ten voordele van de arbeiders van de bouwnijverheid.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 juni 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Comité voor het bouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2006 Invoering van een overgangsregeling inzake pensioen ten voordele van de arbeiders van de bouwnijverheid (Overeenkomst geregistreerd op 11 januari 2007 onder het nummer 81511/CO/124) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en op de arbeiders die tewerkgesteld zijn of werden door een of meerdere ondernemingen die eveneens ressorteren onder dit paritair comité en die behoren tot één van de volgende categorieën : 1° alle actieve arbeiders van de sector die op 1 januari 2007 in het bezit zijn van een legitimatiekaart "rechthebbende" of "niet-rechthebbende" voor de prestaties 2004 en/of 2005 en/of 2006 en minimum 10 legitimatiekaarten "rechthebbende" bezitten die betrekking op prestaties in de bouwnijverheid voor 31 december 2006; Worden gelijkgesteld met actieve werknemers, de werknemers die op 31 december 2006 vakantiegeld invaliden galicien en die een activiteit in de bouwnijverheid hervatten na 1 januari 2007; 2° alle inactieve arbeiders die op 31 december 2006 één van de volgende stelsels genieten : - een brugpensioen bouw; - het vakantiegeld invaliden; - de begeleidende maatregelen; 3° alle inactieve arbeiders die op 31 december 2006 reeds de pensioenrente genieten zoals voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 1998 tot invoering van een jaarlijkse pensioenrente in de sector van de bouwnijverheid. Onder "arbeider" verstaan we : arbeider en arbeidster.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is eveneens van toepassing op : 1° de weduwe van sommige actieve arbeiders;2° de weduwe van sommige inactieve arbeiders;3° de weduwe van een arbeider die op 31 december 2006 reeds een vakantiegeld geniet zoals voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001. Onder "weduwe" verstaan we : weduwenaar en weduwe. HOOFDSTUK II. - Voordelen aan actieve arbeiders Afdeling 1. - Toekenningsvoorwaarden
Art. 3.De actieve arbeiders beoogd onder artikel 1, 1° die ten vroegste op de leeftijd van 60 jaar hun pensioen opnemen vanaf 1 januari 2007 moeten gelijktijdig aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° bewijzen dat hun laatste werkgever voor de pensionering een onderneming was zoals beoogd onder artikel 1;2° minstens 15 jaar van hun loopbaan doorgebracht hebben ten dienste van één of meerdere ondernemingen beoogd onder artikel 1.Aan de hand van een legitimatiekaart "rechthebbende" moet het bewijs van een tewerkstellingsjaar worden geleverd; 3° minstens 5 legitimatiekaarten "rechthebbende" hebben bekomen tijdens de laatste 10 jaar voor de pensionering of 7 legitimatiekaarten "rechthebbende" tijdens de laatste 15 jaar voor de pensionering. Afdeling 2. - Bedrag van het toegekende voordeel
Art. 4.§ 1. Aan de arbeiders beoogd onder artikel 3 wordt een pensioen (P1) toegekend die gelijk is aan : (n/27)*R Waarbij : n (beperkt tot 27) gelijk is aan het aantal legitimatiekaarten "rechthebbende" met betrekking tot prestaties voor 2007 : R gelijk is aan 1 402,57 EUR. § 2. Voor de werknemers geldt eveneens dat indien P1 + C < R het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit de bouwnijverheid" (hierna FBZ Bouw) in plaats van een pensioen P1 een pensioen P2 zal toekennen dat gelijk is aan : (n'+30)/45*R Indien P2 + C groter is dan R wordt P2 max (O, R - C) Waarbij : n' (beperkt tot 15) gelijk is aan het aantal legitimatiekaarten "rechthebbende" met betrekking tot prestaties voor 2007 : C is de rente die wordt bekomen door de kapitaalwaarde waarop de arbeider op datum van pensionering recht heeft binnen de toekomstige pensioentoezegging opgericht kader van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen, om te zetten in een jaarlijkse achteraf betaalbare levenslange rente. Deze omzetting gebeurt op basis van de sterftetabel MR met een leeftijdscorrectie van 5 jaar en een technische rentevoet van 3,5 pct.. Afdeling 3. - Procedure
Art. 5.Onder voorbehoud van de naleving van artikel 11 van het pensioenreglement zoals bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2006, gebeurt de toekenning van voordeel beoogd onder artikel 4 automatisch en er wordt geen enkele bijzondere formaliteit vereist van de arbeider. HOOFDSTUK III. - Voordelen aan incatieve arbeiders Afdeling 1. Toekenningsvoorwaarden
Art. 6.De inactieve arbeiders die op 31 december 2006 de begeleidende maatregelen, het vakantiegeld invaliden of het conventioneel brugpensioen genieten en die hun pensioen opnemen vanaf 1 januari 2007 kunnen aanspraak maken op een jaarlijkse pensioenrente. Afdeling 2. Bedrag van het toegekende voordeel
Art. 7.Het bedrag van de rente beoogd in artikel 6 bedraagt 1 462,57 EUR. Afdeling 3. - Procedure
Art. 8.Hier wordt verwezen naar de bepalingen van hoofdstuk VIII van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK IV. - Voordelen aan de inactieve arbeiders die reeds de pensioenrente genieten Afdeling 1. - Toekenningsvoorwaarden
Art. 9.De inactieve arbeiders die op 31 december 2006 reeds de pensioenrente genieten zoals bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 1998 tot uitvoering van artikel 3, 4 en 5 van de kader-collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 1998 tot invoering van een jaarlijkse pensioenrente zullen deze blijven genieten na 1 januari 2007. Afdeling 2. - Bedrag van het toegekende voordeel
Art. 10.Voor de arbeiders beoogd onder artikel 9 wordt het bedrag van de rente bepaald door hetzij artikel 2 (volledige rente) hetzij door artikel 4 (proportionele rente) van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 1998 tot uitvoering van artikel 3, 4 en 5 van de kader-collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 1998 tot invoering van een jaarlijkse pensioenrente. Afdeling 3. - Procedure
Art. 11.Het voordeel wordt automatisch toegekend op basis van de beschikbare gegevens in de sociale bestanden van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (KSZ).
Indien deze gegevens niet beschikbaar zijn, zal het FBZ Bouw werken op basis van de hernieuwingsformulieren die door het FBZ Bouw aan betrokkene zullen worden overgemaakt. HOOFDSTUK V. - Voordelen aan weduwen van een actieve arbeider Afdeling 1. - Toekenningsvoorwaarden
Art. 12.Bij overlijden na 31 december 2006 van een actieve arbeider beoogd onder artikel 1, 1° van deze collectieve arbeidsovereenkomst, kan zijn weduwe aanspraak maken op een eenmalige aanvullende premie uitbetaald door het FBZ Bouw. Afdeling 2. - Bedrag van het toegekende voordeel
Art. 13.§ 1. De premie beoogd in artikel 12 is vanaf het jaar van overlijden en ten vroegste vanaf 1 januari 2007 verschuldigd. Deze premie stemt overeen met : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De premie beoogd in artikel 12 zal worden uitbetaald tijdens het jaar volgend op het jaar van overlijden van de arbeider.
Vanaf 2017 zal het FBZ Bouw geen premie meer verschuldigd zijn. Afdeling 3. - Procedure
Art. 14.Hier wordt verwezen naar de bepalingen van hoofdstuk VIII van deze collectieve arbeidsovereenkomst en naar artikel 14 van het pensioenreglement gevoegd als bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2006 tot invoering van een sociaal sectoraal pensioenstelsel voor arbeiders van de bouwnijverheid. HOOFDSTUK VI. - Voordelen aan weduwen van een inactieve arbeider Afdeling 1. - Toekenningsvoorwaarden
Art. 15.Bij overlijden na 31 december 2006 van een inactieve arbeider beoogd onder artikel 1, 2° en 3°, kan de weduwe aanspraak maken op een jaarlijkse pensioenrente uitbetaald door het FBZ Bouw. Afdeling 2. - Bedrag van het toegekende voordeel
Art. 16.Het bedrag van de jaarlijkse rente beoogd onder artikel 15 bedraagt 200 EUR. Deze rente houdt op ten vroegste bij het overlijden van de weduwe en dekt een periode van maximum 10 jaar.
De 1ste uitbetaling van de premie zal gebeuren in het jaar volgend op het jaar van overlijden van de arbeider. Afdeling 3. - Procedure
Art. 17.Hier wordt verwezen naar de bepalingen van hoofdstuk VIII van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK VII. - Voordelen aan weduwen die reeds een vakantiegeld genieten Afdeling 1. - Toekenningsvoorwaarden
Art. 18.De weduwen van de arbeiders die op 31 december 2006 reeds een vakantiegeld genieten zoals voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 betreffende de toekenning van een vakantiegeld aan sommige weduwen van arbeiders van de bouwnijverheid, zullen dit vanaf 1 januari 2007 blijven genieten. Afdeling 2. - Bedrag van het toegekende voordeel
Art. 19.De bedragen toegekend aan de weduwen beoogd onder artikel 18 worden bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 betreffende de toekenning van een vakantiegeld aan sommige weduwen van arbeiders van de bouwnijverheid.
De 1ste uitbetaling zal gebeuren tijdens het jaar volgend op het jaar van overlijden van de arbeider. Afdeling 3. - Procedure
Art. 20.Het voordeel wordt automatisch toegekend op basis van de beschikbare gegevens in de sociale bestanden van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (KSZ).
Indien deze gegevens niet beschikbaar zijn, zal het FBZ Bouw werken op basis van de hernieuwingsformulieren die door het FBZ Bouw aan betrokkene zullen worden overgemaakt. HOOFDSTUK VIII. - Procedure
Art. 21.De aanvraag tot toekenning van het voordeel beoogd door deze collectieve arbeidsovereenkomst moet worden ingediend bij het FBZ Bouw door middel van een speciaal formulier dat hiervoor bestemd is en dat kan worden bekomen bij het FBZ Bouw.
De aanvraag kan worden ingediend hetzij door tussenkomst van een syndicale organisatie die deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft ondertekend, hetzij rechtstreeks door betrokkene. HOOFDSTUK IX. - Algemene bepalingen
Art. 22.De aanduiding van de organisaties belast met de liquidatie van de sociale voordelen en controles op de toekenning van deze voordelen beoogd door deze collectieve arbeidsovereenkomst, gebeurt overeenkomstig artikel 10 en 23 van de statuten van het FBZ Bouw.
Art. 23.De raad van bestuur van het FBZ Bouw bepaalt de praktische modaliteiten en de te volgen procedure voor het indienen en verwerken van de aanvragen tot tussenkomst.
De bijzondere gevallen die niet kunnen worden opgelost op basis van deze collectieve arbeidsovereenkomst, moeten door de meest gerede partij worden voorgelegd aan de raad van bestuur van het FBZ. HOOFDSTUK X. - Geldigheidsduur
Art. 24.De huidige collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2007 en vervangt : 1° de kader-collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 1998 tot invoering van een jaarlijkse pensioenrente ten voordele van de arbeiders van de bouwnijverheid zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2005;2° de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 1998 tot uitvoering van de artikelen 3, 4 en 5 van de kader-collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 1998 tot invoering van een jaarlijkse rente, met uitzondering van artikel 2 en 4 die overeenkomstig hoofdstuk IV van huidige overeenkomst van toepassing blijven;3° de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 betreffende de toekenning van een vakantiegeld aan sommige weduwen van arbeiders van de bouwnijverheid zoals verlengd en gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2005, met uitzondering van de bedragen bepaald in huidige collectieve arbeidsovereenkomst die overeenkomstig hoofdstuk VII van huidige overeenkomst van toepassing blijven. Zij wordt voor onbepaalde duur gesloten.
Zij kan onmiddellijk door unaniem akkoord worden opgezegd of door één van de partijen mits naleving van een opzegtermijn van drie jaar. De opzegging wordt betekend bij aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 juni 2008.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET