gepubliceerd op 13 oktober 1999
Besluit van de Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 november 1987 tot vaststelling van de begrippen « regelmatig ingeschreven student » en « student die in aanmerking komt voor de financiering » in het hoger onderwijs met volledig leerplan, met uitzondering van het universitair onderwijs
2 JUNI 1999. - Besluit van de Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 november 1987 tot vaststelling van de begrippen « regelmatig ingeschreven student » en « student die in aanmerking komt voor de financiering » in het hoger onderwijs met volledig leerplan, met uitzondering van het universitair onderwijs
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 7 juli 1970 betreffende de algemene structuur van het hoger onderwijs, inzonderheid op artikel 9bis;
Gelet op het koninklijk besluit van 6 november 1987 tot vaststelling van de begrippen « regelmatig ingeschreven student » en « student die in aanmerking komt voor de financiering » in het hoger onderwijs met volledig leerplan, met uitzondering van het universitair onderwijs;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 4 maart 1999;
Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake Begroting, gegeven op 23 maart 1999;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van 3 maart 1999 betreffende de aanvraag aan de Raad van State om binnen een termijn van ten hoogste één maand een advies uit te brengen;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 17 mei 1999 met toepassing van artikel 84, lid 1, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Onderwijs, Cultuur, Wetenschappelijk Onderzoek, Monumenten en Landschappen, Besluit :
Artikel 1.Artikel 6, § 2 van het koninklijk besluit van 6 november 1987 tot vaststelling van de begrippen « regelmatig ingeschreven student » en « student die in aanmerking komt voor de financiering » in het hoger onderwijs met volledig leerplan, met uitzondering van het universitair onderwijs, wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 2. Het huishoudelijk reglement van de onderwijsinrichting bepaalt de wijze waarop de aanwezigheden nagekeken worden, alsook de tuchtsancties die bij overtreding moeten worden opgelegd. Het bepaalt eveneens de uiterste inschrijvingsdatum die in geen geval later kan vallen dan op de laatste schooldag van de maand november. Elke inschrijving na 1 oktober moet door de student schriftelijk met redenen omkleed worden. Het huishoudelijk reglement van de onderwijsinrichting bepaalt ook de inschrijvingstermijn en andere toelatingsvoorwaarden voor de examens. »
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 september 1999.
Art. 3.De Minister van Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 2 juni 1999.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme, J. MARAITE Minister van Onderwijs, Cultuur, Wetenschappelijk Onderzoek, Monumenten en Landschappen, W. SCHRÖDER