gepubliceerd op 15 september 2003
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het verzekeringswezen, betreffende de jeugdvakantie
2 JULI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het verzekeringswezen, betreffende de jeugdvakantie (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het verzekeringswezen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het verzekeringswezen, betreffende de jeugdvakantie.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 juli 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het verzekeringswezen Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 2001 Jeugdvakantie (Overeenkomst geregistreerd op 19 december 2001 onder het nummer 60354/CO/306)
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het verzekeringswezen.
Art. 2.Deze overeenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 1975 betreffende de aanvullende vakantiedagen voor de werknemers van minder dan 25 jaar (1).
Art. 3.De jongeren die de jeugdvakantie-uitkering ontvangen die de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening toekent in het raam van de wet van 22 mei 2001 tot uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2001/2002 inzake jaarlijkse vakantie (2), krijgen een aanvullende uitkering ten laste van de werkgever bij wie de jongere tewerkgesteld is op het ogenblik waarop hij de jeugdvakantiedag(en) opneemt.
Die aanvullende uitkering is gelijk aan het verschil tussen het werkelijk geïnde loon van de werknemer en de jeugdvakantie-uitkering, zodat hem een totaal van hoogstens vier vakantieweken zonder loonverlies wordt verzekerd.
Onder "werkelijk geïnde loon" wordt verstaan, het belastbare vaste loon dat geldt op het ogenblik waarop de jonge werknemer de jeugdvakantiedag(en) opneemt.
De modaliteiten voor de betaling van de aanvullende sectorale uitkering worden door de onderneming zelf bepaald.
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2001 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 juli 2003.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 1975, koninklijk besluit van 15 september 1976, Belgisch Staatsblad van 26 oktober 1976, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 1989, koninklijk besluit van 5 oktober 1989, Belgisch Staatsblad van 26 oktober 1989. (2) Belgisch Staatsblad van 21 juin 2001.