Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 02 december 2021
gepubliceerd op 07 december 2021

Koninklijk besluit tot bepaling van de uitrusting en de kledijvergoeding die worden toegekend aan de personeelsleden van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen van de federale Overheidsdienst Justitie die deel uitmaken van de bewaking, techniek en logistiek

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2021022588
pub.
07/12/2021
prom.
02/12/2021
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

2 DECEMBER 2021. - Koninklijk besluit tot bepaling van de uitrusting en de kledijvergoeding die worden toegekend aan de personeelsleden van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen van de federale Overheidsdienst Justitie die deel uitmaken van de bewaking, techniek en logistiek


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik ter ondertekening aan Uwe Majesteit voorleg, stelt een nieuw systeem in op het gebied van uitrusting en kledij, bedoeld om het systeem te vervangen dat is ingesteld door een koninklijk besluit van 18 januari 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/01/2005 pub. 10/02/2005 numac 2005009069 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit bepalende de uitrusting en het materiaal dat ter beschikking gesteld wordt van de veiligheidsbeambten van het veiligheidskorps, van de penitentiaire beambten en verplegers van het Directoraat-generaal Uitvoering van Straffen en Maatregelen van de Federale Overheidsdienst Justitie sluiten en zijn ministerieel uitvoeringsbesluit van 28 oktober 2008.

Het bewakingspersoneel lijdt namelijk al verscheidene jaren onder de achterstand bij de levering van uniformen en dit probleem wordt regelmatig door de vakbonden aangekaart.

Het doel van het project is het creëren van een eenvoudiger, efficiënter systeem dat minder administratieve lasten voor de administratie met zich meebrengt.

Dit ontwerp voert artikel 14, lid 1, 4° en 5°, van de wet van 23 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/03/2019 pub. 11/04/2019 numac 2019011569 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de organisatie van de penitentiaire diensten en van het statuut van het penitentiair personeel sluiten betreffende de organisatie van de penitentiaire diensten en van het statuut van het penitentiair personeel uit.

I. Het project is gestructureerd volgens vier delen: -het eerste hoofdstuk preciseert het toepassingsgebied van de tekst; geeft definities en stelt de algemene bepalingen vast; - het tweede hoofdstuk bevat de bepalingen met betrekking tot de levering van bepaalde kledingstukken; - het derde hoofdstuk betreft de bepalingen met betrekking tot de aanvullende forfaitaire kledijvergoeding ; - het vierde hoofdstuk bevat de overgangs- en slotbepalingen II. Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen van de federale Overheidsdienst Justitie die deel uitmaken van de bewaking, techniek en logistiek en die hun functie in een gevangenis uitoefenen, behalve voor de gevangenissen die zijn aangewezen als detentiehuis.

Met betrekking tot de bepaling voorzien in artikel 2, § 2 die de situatie regelt waarin een personeelslid ophoudt een functie uit te oefenen, dient te worden gepreciseerd dat dit niet geldt ingeval van ziekte of enige andere vorm van afwezigheid. Deze bepaling heeft betrekking op het geval waarin een personeelslid een andere functie krijgt (bv. detachering naar de centrale administratie of elders) en de graad van bewaking, techniek of logistiek behoudt.

III. De belangrijkste kenmerken van het nieuwe systeem zijn de volgende: A. Vereenvoudiging en rationalisering van het systeem voor de levering van kledingstukken Naast de basisuitrusting die het personeelslid bij zijn indiensttreding ontvangt, ontvangt hij jaarlijks een aantal kledingstukken, te kiezen uit de volgende artikelen: vest, pull-over, hemd of blouse met korte mouwen, polo met korte mouwen, hemd of blouse met lange mouwen.

De soorten kledingstukken die worden verstrekt, zijn sterk gereduceerd en beperkt tot de stukken die voor het personeel noodzakelijk zijn om op de werkplaats herkenbaar te zijn. Om deze reden bevat de lijst met geleverde kledingstukken nu voornamelijk kledij die "boven het middel" wordt gedragen.

Deze beperking maakt het mogelijk om een einde te maken aan de levering van kledingstukken die het meest problematisch waren in het oude systeem omwille van de maat en comfort, namelijk de broeken en schoenen.

Het aantal kledingstukken dat aan het personeelslid wordt toegekend, varieert in functie van het aantal dagen dat het personeelslid tijdens het kalenderjaar heeft gewerkt.

B. Het creëren van een aanvullende forfaitaire kledijvergoeding Deze aanvullende forfaitaire kledijvergoeding wordt aan het personeelslid toegekend voor de aankoop van niet-geleverde onderdelen van het uniform en voor het onderhoud van het uniform.

Het bedrag van de aanvullende forfaitaire kledijvergoeding varieert in functie van het aantal dagen dat het personeelslid tijdens het kalenderjaar heeft gewerkt.

De kledij die door het personeelslid is gekocht met de aanvullende forfaitaire vergoeding, mag enkel voor professionele doeleinden gebruikt worden. De personeelsleden zullen verplicht worden om het logo van de FOD Justitie permanent op de aangekochte kledij aan te brengen. De Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen van de federale Overheidsdienst Justitie bepaalt de richtlijnen voor de plaatsing van deze logo's. Deze logo's zullen ter beschikking van het personeel worden gesteld.

C. De verplichting om een dresscode te respecteren voor de niet-geleverde kledingstukken.

Het personeelslid moet de dresscode, vastgesteld in de bijlage, respecteren.

De Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen van de federale Overheidsdienst Justitie kan in uitzonderlijke gevallen bepalingen vaststellen die afwijken van de bovenvermelde standaard-dresscode. Dit kan noodzakelijk zijn bij extreme weersomstandigheden, zoals heel hoge temperaturen.

III. Belangrijke punten bij de overgang van het oude naar het nieuwe systeem zijn de volgende: 1° Er is voorzien dat de personeelsleden in dienst op 31 december 2020, een vergoeding zullen ontvangen voor de achterstallige kledij die niet is geleverd;deze achterstallige kledij zal worden gecompenseerd aan 0,04 euro per punt. 2° Dit nieuwe systeem gaat gepaard met de levering van nieuwe, modernere uniformen met het nieuwe logo van de FOD Justitie vanaf 2022.Het personeelslid dat op 31 december 2021 in functie is, ontvangt in de loop van het jaar 2022 een basisuitrusting (nieuw uniform) als omschreven in artikel 3, ter compensatie van het quotum van de tijdens het jaar 2021 verzamelde punten.

De kledingstukken van het oude uniform (fleece, pull-over, hemd of blouse met korte mouwen, polo met korte mouwen, hemd of blouse met lange mouwen) mogen tot 31 december 2024 worden gedragen V. Voor het overige werd er rekening gehouden met alle opmerkingen van de Raad van State. De artikelen in kwestie en de aanhef werden aangepast.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister belast met Justitie en de Noordzee, V. VAN QUICKENBORNE

Raad van State, afdeling Wetgeving advies 70.344/1 van 18 november 2021 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot bepaling van de uitrusting en de kledijvergoeding die worden toegekend aan de personeelsleden van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen van de federale Overheidsdienst Justitie die deel uitmaken van de bewaking, techniek en logistiek' Op 21 oktober 2021 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Justitie verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot bepaling van de uitrusting en de kledijvergoeding die worden toegekend aan de personeelsleden van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen van de federale Overheidsdienst Justitie die deel uitmaken van de bewaking, techniek en logistiek'.

Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 9 november 2021. De kamer was samengesteld uit Marnix VAN DAMME, kamervoorzitter, Wouter PAS en Inge VOS, staatsraden, Michel TISON en Johan PUT, assessoren, en Greet VERBERCKMOES, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Barbara SPEYBROUCK, eerste auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Inge VOS, staatsraad.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 18 november 2021. 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. STREKKING EN RECHTSGROND VAN HET ONTWERP 2. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe een nieuw systeem in te voeren voor de uniformen van het penitentiair bewakingspersoneel. Hoofdstuk 1 bevat het toepassingsgebied, de definities en de algemene bepalingen.

Het besluit is van toepassing op de personeelsleden van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen van de Federale Overheidsdienst Justitie die deel uitmaken van de bewaking, techniek en logistiek en die hun functie uitoefenen in de gevangenissen met uitzondering van de detentiehuizen (artikel 1). Deze personeelsleden zijn bij de uitoefening van hun functie verplicht een uniform te dragen en daarvoor krijgen zij bepaalde kledingstukken alsook een aanvullende forfaitaire vergoeding voor de aankoop van niet geleverde onderdelen van het uniform en voor het onderhoud van het uniform (artikel 2, § 1). Wanneer het personeelslid de functie niet meer uitoefent, wordt de levering en uitbetaling geschorst of niet uitgevoerd (artikel 2, § 2).

Hoofdstuk 2 regelt de levering van bepaalde kledingstukken, waarbij onder meer wordt bepaald welke basisuitrusting het personeelslid bij de aanvang van zijn functie ontvangt (artikel 3), welke kledingstukken hij jaarlijks ontvangt (artikel 4) en wanneer het personeelslid graad- en identificatiekentekens ontvangt (artikel 5).

Hoofdstuk 3 regelt de toekenning van een aanvullende forfaitaire kledijvergoeding. Het betreft een jaarlijkse vergoeding voor de door het personeelslid aangekochte kledij waarvan de voorschriften zijn opgenomen in de bijlage bij het ontwerp (artikel 11, §§ 1 tot 3, eerste lid). De Directeur-generaal kan bepalingen vaststellen die afwijken van de kledijvoorschriften en hij bepaalt de modaliteiten voor het dragen van de logo's en kentekens (artikel 11, § 3, tweede lid). Voorts wordt onder meer bepaald wanneer deze forfaitaire vergoeding wordt uitbetaald en gepreciseerd dat het bedrag ervan niet onderworpen is aan de indexeringsregeling (artikel 11, § 4).

Hoofdstuk 4 bevat overgangs-, opheffings- en slotbepalingen.

Voor de kledingstukken die niet geleverd werden overeenkomstig artikel 9 van het ministerieel besluit van 28 oktober 2009Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/10/2009 pub. 10/12/2009 numac 2009009822 bron federale overheidsdienst justitie Ministerieel besluit bepalende de uitrusting en het materiaal dat ter beschikking gesteld wordt van de veiligheidsbeambten en de penitentiaire beambten van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen bij de Federale Overheidsdienst Justitie sluiten `bepalende de uitrusting en het materiaal dat ter beschikking gesteld wordt van de veiligheidsambten en de penitentiaire beambten van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen bij de Federale Overheidsdienst Justitie' ontvangt het personeelslid in dienst op 31 december 2020 een vergoeding (artikel 14). Het personeelslid dat reeds in dienst was op 31 december 2021 ontvangt in 2022 de basisuitrusting (artikel 15). Het oude uniform mag worden gedragen tot 31 december 2023 (artikel 16).

Het koninklijk besluit van 18 januari 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/01/2005 pub. 10/02/2005 numac 2005009069 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit bepalende de uitrusting en het materiaal dat ter beschikking gesteld wordt van de veiligheidsbeambten van het veiligheidskorps, van de penitentiaire beambten en verplegers van het Directoraat-generaal Uitvoering van Straffen en Maatregelen van de Federale Overheidsdienst Justitie sluiten `bepalende de uitrusting en het materiaal dat ter beschikking gesteld wordt van het veiligheidskorps, van de penitentiaire beambten en verplegers van het Directoraat-generaal Uitvoering van Straffen en Maatregelen van de Federale Overheidsdienst Justitie' en het voornoemde ministerieel besluit van 28 oktober 2009Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/10/2009 pub. 10/12/2009 numac 2009009822 bron federale overheidsdienst justitie Ministerieel besluit bepalende de uitrusting en het materiaal dat ter beschikking gesteld wordt van de veiligheidsbeambten en de penitentiaire beambten van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen bij de Federale Overheidsdienst Justitie sluiten worden opgeheven (artikel 17).

Het is de bedoeling om artikel 14, eerste lid, 4° en 5°, van de wet van 23 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/03/2019 pub. 11/04/2019 numac 2019011569 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de organisatie van de penitentiaire diensten en van het statuut van het penitentiair personeel sluiten `betreffende de organisatie van de penitentiaire diensten en van het statuut van het penitentiair personeel', evenals het ontworpen koninklijk besluit in werking te laten treden op 1 januari 2022, met uitzondering van artikel 14 van het ontwerp, waarvoor reeds een inwerkingtreding op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad wordt beoogd (artikel 18). 3. De Koning put de bevoegdheid om het statuut vast te stellen van het federaal openbaar ambt, waartoe de betrokken personeelsleden van de buitendiensten van het directoraat-generaal penitentiaire inrichtingen behoren, rechtstreeks uit 107, tweede lid, van de Grondwet. Daarnaast kan voor het ontwerp bijkomend rechtsgrond worden gevonden in artikel 14, eerste lid, 4° en 5°, van de wet van 23 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/03/2019 pub. 11/04/2019 numac 2019011569 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de organisatie van de penitentiaire diensten en van het statuut van het penitentiair personeel sluiten, waarbij het bepalen van de samenstelling van het uniform, de kentekens eigen aan de functie en de middelen ter identificatie wordt toevertrouwd aan de Koning.1 Aangezien deze laatste bepalingen overeenkomstig artikel 18, 1°, van het ontwerp pas in werking treden op 1 januari 2022, kunnen zij echter geen bijkomende rechtsgrond bieden voor artikel 14 van het ontwerp, dat overeenkomstig artikel 18, 2°, van het ontwerp immers reeds in werking treedt op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

VORMVEREISTEN 4. Uit de stukken die aan de afdeling Wetgeving zijn toegezonden, blijkt dat het advies van de inspecteur van Financiën van 5 juli 2021 betrekking heeft op een vorige versie van het ontworpen besluit en dat het ontwerp bovendien ook op een aantal punten zou zijn gewijzigd in vergelijking met die versie.Zoals hierna sub 5 zal blijken, betreft ook de aan de afdeling Wetgeving om advies voorgelegde ontwerptekst geen definitieve ontwerptekst. De stellers van het ontwerp dienen bijgevolg na te gaan of over de uiteindelijke ontwerptekst niet opnieuw het advies van de Inspectie van Financiën dient te worden ingewonnen en of deze mogelijk niet opnieuw aan de voorafgaande akkoordbevinding van de Staatssecretaris van Begroting moet worden onderworpen. 5. In het achtste lid van de aanhef wordt "het protocol nr.XXX van (...) van het Sectorcomité III - Justitie" vermeld. Dit protocol werd niet gevoegd bij de adviesaanvraag. Uit de bij de adviesaanvraag gevoegde stukken en de toelichting door de gemachtigde blijkt dat het protocol nog niet werd ondertekend en dat er sprake is van een "aangepaste versie van het ontwerp van koninklijk besluit na onderhandelingen met de vakbonden". Aldus blijkt de om advies voorgelegde ontwerptekst niet te kunnen worden beschouwd als een definitieve ontwerptekst.

In dat verband dient eraan te worden herinnerd dat in beginsel de afdeling Wetgeving pas om advies kan worden gevraagd nadat het betrokken ontwerp alle achtereenvolgende stadia van de administratieve voorbereiding heeft doorlopen en het tot het vaststellen van het ontwerp bevoegde orgaan de mogelijkheid heeft gehad de tekst ervan eventueel aan te passen in het licht van de vervulde vormvereisten.

Aldus wordt vermeden dat de Raad van State advies zou uitbrengen over een niet-definitieve ontwerptekst en wordt gewaarborgd dat het advies kan worden uitgebracht met volledige kennis van alle ter zake relevante elementen. De stellers van het ontwerp wordt verzocht hiermee in de toekomst rekening te houden.

Indien de aan de Raad van State voorgelegde tekst ten gevolge van het voormelde protocol of voormeld advies nog wijzigingen zou ondergaan,2 moeten de gewijzigde of toegevoegde bepalingen, ter inachtneming van het voorschrift van artikel 3, § 1, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, aan de afdeling Wetgeving worden voorgelegd.

ONDERZOEK VAN DE TEKST Aanhef 6. De verplicht vervulde vormvereisten dienen in chronologische volgorde te worden weergegeven, te beginnen met de oudste.(3) Artikel 1 7. Met het oog op de overeenstemming tussen beide taalversies van de ontworpen tekst, dienen in de Nederlandse tekst in het eerste lid van artikel 1 de woorden "heeft betrekking op" te worden vervangen door de woorden "is van toepassing op" ("s'applique aux"). In het tweede lid, punt 2°, ontbreekt in de Nederlandse tekst de datum van het koninklijk besluit van 17 augustus 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/08/2019 pub. 29/08/2019 numac 2019014179 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van de bepalingen van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden inzake de bestemming van de gevangenissen en de plaatsing en de overplaatsing van de gedetineerden sluiten `tot uitvoering van de bepalingen van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden inzake de bestemming van de gevangenissen en de plaatsing en de overplaatsing van de gedetineerden'.

Artikel 2 8. Met het oog op de overeenstemming tussen beide taalversies van de ontworpen tekst dienen in het tweede lid de woorden "Hierover wordt het hem toegewezen" te worden vervangen door "Hiervoor wordt hem toegewezen" ("A cet effet, il lui est alloué").9. De gemachtigde verklaart over paragraaf 2: "Het betreft hier niet ziekte of enige andere vorm van afwezigheid. Daarvoor werd een andere oplossing gevonden, meer bepaald het uitbetalen van de vergoeding en toekennen van de kledingstukken op basis van de geleverde prestaties.

Het betreft hier personeelsleden die een andere functie toegekend krijgen, maar wel de graad van penitentiair bewakingsassistent of penitentiair technische assistent blijven behouden. Het is mogelijk dat een personeelslid wordt gedetacheerd naar het centraal bestuur of naar een andere functie zoals ICT, ..., waarbij hij niet meer verplicht is om een uniform te dragen. Het dragen van een uniform is enkel verplicht wanneer men een bewakings- of technische functie op het cellulaire gedeelte in een gevangenis uitoefent. Wanneer een medewerker geen uniform meer moet dragen voor de uitoefening van zijn functie, maakt hij geen aanspraak meer op een kledijvergoeding, noch op de jaarlijkse kledingstukken. Dit is evident." Het verdient aanbeveling om deze toelichting op te nemen in het Verslag aan de Koning.

Artikel 4 10. In het Verslag aan de Koning wordt vermeld dat het personeelslid, naast de basisuitrusting, jaarlijks een aantal kledingstukken ontvangt, "te kiezen uit" bepaalde artikelen.Omwille van de duidelijkheid zou het woord "waaronder", in artikel 4, § 1, beter worden vervangen door "te kiezen uit". 11. In de Nederlandse tekst van artikel 4, § 2, eerste streepje, van het ontwerp, dient de zinsnede "in de zin van artikel 1, (tweede) lid, 3° ", te worden ingevoegd tussen de woorden "dagen" en "van het kalenderjaar".Hetzelfde geldt voor artikel 11, § 2, eerste streepje, van het ontwerp.

Artikel 5 12. In de laatste zin dient het woord "nieuwe" te worden vervangen door "nieuw". Artikel 6 13. Met het oog op de overeenstemming tussen beide taalversies van de ontworpen tekst, dienen in de Nederlandse tekst de woorden "dient hij dit uniform te dragen" te worden vervangen door de woorden "draagt hij deze" ("il les portes"). Artikel 7 14. In het tweede lid dient tussen de woorden "wijzigingen" en "aanbrengen" het woord "aan" te worden gevoegd. Artikel 11 15. In het tweede lid van paragraaf 3 wordt bepaald dat de Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen van de Federale Overheidsdienst Justitie bepalingen kan vaststellen die afwijken van de in de bijlage opgenomen kledijvoorschriften. De toekenning van regelgevende bevoegdheid aan een ambtenaar die geen politieke verantwoordelijkheid draagt ten opzichte van een democratisch verkozen vergadering is in principe ontoelaatbaar omdat afbreuk wordt gedaan aan het beginsel van de eenheid van verordenende macht en aan het beginsel van de politieke verantwoordelijkheid van de ministers. Enkel wanneer het gaat om maatregelen die een beperkte en technische draagwijdte hebben, kan een dergelijke delegatie worden aanvaard.

Hierover ondervraagd, antwoordt de gemachtigde: "Dit kan noodzakelijk zijn bij extreme weersomstandigheden, zoals heel hoge temperaturen." In de bepaling wordt dan ook best verduidelijkt dat dit slechts in uitzonderlijke gevallen mogelijk is, waarbij in het Verslag aan de Koning daarover tevens een toelichting wordt gegeven. 16. In paragraaf 4, tweede lid, wordt bepaald dat de aanvullende forfaitaire vergoeding "na het vervallen van de termijn" wordt betaald.De gemachtigde verklaart dat dit "het eerste en het tweede semester" betreft, zoals verder wordt bepaald. Het verdient omwille van de duidelijkheid aanbeveling om deze bepalingen te herschrijven als een tweede lid.

In het laatste lid dienen voorts de woorden "waar het personeelslid tijdens de periode van januari-februari recht op heeft" te worden herschreven als "waar hij recht op heeft tijdens de periode januari-februari", zodat duidelijk blijkt wanneer de uitbetaling gebeurt.

Artikel 12 17. In de Nederlandse tekst dienen de woorden "en verstrekt de bewijsstukken" te worden vervangen door "en verstrekt ze".Daarenboven kan het woord "telkens" worden weggelaten omdat dit niets toevoegt.

Artikelen 14 en 18 18. Artikel 14 van het ontwerp bepaalt dat de personeelsleden in dienst op 31 december 2020 een vergoeding ontvangen voor niet-geleverde kledingstukken overeenkomstig artikel 9 van het ministerieel besluit van 28 oktober 2009Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/10/2009 pub. 10/12/2009 numac 2009009822 bron federale overheidsdienst justitie Ministerieel besluit bepalende de uitrusting en het materiaal dat ter beschikking gesteld wordt van de veiligheidsbeambten en de penitentiaire beambten van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen bij de Federale Overheidsdienst Justitie sluiten.De vergoeding wordt vastgesteld op 0,04 euro per punt. Deze bepaling treedt overeenkomstig artikel 18 in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Gevraagd waarom niet de gebruikelijke termijn van inwerkingtreding wordt toegepast, antwoordt de gemachtigde: "Het is de bedoeling om de kledijachterstand te vergoeden op het budget van 2021. Daarom is het belangrijk dat dit KB nog in werking treedt voor 01/12/2021." Aldus blijkt een specifieke reden te bestaan om af te wijken van de gangbare termijn van inwerkingtreding van besluiten.

Bijlage 19. In de bijlage wordt op gedetailleerde wijze bepaald waaraan de door het personeelslid aangekochte kledingstukken moeten voldoen. Evenwel wordt bij "hoofddeksels" niet gespecifieerd wat daaronder wordt begrepen. Volgens de gemachtigde betreft dit "een muts of pet voor medewerkers die controle opdrachten buiten moeten uitvoeren". Het verdient aanbeveling om deze specificatie op te nemen in de tekst van de bijlage.

De griffier, Greet VERBERCKMOES De voorzitter, Marnix VAN DAMME _______ Nota's 1 Wat de bepalingen van het ontwerp die betrekking hebben op de toekenning van een aanvullende forfaitaire kledijvergoeding betreft, kan daarnaast overigens ook gewezen worden op het koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017040352 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt sluiten `tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt' dat ook van toepassing is op de personeelsleden van de buitendiensten van het Directoraat-Generaal Penitentiaire Inrichtingen. Uit artikel 97 van dit koninklijk besluit volgt dat een specifieke vergoeding kan worden toegekend aan het personeelslid dat naar aanleiding van de uitoefening van zijn functie andere werkelijke onkosten moet dragen dan die gedekt door de in dit besluit vastgelegde vergoedingen, die niet beschouwd kunnen worden als normaal, of ze nu al dan niet inherent zijn aan de functie, om terugkerende kosten te dekken die werkelijk zijn gemaakt tijdens de uitoefening van de functie. Artikel 100 van dit koninklijk besluit bepaalt dat dergelijke vergoedingen worden vastgelegd in een ministerieel besluit, na overleg in de ministerraad. 2 Namelijk andere wijzigingen dan diegene waarvan in dit advies melding wordt gemaakt of wijzigingen die ertoe strekken tegemoet te komen aan hetgeen in dit advies wordt opgemerkt. 3 Zie Beginselen van de wetgevingstechniek. Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, Raad van State, 2008, aanbeveling 34, te raadplegen op de internetsite van de Raad van State (www.raadvst-consetat.be).

2 DECEMBER 2021. - Koninklijk besluit tot bepaling van de uitrusting en de kledijvergoeding die worden toegekend aan de personeelsleden van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen van de federale Overheidsdienst Justitie die deel uitmaken van de bewaking, techniek en logistiek FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikel 107, tweede lid;

Gelet op de wet van 23 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/03/2019 pub. 11/04/2019 numac 2019011569 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de organisatie van de penitentiaire diensten en van het statuut van het penitentiair personeel sluiten betreffende de organisatie van de penitentiaire diensten en van het statuut van het penitentiair personeel, artikel 14, lid 1, 4° en 5° ;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 januari 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/01/2005 pub. 10/02/2005 numac 2005009069 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit bepalende de uitrusting en het materiaal dat ter beschikking gesteld wordt van de veiligheidsbeambten van het veiligheidskorps, van de penitentiaire beambten en verplegers van het Directoraat-generaal Uitvoering van Straffen en Maatregelen van de Federale Overheidsdienst Justitie sluiten bepalende de uitrusting en het materiaal dat ter beschikking gesteld wordt van de veiligheidsbeambten van het veiligheidskorps, van de penitentiaire beambten en verplegers van het Directoraat-generaal Uitvoering van Straffen en Maatregelen van de Federale Overheidsdienst Justitie;

Gelet op het ministerieel besluit van 28 oktober 2009Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/10/2009 pub. 10/12/2009 numac 2009009822 bron federale overheidsdienst justitie Ministerieel besluit bepalende de uitrusting en het materiaal dat ter beschikking gesteld wordt van de veiligheidsbeambten en de penitentiaire beambten van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen bij de Federale Overheidsdienst Justitie sluiten bepalende de uitrusting en het materiaal dat ter beschikking gesteld wordt van de veiligheidsbeambten en de penitentiaire beambten van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen bij de Federale Overheidsdienst Justitie;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 juli 2021;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 6 september 2021;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, d.d. 24 september 2021;

Gelet op het protocol nr. 510 van 15 oktober 2021 van het Sectorcomité III - Justitie;

Gelet op advies 70.344/1 van de Raad van State, gegeven op 18 november 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende het koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017040352 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt sluiten tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt, artikelen 97 tot 100;

Op de voordracht van de Minister van Justitie en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied, definities en algemenen bepalingen

Artikel 1.Het voorliggend besluit is van toepassing op de personeelsleden van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen van de federale Overheidsdienst Justitie die deel uitmaken van de bewaking, techniek en logistiek en die hun functie in een gevangenis uitoefenen, uitgezonderd voor de gevangenissen die als detentiehuis aangewezen worden.

Voor de uitvoering van dit voorliggend besluit verstaat men onder : 1° "personeelslid" : het contractueel personeelslid, de statutair of stagiair;2° "de buitendiensten van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen" : de gevangenissen bedoeld in het koninklijk besluit van 17 augustus 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/08/2019 pub. 29/08/2019 numac 2019014179 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van de bepalingen van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden inzake de bestemming van de gevangenissen en de plaatsing en de overplaatsing van de gedetineerden sluiten tot uitvoering van de bepalingen van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden inzake de bestemming van de gevangenissen en de plaatsing en de overplaatsing van de gedetineerden ;3° "gepresteerde dag" : dag waarop de diensten daadwerkelijk door een personeelslid worden gepresteerd volgens zijn werkrooster.

Art. 2.§ 1. Het in artikel 1 bedoelde personeelslid is verplicht bij de uitoefening van zijn functie een uniform te dragen.

Hiervoor wordt hem toegewezen : 1° de levering van bepaalde kledingstukken die noodzakelijk zijn om bij de uitoefening van zijn functie herkenbaar te zijn ;2° een aanvullende forfaitaire kledijvergoeding voor de aankoop van niet geleverde onderdelen van het uniform en het onderhoud van het uniform. § 2. Indien het personeelslid één van de in het artikel 1 bedoelde functies niet meer uitoefent, worden de ter beschikking stelling van de kledingstukken en de uitbetaling van de vergoeding geschorst, of in voorkomend geval, niet uitgevoerd. HOOFDSTUK 2. - Het leveren van bepaalde kledingstukken

Art. 3.Het personeelslid dat zijn functie voor een eerste keer opneemt, ontvangt bij het opnemen van zijn functie een eerste basisuitrusting van kledij.

Deze basisuitrusting bestaat uit volgende stukken 1° vest met lange mouwen .. . . . 1; 2° pull-over met lange mouwen .. . . . 1; 3° hemd (blouse) met korte mouwen en/of polo met korte mouwen .. . . . 4; 4° hemd (blouse) met lange mouwen .. . . . 4; 5° kentekens .. . . . 4.

Art. 4.§ 1. Het personeelslid heeft jaarlijks, vanaf het jaar volgend op het jaar van het opnemen van zijn functie, recht op 5 kledingstukken te kiezen uit de volgende artikelen : vest, pull-over, hemd of blouse met korte mouwen, polo met korte mouwen, hemd of blouse met lange mouwen. § 2. In afwijking van paragraaf 1, het personeelslid : - dat minder dan 110 dagen in de zin van artikel 1, tweede lid, 3°, van het kalenderjaar gepresteerd heeft, heeft recht op 3 kledingstukken van de lijst bedoeld in paragraaf 1 ; - dat gedurende het kalenderjaar geen dagen heeft gepresteerd, ontvangt geen kledingstukken. § 3. Een tegenwaarde in geld voor alle of een deel van de in dit bovenvermelde hoofdstuk kledingstukken kan nooit uitgekeerd worden.

Art. 5.Het personeelslid beschikt over graad- en identificatiekentekens. Om de twee jaar ontvangt het personeelslid een nieuw identificatie- en graadkenteken. Bij verandering van graad, ontvangt het personeelslid twee nieuwe graadkentekens. Bij verlies of beschadiging van het kenteken ontvangt het personeelslid een nieuw exemplaar.

Art. 6.Van zodra het personeelslid in het bezit is van de aangeleverde kledingstukken, draagt hij deze tijdens de uitoefening van zijn functie.

Art. 7.De kledingstukken verkregen door het personeelslid zijn eigendom van de federale Overheidsdienst Justitie.

Het personeelslid mag er geen wijzigingen aan aanbrengen en moet deze in goede staat houden.

Het personeelslid mag ze niet verkopen. Hij mag ze niet afstaan, tenzij aan één personeelslid in actieve dienst, mits toelating van de directie.

De kledingstukken voorzien van het logo van de federale Overheidsdienst Justitie en/of deze waarop kentekens kunnen aangebracht worden, en die door het personeelslid niet meer kunnen of mogen gedragen worden, moeten ingeleverd worden.

Art. 8.De kledingstukken aangeleverd door de federale Overheidsdienst Justitie die beschadigd zijn of die zoek geraakt zijn, worden vervangen op voorwaarde dat het verlies of de beschadiging niet te wijten is aan een fout begaan door het personeelslid.

Art. 9.Het personeelslid dat al dan niet vrijwillig zijn ambt neerlegt, heeft geen recht meer op levering van kledij op basis van gepresteerde diensttijd.

Art. 10.In het jaar van pensionering of verlof voorafgaand aan het pensioen worden aan het personeelslid geen kledingstukken meer toegekend. HOOFDSTUK 3. - De toekenning van een aanvullende forfaitaire kledijvergoeding

Art. 11.§ 1. Er wordt een aanvullende forfaitaire kledijvergoeding van 250 euro per jaar toegekend aan het personeelslid om alle gemaakte kledijkosten verbonden aan de opgelegde kledijvoorschriften zoals bedoeld in paragraaf 3 te dekken. § 2. In afwijking van het eerste lid, heeft het personeelslid, - dat minder dan 110 dagen in de zin van artikel 1, tweede lid, 3°, van het kalenderjaar gepresteerd heeft heeft recht op een aanvullende forfaitaire kledijvergoeding van 150 euro; - dat geen enkele prestatie heeft verricht tijdens het kalenderjaar, geen recht op een aanvullende forfaitaire kledijvergoeding. § 3 Het personeelslid moet zich aan de kledijvoorschriften houden zoals vastgelegd in de bijlage van het huidige besluit.

De Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen van de federale Overheidsdienst Justitie kan in uitzonderlijke gevallen bepalingen vaststellen die afwijken van de bovenvermelde standaard-dresscode. Hij bepaalt de modaliteiten met betrekking tot het dragen van de logo's en kentekens.

De door het personeelslid aangekochte kleding met de aanvullende forfaitaire kledijvergoeding bedoeld in paragraaf 1, draagt het permanente logo van de Federale Overheidsdienst Justitie. Ze mogen enkel voor de uitoefening van de functie gebruikt worden, woon-werkverkeer inbegrepen. § 4. Het bedrag van de aanvullende forfaitaire kledijvergoeding is niet onderworpen aan de indexeringsregeling.

De aanvullende forfaitaire kledijvergoeding wordt halfjaarlijks na het vervallen van de termijn betaald als volgt: Het personeelslid dat tijdens het eerste semester van het jaar prestaties heeft verricht, ontvangt: - 150 euro tijdens de periode van augustus-september; - In voorkomend geval, het saldo van maximum 100 euro tijdens de periode van januari-februari.

Het personeelslid dat enkel tijdens het tweede semester prestaties heeft verricht, ontvangt het totaal bedrag van de aanvullende forfaitaire kledijvergoeding waar hij recht op heeft tijdens de periode van januari-februari.

Art. 12.Het personeelslid houdt de bewijsstukken van het bestaan van werkelijke onkosten bij gedurende vijf jaar en verstrekt ze wanneer de werkgever daarom verzoekt.

Art. 13.De kledingstukken, die zijn aangekocht met de aanvullende forfaitaire kledijvergoeding, die beschadigd zijn, worden op kosten van de werkgever vergoed op voorwaarde dat de beschadiging niet te wijten is aan een fout begaan door het personeelslid, overeenkomstig het koninklijk besluit van 16 maart 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/03/2006 pub. 28/03/2006 numac 2006002031 bron federale overheidsdienst personeel en organisatie Koninklijk besluit betreffende de rechtshulp aan de personeelsleden van bepaalde overheidsdiensten en de schadeloosstelling van de door hen opgelopen zaakschade sluiten betreffende de rechtshulp aan de personeelsleden van bepaalde overheidsdiensten en de schadeloosstelling van de door hen opgelopen zaakschade. Deze terugbetaling mag niet meer bedragen dan 250 euro per jaar. HOOFDSTUK 4. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen

Art. 14.Het personeelslid in dienst op 31 december 2020 ontvangt een tegenwaarde in geld van de kledingstukken die niet werden geleverd overeenkomstig artikel 9 van het ministerieel besluit van 28 oktober 2009Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/10/2009 pub. 10/12/2009 numac 2009009822 bron federale overheidsdienst justitie Ministerieel besluit bepalende de uitrusting en het materiaal dat ter beschikking gesteld wordt van de veiligheidsbeambten en de penitentiaire beambten van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen bij de Federale Overheidsdienst Justitie sluiten bepalende de uitrusting en het materiaal dat ter beschikking gesteld wordt van de veiligheidsbeambten en de penitentiaire beambten van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen bij de Federale Overheidsdienst Justitie. De kledijachterstand op 31 december 2020 wordt vergoed aan 0,04 euro per punt.

Art. 15.In afwijking van artikel 4 krijgt het personeelslid, dat reeds in dienst was op 31 december 2021, in de loop van 2022 een basisuitrusting zoals omschreven in artikel 3. Dit is een compensatie voor het quotum van de tijdens het jaar 2021 verzamelde punten.

Art. 16.De kledingstukken van het oude uniform (fleece, pull-over, hemd of blouse met korte mouwen, polo met korte mouwen, hemd of blouse met lange mouwen) mogen tot 31 december 2024 worden gedragen.

Art. 17.Worden opgeheven: 1° het koninklijk besluit van 18 januari 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/01/2005 pub. 10/02/2005 numac 2005009069 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit bepalende de uitrusting en het materiaal dat ter beschikking gesteld wordt van de veiligheidsbeambten van het veiligheidskorps, van de penitentiaire beambten en verplegers van het Directoraat-generaal Uitvoering van Straffen en Maatregelen van de Federale Overheidsdienst Justitie sluiten bepalende de uitrusting en het materiaal dat ter beschikking gesteld wordt van de veiligheidsbeambten van het veiligheidskorps, van de penitentiaire beambten en verplegers van het Directoraat-generaal Uitvoering van Straffen en Maatregelen van de Federale Overheidsdienst Justitie;2° het ministerieel besluit van 28 oktober 2009Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/10/2009 pub. 10/12/2009 numac 2009009822 bron federale overheidsdienst justitie Ministerieel besluit bepalende de uitrusting en het materiaal dat ter beschikking gesteld wordt van de veiligheidsbeambten en de penitentiaire beambten van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen bij de Federale Overheidsdienst Justitie sluiten bepalende de uitrusting en het materiaal dat ter beschikking gesteld wordt van de veiligheidsbeambten en de penitentiaire beambten van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen bij de Federale Overheidsdienst Justitie.

Art. 18.Op 1 januari 2022 treden in werking : 1° artikel 14, lid 1, 4° en 5° van de wet van 23 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/03/2019 pub. 11/04/2019 numac 2019011569 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de organisatie van de penitentiaire diensten en van het statuut van het penitentiair personeel sluiten betreffende de organisatie van de penitentiaire diensten en van het statuut van het penitentiair personeel;2° dit besluit, met uitzondering van artikel 14, dat in werking treedt op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art. 19.De minister bevoegd voor Justitie is belast met de tenuitvoerlegging van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 december 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie V. VAN QUICKENBORNE

Bijlage bij het koninklijk besluit tot bepaling van de uitrusting en de kledijvergoeding die worden toegekend aan de personeelsleden van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen van de federale Overheidsdienst Justitie die deel uitmaken van de bewaking, techniek en logistiek.

Stuk

Kleur

Snit/opmerkingen

Broek

Donkerblauw

Lange rechte pijpen, geen skinny broeken Geen afsluiting aan de enkels Geen lage leest Geen afritsbare pijpen Geen jeansbroeken of joggingsbroek of werkbroeken (overall, salopette) Geen scheuren, gaten en uitrafelingen Geen opzichtige logo's of tekst langs de buitenkant, en geen enkele versiering Eventuele zijzakken dienen plat te zijn

Jas/parka

Donkerblauw

Lange mouwen tot over de pols Geen jeansvest, joggingvest, werkvest Geen opzichtige logo's of tekst langs de buitenkant, en geen enkele versiering

Schoenen

Zwart of donkerblauw of donkergrijs of donkerbruin

Stevige, gesloten en antislip schoen.

Plat of met lage hak.

Geen open of halfopen model, sandaal, pantoffel, klomp Geen sneakers, geen (leger)bottines (combat shoes), geen schoenen met zichtbare metalen onderdelen (tip, hiel, versieringen, ...)

Accessoires

Zwart of donkerblauw of donkergrijs of donkerbruin

Kousen, broeksriemen, muts of pet, sjaals, handschoenen.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 2 december 2021 tot bepaling van de uitrusting en de kledijvergoeding die worden toegekend aan de personeelsleden van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen van de federale Overheidsdienst Justitie die deel uitmaken van de bewaking, techniek en logistiek.

^