2 DECEMBER 2011. - Koninklijk Besluit tot toekenning van een toelage aan de VZW van Luxemburgs recht « Collaboration internationale des Praticiens et Intervenants en Qualité-Santé » en tot vaststelling van de voorwaarden voor het toekennen van deze toelage voor de periode 1 november 2011 tot 31 oktober 2012

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, artikelen 121 tot 124;

Gelet op de programmawet van 2 januari 2001, inzonderheid artikel 59quater;

Gelet op de wet van 30 mei 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/05/2011 pub. 15/06/2011 numac 2011003204 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Wet houdende de Middelenbegroting voor het begrotingsjaar 2011 sluiten houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2011;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole;

Gelet op het gunstig advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 november 2011;

Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Een toelage van zestigduizend euro (€ 60.000), aan te rekenen ten laste van artikel BA 52/11.33.00.01, afdeling 52, van de begroting van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, begrotingsjaar 2011, wordt toegekend aan de de VZW van Luxemburgs recht Collaboration Internationale des Praticiens et Intervenants en Qualité-Santé, hierna « V.Z.W. CIPIQ-S » genoemd, zetelend te Schmiedenacht 87, L-4993 Sanem.

Art. 2.Deze toelage als tussenkomst van de Staat is bestemd voor : 1° de verderzetting van een duurzame integratie van een « Evidence-based » praktijkvoering in de thuisverpleegkundige zorg via : - het verbeteren en aanpassen van de bestaande methodologie voor het uitwerken van de richtlijnen voor de thuisverpleging op basis van de beschikbare wetenschappelijke evidentie, met de inbreng van alle actoren in de eerste lijn van zorgen, getest in de thuisverpleegkundige praktijk door zorgverstrekkers die niet aan de ontwikkeling meewerkten; - het verbeteren en aanpassen van de methodologie voor het implementeren en verspreiden van deze richtlijnen in de thuisverpleging en in de eerste lijn in het algemeen; - het verbeteren en aanpassen van de methodologie voor de opleiding en evaluatie van het gebruik van deze richtlijnen in de thuisverpleegkunde. 2° De promotie van de kwaliteit in de thuisverpleegkunde met name door de productie van « Evidence-Based » richtlijnen voor de thuisverpleegkunde via : - het opstellen van aanbevelingen voor goede praktijkvoering in de thuisverpleegkunde waarvan het onderwerp en de modaliteiten bepaald zullen worden door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu in overleg met de VZW CIPIQ-S; - het regelmatig herbekijken van de bovenvernoemde richtlijnen en het aanpassen ervan op basis van eventuele nieuwe evidenties; - het ter beschikking stellen van instrumenten ter ondersteuning van de toepassing van de richtlijnen in de praktijk van de thuisverpleegkunde; - het ter beschikking stellen van instrumenten voor de verspreiding van de bovenvernoemde richtlijnen; - het evalueren van het gebruik van de richtlijnen in de thuisverpleegkundige praktijk.

Art. 3.Het bedrag van de toelage, bepaald in artikel 1, is bestemd voor het dekken van de werkingsuitgaven van de VZW CIPIQ-s voor de activiteiten in het kader van de opdrachten, omschreven in artikel 2 van dit besluit.

Art. 4.De VZW CIPIQ-s zal een werkplan opstellen en opvolgen waarin een beschrijving wordt gegeven van de activiteiten waarin voorzien is in het kader van de uitvoering van de opdrachten bedoeld in artikel 2.

Dit werkplan zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan het Begeleidingscomité overeenkomstig artikel 6, derde lid.

Art. 5.§ 1. Zodra het werkplan bedoeld in artikel 4 is goedgekeurd, zal 75 % van de bedragen bedoeld in artikel 1 gestort worden aan de VZW CIPIQ-s na het indienen van een schuldvordering. § 2. Het saldo van de toegekende toelage zal slechts uitbetaald worden nadat een activiteitenverslag, goedgekeurd door het begeleidingscomité zoals bedoeld in artikel 6 van dit besluit en schuldvordering met overzicht van de uitgaven die betrekking hebben op de totale toelage en dit uiterlijk een maand na de uitwerking van dit besluit toekomt bij het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu zijn ingediend.

Dit gedetailleerd verslag moet de spreiding van de uitgaven gerealiseerd op basis van de in dit Besluit vermelde opdrachten in kaart brengen. § 3. Na onderzoek van de documenten bedoeld in § 2, betaalt het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer het saldo van de toelage bedoeld in artikel 1 op de bankrekening de VZW CIPIQ-s. § 4. Wanneer de verantwoorde uitgaven het toegekende voorschot niet dekken, wordt het verschil zonder verwijl aan de Staat terugbetaald. § 5. Alle in te dienen documenten worden aan de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu bezorgd in elektronisch formaat (cd-rom) vergezeld van een gedrukte versie.

Art. 6.Er wordt een begeleidingscomité opgericht bij het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu teneinde de werkzaamheden van de VZW CIPIQ-s bedoeld en de uitvoering van de opdrachten bedoeld in artikel 2 te evalueren.

Dat comité is samengesteld uit een vertegenwoordiger van de Minister bevoegd voor Volksgezondheid, een vertegenwoordiger van het Directoraat-generaal Organisatie van de Gezondheidszorgvoorzieningen en twee vertegenwoordigers van het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en een vertegenwoordiger van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. Tot dit comité behoren twee vertegenwoordigers van de VZW CIPIQ-s die er zetelen met raadgevende stem.

Het begeleidingscomité is belast met de evaluatie en de goedkeuring van het werkplan en van het activiteitenverslag waarin de stand van zaken betreffende de uitvoering van de opdrachten bedoeld in artikel 2 wordt toegelicht.

Art. 7.Enkel de personeels- en werkingskosten, onder meer de vergoedingen, lonen, sociale lasten, kleine bureaukosten en de kosten van dienstverlening, die verband houden met de betoelaagde activiteiten als bedoeld in artikel 2, komen in aanmerking.

In het geval de werktijd van bepaalde personeelsleden zou worden verdeeld tussen verschillende beroepsbezigheden, zal slechts dat gedeelte (in tienden berekend) van hun lonen in aanmerking worden genomen dat overeenkomt met de tijd besteed aan de werkzaamheid die gesubsidieerd wordt krachtens dit besluit.

De investeringskosten worden niet terugbetaald.

De onkosten voor de terugbetaling van een lening komen niet in aanmerking.

Art. 8.De VZW CIPIQ-s houdt, ten behoeve van het Rekenhof, de bewijsstukken met betrekking tot de aanwending van de tegemoetkoming ter beschikking.

Art. 9.De VZW CIPIQ-s zal erop toezien dat bij elke voorstelling van hun werkzaamheden in uitvoering van dit Besluit, wordt vermeld dat de organisatie ondersteund wordt door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

De VZW CIPIQ-s voorziet dat minstens twee personen van het directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu systematisch uitgenodigd worden op alle manifestaties die ze organiseren in uitvoering van dit Besluit.

Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 november 2011.

Art. 11.De Minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit Besluit.

Gegeven te Brussel, 2 december 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX