Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 02 april 2014
gepubliceerd op 15 april 2014

Koninklijk besluit tot erkenning en betoelaging van de koepels en tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 februari 2007 voor de erkenning en betoelaging van de Federaties van de niet gouvernementele ontwikkelingsorganisaties

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2014015070
pub.
15/04/2014
prom.
02/04/2014
ELI
eli/besluit/2014/04/02/2014015070/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

2 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot erkenning en betoelaging van de koepels en tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 februari 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/02/2007 pub. 22/02/2007 numac 2007015016 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit voor de erkenning en betoelaging van de Federaties van de niet-gouvernementele ontwikkelingsorganisaties sluiten voor de erkenning en betoelaging van de Federaties van de niet gouvernementele ontwikkelingsorganisaties


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 19 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/03/2013 pub. 12/04/2013 numac 2013015084 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking sluiten betreffende de Belgische ontwikkelingssamenwerking, de artikelen 26, § 3 en 27, § 6, gewijzigd bij de artikelen 13 en 14 van de wet van 9 januari 2014;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 februari 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/02/2007 pub. 22/02/2007 numac 2007015016 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit voor de erkenning en betoelaging van de Federaties van de niet-gouvernementele ontwikkelingsorganisaties sluiten voor de erkenning en betoelaging van de federaties van de niet-gouvernementele ontwikkelingsorganisaties;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 december 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 17 december 2013;

Gelet op het advies 54.924/4 van de Raad van State, gegeven op 19 februari 2014;

Op de voordracht van de Minister van Ontwikkelingssamenwerking en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Erkenning en betoelaging van de koepels

Artikel 1.Om erkend te worden als koepel, dient de organisatie per aangetekend schrijven een erkenningsaanvraag in bij de Minister.

De erkenningsaanvraag wordt vergezeld door het register van de leden van de organisatie

Art. 2.De erkenning als koepel wordt toegekend door de Minister.

Zijn beslissing wordt de organisatie per aangetekend schrijven binnen een termijn van drie maanden volgend op de datum van de ontvangst van de erkenningsaanvraag meegedeeld.

Art. 3.De Minister maakt zijn voornemen om de erkenning in te trekken per aangetekend schrijven kenbaar aan de koepel.

De koepel beschikt over een termijn van twee maanden vanaf de ontvangst van het in het eerste lid vermelde aangetekend schrijven om haar opmerkingen op de intrekking over te maken.

De Minister deelt de beslissing over de intrekking per aangetekend schrijven mee aan de organisatie.

Art. 4.De taken van de koepels zijn : 1° deelnemen aan het strategisch overlegcomité voorzien in artikel 10 van het koninklijk besluit van 7 februari 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/02/2007 pub. 22/02/2007 numac 2007015016 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit voor de erkenning en betoelaging van de Federaties van de niet-gouvernementele ontwikkelingsorganisaties sluiten voor de erkenning en betoelaging van de Federaties van de niet-gouvernementele ontwikkelingsorganisaties;2° bijdragen aan de versterking van de capaciteiten van de NGO's op institutioneel vlak, meer bepaald door het analyseren en documenteren van de evolutie van de paradigma's en praktijken inzake de gouvernementele en niet-gouvernementele ontwikkelingssamenwerking;3° identificeren van de comparatieve voordelen van de verschillende actoren van de gouvernementele en niet-gouvernementele ontwikkelingssamenwerking met het oog op het verkrijgen van een optimale taakverdeling en het identificeren van complementariteiten;4° installeren en coördineren van de platformen betreffende gender en ontwikkeling en beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling, die in staat moeten zijn : a) studies op te maken, adviezen en aanbevelingen te leveren op de thematieken gender en ontwikkeling en beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling;b) opzoekingen en impactanalyses uit te voeren in al de domeinen die betrekking hebben op gender en ontwikkeling en de beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling;c) een technische steun te verlenen inzake de integratie van thematieken betreffende gender en beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling in de strategische nota's van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking;d) evenementen en uitwisselingen op nationaal en internationaal niveau te organiseren betreffende de gender en ontwikkeling gender en de beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling;5° coördineren van de opvolging door de NGO's van de strategische nota's van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking;6° coördineren van een verbindingsgroep tussen NGO's met het oog op de reflectie die moet voorafgaan aan de opstelling van de gemeenschappelijke contextanalyses voorzien in artikel 27, § 7 van de wet van 19 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/03/2013 pub. 12/04/2013 numac 2013015084 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking sluiten betreffende de Belgische ontwikkelingssamenwerking en het bevorderen van de permanente communicatie tussen deze groep en de verschillende ANGS.

Art. 5.§ 1. Een koepel heeft, ten laste van het budget van Ontwikkelingssamenwerking, recht op een jaarlijkse subsidie ten bedrage van maximum drie voltijdse personeelsleden of het equivalent van drie voltijdse personeelsleden.

Deze jaarlijkse subsidie dekt zowel de personeelskosten als de werkingskosten van de koepel die nodig zijn voor de uitvoering van de taken voorzien in artikel 4. § 2. De in aanmerking te nemen kosten mogen per personeelslid en per jaar niet hoger zijn dan zeventig duizend euro vastgesteld op grond van de gezondheidsindex van de maand december 2006, om zijn/haar loon en werkingskosten te dekken. Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast op grond van de gezondheidsindex van de maand september van het jaar dat voorafgaat aan een nieuwe subsidietoekenning. § 3. Als subsidieerbare loonkost voor een personeelslid, wordt het brutoloon, het vakantiegeld en de eindejaarspremie vermeerderd met alle bijdragen die de werkgever moet betalen in toepassing van het voorziene sociaal systeem en de collectieve arbeidsovereenkomsten, in aanmerking genomen.

Als maximum subsidieerbaar bruto salaris wordt gebruik gemaakt van de loonschalen van het Rijkspersoneel, rekening houdend met de diploma's of de beroepservaring met als maximum de loonschaal van Attaché (A1) van het Rijkspersoneel.

Al het gesubsidieerde personeel moet beschikken over een diploma overeenstemmend met de vereisten van de functie of moet tenminste vijf jaar werkervaring kunnen voorleggen vergelijkbaar met deze functie. § 4. Voor 1ste oktober leggen de koepels aan de Minister het activiteitenprogramma en de begroting van het volgende jaar voor.

Art. 6.De jaarlijkse subsidie bedoeld in artikel 5 wordt vrijgegeven in twee schijven van vijftig procent.

De eerst schijf wordt vrijgegeven na de voorlegging van een schuldvordering ingevolge de notificatie van het ministerieel toekenningsbesluit dat voor 31 maart van elk jaar wordt genomen.

De tweede schijf wordt vrijgegeven na de voorlegging van een schuldvordering, het activiteitenverslag en de jaarrekening van het afgelopen boekjaar van de koepel. HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 7 februari 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/02/2007 pub. 22/02/2007 numac 2007015016 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit voor de erkenning en betoelaging van de Federaties van de niet-gouvernementele ontwikkelingsorganisaties sluiten voor de erkenning en betoelaging van de Federaties van de niet-gouvernementele ontwikkelingsorganisaties

Art. 7.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 7 februari 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/02/2007 pub. 22/02/2007 numac 2007015016 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit voor de erkenning en betoelaging van de Federaties van de niet-gouvernementele ontwikkelingsorganisaties sluiten voor de erkenning en betoelaging van de Federaties van de niet-gouvernementele ontwikkelingsorganisaties wordt opgeheven.

Art. 8.In artikel 5 van hetzelfde besluit wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt : "3° de dialoog organiseren tussen de Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp en de ANG's zoals voorzien in art. 9.".

Art. 9.In hetzelfde besluit wordt een artikel 5/1 ingevoegd, luidende : "

Art. 5/1.In overleg met de koepels vervullen de Federaties tevens volgende taken : 1° het organiseren van opleidingen voor de NGO's;2° de uitwisseling van informatie en goede praktijken door middel van de organisatie van werkgroepen en het begeleiden van verbeteringsprocessen;3° de organisatie van werkgroepen van NGO's over de toepassing en de interpretatie van de regelgeving en het opstellen van analyses en aanbevelingen in dit verband; 4° het deelnemen aan het technisch overlegcomité zoals bedoeld in artikel 9.".

Art. 10.In artikel 6 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 1 vervangen als volgt : " § 1. Onverminderd de mogelijkheid voorzien in artikel 7, heeft een Federatie, ten laste van het budget van Ontwikkelingssamenwerking, recht op een jaarlijkse subsidie ten bedrage van maximum zeven voltijdse personeelsleden of het equivalent van zeven voltijdse personeelsleden.

Deze jaarlijkse subsidie dekt zowel de personeelskosten als de werkingskosten die nodig zijn voor de uitvoering van de taken voorzien in artikel 5 en artikel 5/1.".

Art. 11.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 9.§ 1. Er wordt een technisch overlegcomité opgericht. Het technisch overlegcomité beraadslaagt over de toepassing en de interpretatie van de regelgeving die van toepassing is op de actoren van de niet-gouvernementele samenwerking. § 2. Het technisch overlegcomité vergadert minstens drie maal per jaar en wordt voorgezeten door de Directeur van de niet-gouvernementele samenwerking van de Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp.

Het technisch overlegcomité bestaat minstens uit : 1° twee personeelsleden van de Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp;2° één vertegenwoordiger van elke Federatie. § 3. Het technisch overlegcomité doet voorstellen aan de Minister met betrekking tot de toepassing en de interpretatie van de regelgeving die van toepassing is op de actoren van de niet-gouvernementele samenwerking. § 4. Het technisch overlegcomité analyseert jaarlijks het geconsolideerd verslag van de verschillende jaarlijkse boekhoudkundige controles et doet voorstellen om aan de vastgestelde tekortkomingen tegemoet te komen.".

Art. 12.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 10.§ 1. Er wordt een strategisch overlegcomité opgericht. Dit comité doet aan reflectie betreffende de doelstellingen van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking. § 2. Het strategisch overlegcomité vergadert minstens twee keer per jaar en wordt voorgezeten door de Directeur-Generaal van de Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp.

Het strategisch overlegcomité bestaat minstens uit : 1° één personeelsleden van de Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp;2° één vertegenwoordigers van elke koepel;3° één lid van de beleidscel van de Minister. § 3. Het strategisch overlegcomité legt voor aan de Minister : - adviezen over de rol van de actoren van de niet-gouvernementele samenwerking in de Belgische Ontwikkelingssamenwerking; - nieuwe doelstellingen van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking.

Bovendien zorgt het strategisch overlegcomité voor : - de opvolging van de complementariteiten en synergieën van de actoren van de niet-gouvernementele samenwerking; - de opvolging en de evaluatie van de partnerschappen met de gouvernementele samenwerking; - het formuleren van gemeenschappelijke adviezen over de conclusies van studies en evaluaties betreffende de sector van de niet-gouvernementele samenwerking of de Belgische ontwikkelingssamenwerking.".

Art. 13.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 11.De overlegcomités bedoeld in de artikelen 9 en 10 stellen hun huishoudelijk reglement op. Deze worden overgemaakt aan de Minister.".

Art. 14.In hetzelfde besluit wordt een artikel 12/1 ingevoegd, luidende : "

Art. 12/1.Dit besluit treedt buiten werking op 1 januari 2017.". HOOFDSTUK 3. - Overgangsbepalingen

Art. 15.In afwijking op art. 5 § 4, kan het activiteitenprogramma 2014 ingediend worden tot 15 februari 2014. HOOFDSTUK 4. - Uitvoeringsbepaling

Art. 16.De minister bevoegd voor Ontwikkelingssamenwerking is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 april 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Ontwikkelingssamenwerking, J.-P. LABILLE

^