gepubliceerd op 08 april 2014
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 september 1991 betreffende de vuurwapens met historische, folkloristische of decoratieve waarde en de vuurwapens die voor het schieten onbruikbaar zijn gemaakt, met het oog op de herdenkingsmanifestaties van de Eerste Wereldoorlog
2 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 september 1991 betreffende de vuurwapens met historische, folkloristische of decoratieve waarde en de vuurwapens die voor het schieten onbruikbaar zijn gemaakt, met het oog op de herdenkingsmanifestaties van de Eerste Wereldoorlog
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens, artikel 3, § 2, 2° ;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 september 1991 betreffende de vuurwapens met historische, folkloristische of decoratieve waarde en de vuurwapens die voor het schieten onbruikbaar zijn gemaakt;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 februari 2014;
Gelet op advies 55.412/2 van de Raad van State, gegeven op 17 maart 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, 1e lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 3bis van het koninklijk besluit van 20 september 1991 betreffende de vuurwapens met historische, folkloristische of decoratieve waarde en de vuurwapens die voor het schieten onbruikbaar zijn gemaakt, opgeheven bij het koninklijk besluit van 29 december 2006, wordt hersteld als volgt : "
Art. 3/1.Als vrij verkrijgbare wapens worden eveneens beschouwd de vuurwapens die worden gedragen bij herdenkingsoptochten van de Eerste Wereldoorlog of historische reconstructies van gebeurtenissen daaruit die plaatsvonden op Belgisch grondgebied, en die voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° de vuurwapens zijn van de modellen die werden gebruikt tijdens de Eerste Wereldoorlog door de troepen van de landen die op Belgisch grondgebied aan de gevechten hebben deelgenomen;2° als het gaat over draagbare vuurwapens die oorspronkelijk volautomatisch konden vuren, moeten ze volgens de Belgische wettelijke normen zijn geneutraliseerd of omgebouwd tot niet-verboden wapens;3° als het gaat over niet-draagbare vuurwapens die oorspronkelijk volautomatisch konden vuren of over militair materieel zoals bedoeld in artikel 3, § 1, 3°, van de Wapenwet, moeten ze volgens de normen geldend in hun land van herkomst zijn gedemilitariseerd;4° de wapens worden niet geladen met scherpe munitie en de drager ervan heeft die munitie niet bij zich, ze mogen alleen worden geladen met aangepaste blanke patronen en alleen worden afgevuurd wanneer dit past in het draaiboek van de optocht of de reconstructie;5° de wapens zijn hetzij eigendom van de persoon die ze draagt en die lid is van, of zich aansluit bij een in zijn land van herkomst minstens schriftelijk opgerichte vereniging die als doel heeft de deelname aan historische optochten of reconstructies, met uitsluiting van enige vorm van sportschieten, en waarvan de verantwoordelijken toezien op het gebruik ervan door de deelnemers, hetzij eigendom van die vereniging die ze ter beschikking stelt van haar leden en van personen die zich bij haar aansluiten;6° de wapens worden voor en na de optocht of reconstructie veilig bewaard door de verantwoordelijken van de vereniging, die er een volledige en gedetailleerde inventaris van kunnen voorleggen, die werd geviseerd door de politie van hun plaats van herkomst;7° de lokale politie en burgemeester zijn minstens twee weken vooraf gewaarschuwd over de betrokken optocht of reconstructie, het draaiboek ervan, wie eraan deelneemt en met welke wapens, ook als de lokale overheid er zelf de organisator van is;8° de organisator van de betrokken optocht of reconstructie treedt op als contactpunt voor de lokale overheden en voor de deelnemende verenigingen;hij neemt kennis van de voornoemde inventaris en deelnemerslijst en hij gaat na, ten behoeve van de voornoemde overheden en verenigingen, of de aangekondigde wapens verantwoord zijn in het kader van de optocht of de reconstructie; 9° na afloop van de activiteit mogen de wapens alleen nog voorhanden gehouden worden, hetzij door de verenigingen voor deelname aan een volgende gelijkaardige activiteit, hetzij met het oog op wederuitvoer, hetzij met het oog op het verkrijgen van een vergunning tot het voorhanden hebben ervan overeenkomstig artikel 11, § 3, 9°, f), van de Wapenwet, uiterlijk op 31 december 2018 aan te vragen door middel van een attest van deelname afgegeven door de voornoemde organisator. Blijven evenwel vergunningsplichtig, de in het eerste lid bedoelde wapens die worden overgedragen, ook al wordt de overdracht ervan pas na 2018 vastgesteld."
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag van zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad en treedt buiten werking op 1 januari 2019.
Art. 3.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 april 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM