2 APRIL 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 1994 houdende het statuut van de syndicale afvaardiging (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 1994 houdende het statuut van de syndicale afvaardiging.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 april 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 2001 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 1994 houdende het statuut van de syndicale afvaardiging (Overeenkomst geregistreerd op 11 januari 2002 onder het nummer 60510/CO/308)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen welke tot het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie behoren.

Onder « werknemers » wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden-, bediende- en kaderpersoneel.

Art. 2.Artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 1994 betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging, zoals gewijzigd bij artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 1999, wordt vervangen door volgende bepaling : « Een syndicale afvaardiging wordt opgericht in elke onderneming met tenminste 50 (vijftig) werknemers. De termen « onderneming » en « werknemers » dienen begrepen zoals bedoeld in de wetgeving op de ondernemingsraad. ».

Art. 3.Tussen de artikelen 23 en 24 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 1994 houdende het statuut van de syndicale afvaardiging, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 23 juni 1995, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 1999 wordt volgende commentaar toegevoegd. « Commentaar : Rekening houdend met de voortschrijdende evolutie van de elektronische communicatietechnologie zijn de sociale partners van mening dat, waar beschikbaar, een normaal gebruik van elektronische communicatiekanalen (zoals intranet, e-mail) tot de mogelijkheden behoren voor de uitoefening van informatie- en raadplegingsactiviteit van de syndicale afvaardiging. Dergelijk gebruik valt onder de « mondelinge of schriftelijke mededelingen » zoals bedoeld in artikel 23.

De leden van de syndicale afvaardiging dienen hierbij wel de veiligheidsprocedures of eventuele gebruikerscodes die in de onderneming van toepassing zijn, na te leven.

De werkgevers dienen bij hun beveiligings- of controleprocedures op het gebruik van de elektronische communicatiekanalen een normaal evenwicht na te streven tussen de uitoefening van hun controlerecht en de regels inzake bescherming van de persoonlijke levenssfeer ».

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 september 2001 en is gesloten voor een onbepaalde duur.

Zij mag worden opgezegd, geheel of gedeeltelijk door een van de partijen, mits een opzegtermijn van drie maanden, bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 maart 2003.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX