gepubliceerd op 10 juli 2002
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 1996, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, betreffende het brugpensioen na ontslag van de bedienden
2 APRIL 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 1996, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, betreffende het brugpensioen na ontslag van de bedienden (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 1996, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, betreffende het brugpensioen na ontslag van de bedienden, met uitzondering van de bepalingen in strijd met artikel 4, § 2, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Nice, 2 april 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.
Bijlage Paritair Comité voor de bewakingsdiensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 1996 Brugpensioen na ontslag van de bedienden Invoering van het sectoraal brugpensioen vanaf de leeftijd van 55 jaar met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in uitvoering van de Collectieve Arbeidsovereenkomst nr. 60 van de Nationale Arbeidsraad van 20 december 1994 (Overeenkomst geregistreerd op 17 oktober 1996 onder het nummer 42814/CO/317) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen welke behoren tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten.
Met « bedienden » worden zowel de mannelijke als vrouwelijke personeelsleden bedoeld. § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle ondernemingen die een of andere bewakingsactiviteit uitoefenen op Belgisch grondgebied, ongeacht het feit of hun zetel zich in België of in het buitenland bevindt. HOOFDSTUK II.- Doelstelling
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft als doel een brugpensioenregeling in te stellen met compenserende aanwerving om bij voorrang de tewerkstelling van de jongeren en de werklozen te bevorderen. HOOFDSTUK III. - Rechthebbende en basisbepalingen
Art. 3.Rekening houdend met de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 1974, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975 en met het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen en in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 60 van de Nationale Arbeidsraad van 20 december 1994, hebben de bedienden die worden ontslagen om met brugpensioen te kunnen gaan, recht op een aanvullende vergoeding, bovenop de werkloosheidsuitkeringen, ten laste van hun werkgever.
Art. 4.De collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle bedienden, zonder onderscheidt, verbonden door een arbeidscontract met een onderneming die voor rekening van derden bewakingsdiensten verricht voorzover dat : a) ze de leeftijd van 55 jaar bereikt hebben.Deze leeftijd moet bereikt zijn bij het effectief verstrijken van de opzegtermijn of uiterlijk op het moment waarop de arbeidsovereenkomst wordt verbroken en dat zij op het tijdstip van de beëindiging van de individuele arbeidsovereenkomst een beroepsverleden van 33 jaar als loontrekkende kunnen rechtvaardigen; b) ze recht hebben op de werkloosheidsuitkeringen;c) ze tien jaar anciënniteit hebben in de sector, op voltijdse basis. HOOFDSTUK IV. - Administratie en beheer
Art. 5.Er wordt overeengekomen dat de dagen werkonbekwaamheid, wegens ziekte of arbeidsongeval, geassimileerd worden in het raam van de bestaande enveloppe.
Art. 6.De bijzondere werkgeversbijdrage ten voordele van de werkloosheidsverzekering, alsook de bijzondere compenserende maandelijkse werkgeversbijdrage, bestemd voor de sector werkloosheid tot de leeftijd van 58 jaar, worden exclusief gedragen door de werkgever.
Art. 7.Teneinde de lasten van de eventuele brugpensioenen te spreiden, hebben de sociale partners beslist de opdracht te geven aan een paritair orgaan, samengesteld uit de vertegenwoordigers van de werkgever en van de bedienden in de ondernemingsraad, of bij ontstentenis ervan achtereenvolgens de ondernemingsraad als dusdanig, of de syndicale vertegenwoordigers en de werkgever, voorafgaandelijk kennis te nemen van ieder voornemen tot afdanking van bedienden met het oog op de toekenning van een brugpensioenvergoeding tot de leeftijd waarop de bruggepensioneerde met pensioen gaat.
Art. 8.Te dien einde komen de sociale partners overeen dat in iedere onderneming een speciale geblokkeerde rekening dient te worden geopend, te spijzen door 0,3 pct. van de bruto wedden aan 100 pct. van de bedienden tewerkgesteld in de onderneming.
Art. 9.Deze speciale geblokkeerde rekening zal automatisch worden gespijsd door de onderneming, op het ogenblik van de overhandiging van de trimestriële aangifte aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
De rechtvaardiging hiervan zal worden verstrekt aan het aangeduide paritair orgaan, dat onder zijn leden een vertegenwoordiger van het personeel en een vertegenwoordiger van de werkgever zal belasten met het lopend beheer van genoemde rekening.
De werkgever dient door genoemd orgaan minstens eenmaal per maand officieel ingelicht te worden over de stand van deze rekening.
Art. 10.De bevoorradingsbijdrage van de speciale rekening mag bij collectieve arbeidsovereenkomst gewijzigd worden.
De sociale partners verklaren dat de leden van het paritair orgaan in die zin zullen moeten handelen.
Teneinde elk probleem te vermijden, wordt er beslist dat het totaal bedrag dat nodig is voor de uitbetaling van elke bruggepensioneerde tot op de leeftijd van het pensioen, zal moeten gecapitaliseerd worden van bij het vertrek.
Art. 11.De werkgever is ertoe gehouden, overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van brugpensioen, te voorzien in de vervanging van de bruggepensioneerde, die jonger is dan zestig jaar op het ogenblik van de ingang van het brugpensioen.
Art. 12.De werkgever verbindt zich ertoe het brugpensioen-ontslag waarvan hier sprake is, toe te kennen aan de personeelsleden die van het paritair orgaan het akkoord hebben gekregen voor een eventuele tenlasteneming van hun brugpensioenvergoedingen. HOOFDSTUK V. - Bedrag, uitkering en betalingsdatum
Art. 13.De aanvullende vergoeding bij brugpensioen is gelijk aan de helft van het verschil tussen de maandelijkse netto refertewedde en de werkloosheidsuitkering. a) De netto refertewedde wordt als volgt berekend : maandelijks bruto basiswedde + 1/12e van de eindejaarspremie. Van deze maandelijkse bruto wedde zullen de sociale lasten en de voorheffing dienen afgetrokken te worden. b) De maandelijkse basiswedde is deze voorzien in het barema of voorzover deze hoger ligt, de toegepaste basiswedde.
Art. 14.De aanvullende vergoeding bij brugpensioen wordt uitgekeerd aan de gerechtigde in de loop van de maand volgend op de maand waarin hij recht heeft op de werkloosheidsuitkering.
Art. 15.De uitkering gebeurt op voorlegging van een bewijskrachtig document waaruit blijkt dat de betrokkene werkloosheidsuitkeringen heeft ontvangen. HOOFDSTUK VI. - Toezicht
Art. 16.Onverminderd de bevoegdheid van de ondernemingsraad en de syndicale delegatie, houdt het aangewezen paritaire orgaan toezicht op de goede uitvoering van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst, op het vlak van de onderneming. HOOFDSTUK VII. - Slotbepaling
Art. 17.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 september 1996 en treedt buiten werking op 31 december 1996.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 april 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX