gepubliceerd op 09 mei 2002
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende het brugpensioen
2 APRIL 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende het brugpensioen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, inzonderheid op artikel 23;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de non-ferro metalen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende het brugpensioen.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Nice, 2 april 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 26 juli 1996, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996.
Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11 december 1992.
Bijlage Paritair Comité voor de non-ferro metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2001 Brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 9 augustus 2001 onder het nummer 58397/CO/105)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de non-ferro metalen en op de werklieden die zij tewerkstellen.
Onder « werklieden » wordt verstaan : de werklieden en de werksters.
Art. 2.Voor de periode van 1 januari 2001 tot 31 december 2002 wordt binnen de wettelijke en reglementaire mogelijkheden de leeftijd van het brugpensioen, zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975, verlaagd tot 56 jaar, voorzover de werkman in toepassing van de brugpensioenreglementering 33 jaar beroepsverleden als loontrekkende kan rechtvaardigen en 20 jaar gewerkt heeft in een nachtregeling zoals bepaald bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van 23 maart 1990, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de begeleidingsmaatregelen voor ploegenarbeid met nachtprestaties alsook voor andere vormen van arbeid met nachtprestaties, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 13 juni 1990.
Art. 3.Voor de periode van 1 januari 2001 tot 31 december 2002 wordt binnen de wettelijke en reglementaire mogelijkheden de leeftijd van het halftijds brugpensioen, zoals voorzien bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 1993, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 4 december 1993, op 55 jaar gebracht.
Art. 4.Voor de periode van 1 januari 2001 tot 31 december 2002 worden de collectieve arbeidsovereenkomsten inzake conventioneel brugpensioen die op het vlak van de ondernemingen van kracht waren op 31 december 2000, met uitzondering van deze afgesloten in het raam van erkenningen als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering, binnen de wettelijke en reglementaire mogelijkheden, verlengd, maar op het niveau van de aanvullende vergoeding zoals voorzien bij de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17.
In de ondernemingen waar in de collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen die op 31 december 2000 van kracht was een hogere aanvullende vergoeding voorzien is dan deze voorzien bij de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 kan in paritair overleg het behoud of niet van de hogere aanvullende vergoeding besproken worden.
Indien in deze ondernemingen de hogere aanvullende vergoeding ter discussie wordt gebracht gelden de bepalingen betreffende de sociale vrede van hoofdstuk 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen betreffende het sectoraal akkoord 2001-2002 niet voor wat betreft dit artikel.
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en treedt buiten werking op 31 december 2002.
Zij vervangt de bepalingen van de artikelen 47, 48 en 49 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 april 2001, gesloten in het Paritair comité voor de non-ferro metalen, betreffende het sectoraal akkoord 2001-2002.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 april 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX