gepubliceerd op 03 juli 2001
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1998, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende het ter beschikking stellen van personeel
2 AVRIL 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1998, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende het ter beschikking stellen van personeel (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, gewijzigd door de wet van 13 februari 1998 houdende bepalingen tot bevordering van de tewerkstelling, inzonderheid artikel 72;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot organisatie van de regelingen ter bevordering van de tewerkstelling in 1997 en 1998, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 20 oktober 1999;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1998, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende het ter beschikking stellen van personeel.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 april 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 24 juli 1987, Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1987.
Wet van 13 februari 1998, Belgisch Staatsblad van 19 februari 1998.
Koninklijk besluit van 20 oktober 1999, Belgisch Staatsblad van 16 december 1999.
Bijlage Paritair Comité voor het bouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1998 Ter beschikking stellen van personeel (Overeenkomst geregistreerd op 17 juni 1998 onder het nummer 48411/CO/124) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering van titel III - afdeling 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997 tot organisatie van de regelingen ter bevordering van de tewerkstelling in 1997 en 1998, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 20 oktober 1999 (Belgisch Staatsblad van 16 december 1999).
Art. 2.Deze overeenkomst is eveneens gesloten in toepassing van de bepalingen van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers (Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1987), zoals gewijzigd door artikel 72 van de wet van 13 februari 1998 houdende bepalingen tot bevordering van de tewerkstelling (Belgisch Staatsblad van 19 februari 1998).
Art. 3.Deze overeenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die behoren tot het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.
Onder arbeiders wordt verstaan de arbeiders en arbeidsters. HOOFDSTUK II. - Definities
Art. 4.Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder : - werkgever : diegene die naast zijn gewone activiteit (en), zijn vaste werknemers voor een beperkte tijd ter beschikking stelt van een gebruiker; - gebruiker : diegene die tijdelijk een beroep doet op de vaste werknemers van een werkgever. HOOFDSTUK III. - Toepassingsvoorwaarden
Art. 5.Het ter beschikking stellen van personeel kan enkel gebeuren tussen ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en die geregistreerd zijn overeenkomstig de bepalingen van artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en die geen schulden hebben bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid of bij het Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf (Belgisch Staatsblad van 25 juli 1969).
Art. 6.Het ter beschikking stellen van personeel kan enkel ingeroepen worden bij een tijdelijke toename van werk of voor een technische bijstand voor het uitvoeren van specifieke werken.
Art. 7.De arbeiders die tijdelijk worden ter beschikking gesteld moeten hetzij tijdelijk werkloos zijn hetzij zich bevinden in de periode van aanvraag van schorsing van de arbeidsovereenkomst om economische redenen wegens gebrek aan werk.
Art. 8.De periode en de voorwaarden van het ter beschikking stellen van personeel door een werkgever aan een gebruiker, moeten vastgelegd worden in een geschrift, dat moet worden opgesteld voor het begin van het ter beschikking stellen, volgens de modaliteiten vastgesteld in hoofdstuk 4 van deze overeenkomst. De periode van het ter beschikking stellen is beperkt tot een periode van drie maanden.
Art. 9.De overeenkomst die de arbeider met zijn werkgever verbindt, blijft gelden tijdens de periode van het in artikel 8 bedoelde ter beschikking stellen; de gebruiker wordt echter hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de sociale bijdragen, lonen, vergoedingen en voordelen die daaruit volgen.
Art. 10.Het ter beschikking stellen van personeel kan niet gebeuren tijdens de dagen waarop niet mag gewerkt worden volgens de wettelijke en conventionele bepalingen van toepassing in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.
Art. 11.De collectieve arbeidsovereenkomst nr 53 van 23 februari 1993 gesloten in de Nationale Arbeidsraad betreffende de tijdelijke werkloosheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 2 april 1993 (Belgisch Staatsblad van 29 april 1993) is van toepassing. HOOFDSTUK IV. - Administratieve bepalingen
Art. 12.De aanvragen tot het ter beschikking stellen van personeel moeten door de werkgevers bedoeld in artikel 3 van deze overeenkomst, ingediend worden bij de plaatselijke werkgeversorganisatie, vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.
Art. 13.De aanvragen worden ingediend bij middel van een overeenkomst die als bijlage van deze overeenkomst wordt gevoegd en die integrerend deel uitmaakt van deze overeenkomst.
Art. 14.Deze overeenkomst moet mede ondertekend worden door de individuele werknemer, de vakbondsafvaardiging van de gebruiker of bij ontstentenis de lokale vakbondsorganisaties die vertegenwoordigd zijn in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf. Een kennisgeving van deze overeenkomst wordt gedaan aan de vakbondsafvaardiging van de werkgever bedoeld in artikel 4.
Art. 15.Nadat alle formaliteiten vervuld zijn, dient de bemiddelende instelling de aanvraag tot het ter beschikking stellen van personeel voor te leggen aan de sociale inspectie. De ter beschikking stelling van personeel kan ten vroegste ingaan na de vereiste toestemming van de Inspectie van Sociale Wetten. HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur
Art. 16.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 mei 1998 en heeft een duurtijd van twee jaar.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 april 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1998 betreffende het ter beschikking stellen van personeel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld