gepubliceerd op 11 september 2008
Koninklijk besluit met betrekking tot de forfaitaire verminderingen voor de leveringen van aardgas en elektriciteit
1 SEPTEMBER 2008. - Koninklijk besluit met betrekking tot de forfaitaire verminderingen voor de leveringen van aardgas en elektriciteit
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 108 van de Grondwet;
Gelet op de programmawet van 8 juni 2008, inzonderheid op artikel 11, tweede lid;
Gelet op het voorstel van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, gegeven op 15 mei 2008;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 juni 2008;
Gelet op de akkoorbevinding van Onze Staatssecretaris van Begroting, gegeven op 27 juni 2008;
Overwegende de dringende noodzakelijkheid van dit koninklijk besluit dat uitvoering geeft aan de artikelen 9, 10 en 11 van de Programmawet van 8 juni 2008, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 16 juni 2008 en het feit dat deze forfaitaire verminderingen worden toegekend naar aanleiding van het versturen van de afrekeningfacturen zoals die door de aardgas- en elektriciteitsleveranciers worden opgesteld vanaf 1 juli 2008.
Gelet op het advies nr. 44.843/3 van de Raad van State, gegeven op 16 juli 2008 met toepassing van artikel 80, § 1, eerste lid, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Sociale Zaken, Onze Minister van Energie en Onze Minister van Vereenvoudigen en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De definities vervat in artikel 2 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en in artikel 1 van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, zijn van toepassing op dit besluit.
Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : - « gezin » : de persoon die gewoonlijk alleen of met andere personen een woning betrekt en er gezamenlijk leeft; de samenstelling van het gezin wordt bepaald in functie van de gegevens zoals ze staan vermeld in het Nationaal Register der Natuurlijke Personen; - « residentiële klanten » : klanten waarvan de elektriciteitsleveranciers niet over een ondernemingsnummer beschikken; - FOD Economie : de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie; - FOD Financiën : de Federale Overheidsdienst Financiën.
Art. 2.§ 1. Binnen 60 dagen na het ontvangen van het aanvraagformulier naar aanleiding van het versturen van de afrekeningfactuur opgesteld door de elektriciteitsleverancier, richt de aanvrager, een residentiële klant, een ondertekende aanvraag tot het verkrijgen van een forfaitaire vermindering aan de FOD Economie.
Deze aanvraag bestaat uit een document conform het model in bijlage, afgeleverd door de elektriciteitsleverancier, houdende ondermeer : - naam en voornaam van de aanvrager; - het adres van de woonplaats van de aanvrager; - de geboortedatum van de aanvrager; - het identificatienummer van het Rijksregister van de aanvrager; - een verklaring op eer die bevestigt dat : ? de aanvrager hoofdzakelijk aardgas of elektriciteit gebruikt voor verwarmingsdoeleinden in zijn woonplaats; ? de aanvrager of een gezinslid niet geniet van het sociaal tarief op zijn meest recente afrekeningfactuur inzake elektriciteit of aardgas; ? het jaarlijks belastbaar netto-inkomen van het gezin niet hoger is dan 20.600,00 euro op basis van het aanslagbiljet in de personenbelasting van het aanslagjaar n - 1 (inkomsten van het jaar n - 2) dat voorafgaat aan het jaar n waarin de datum van de afrekeningfactuur valt vanaf 1 juli en van het aanslagjaar n - 2 (inkomsten van het jaar n - 3) dat voorafgaat aan het jaar n waarin de datum van de afrekeningfactuur valt vóór 1 juli. De aanpassing aan het indexcijfer van het voormelde bedrag zoals bepaald in artikel 10, § 2 van de programmawet van 8 juni 2008 gebeurt jaarlijks op 1 juli. § 2. Met de afrekeningfactuur wordt gelijkgesteld een overzichtsnota die opgesteld wordt voor gezinnen die gebruik maken van een budgetmeter. § 3. Na ontvangst van de volledige en correct ingevulde aanvraag, zoals bedoeld in § 1 stuurt de FOD Economie een bestand dat aan de afgesproken criteria voldoet, met de volgende gegevens door aan de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid : - de naam en voornaam van de aanvrager; - de geboortedatum van de aanvrager; - het nationaal nummer van de aanvrager. § 4. De in § 1 bedoelde aanvragen die niet volledig of correct zijn ingevuld, komen in geen geval in aanmerking voor de korting.
Art. 3.In afwijking van artikel 2, § 1 en § 3 wordt aan de aanvrager ook de mogelijkheid geboden om de aanvraag elektronisch in te dienen van zodra dat de daartoe noodzakelijke toepassingen zijn ontwikkeld.
Art. 4.§ 1. Met het oog op het vervullen van de taken die hen werden toevertrouwd in toepassing van dit besluit, zoals de bepaling van samenstelling van de gezinnen, de berekening van de jaarlijkse netto belastbare gezinsinkomsten, het nagaan of de eiser al dan niet behoort tot de categorieën residentieel beschermde klanten met een laag inkomen of in een kwetsbare situatie of categorieën personen die reeds een toelage ontvangen voor verwarming in het kader van het Sociaal Stookoliefonds, ingesteld door de programmawet van 27 december 2004, maken de FOD Economie en de FOD Financiën gebruik van de diensten die ter beschikking werden gesteld door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. § 2. Na ontvangst van de gegevens van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid doet de FOD Economie de toekenning van de korting door storting op het rekeningnummer dat door de aanvrager is mede gedeeld op het aanvraagformulier. § 3. In de gevallen dat de aanvrager over geen rekeningnummer beschikt, gebeurt de toekenning door middel van een postassignatie die wordt toegestuurd op de naam en het adres van de woonplaats van de aanvrager. § 4. Eventuele vastgestelde onregelmatigheden geven aanleiding tot een terugvordering van de korting bij de betrokken aanvrager aan de FOD Economie.
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2008.
Art. 6.Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Sociale Zaken, Onze Minister van Energie en Onze Minister voor Vereenvoudigen zijn, ieder wat hem betreft belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 september 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Sociale Zaken, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Energie, P. MAGNETTE De Minister van Vereenvoudigen, V. VAN QUICKENBORNE Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld