Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 september 2004
gepubliceerd op 17 november 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de ijzernijverheid, tot bepaling van de inspanningen voor 2001-2002 ten gunste van risicogroepen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004202663
pub.
17/11/2004
prom.
01/09/2004
ELI
eli/besluit/2004/09/01/2004202663/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de ijzernijverheid, tot bepaling van de inspanningen voor 2001-2002 ten gunste van risicogroepen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de ijzernijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de ijzernijverheid, tot bepaling van de inspanningen voor 2001-2002 ten gunste van risicogroepen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 september 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Paritair Comité voor de ijzernijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2001 Bepaling voor 2001-2002 ten gunste van risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 28 juni 2001 onder het nummer 57653/CO/104) HOOFDSTUK I.- Onderwerp Deze overeenkomst is afgesloten in uitvoering van het sectoraal akkoord van 21 maart 2001 en van afdeling 1, hoofdstuk II, van de wet van 5 september 2001 tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers (Belgisch Staatsblad van 15 september 2001).

HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied Deze overeenkomst is van toepassing in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de ijzernijverheid vallen en op de werknemers en werkneemsters die door een arbeidsovereenkomst voor arbeiders aan deze ondernemingen zijn gebonden.

HOOFDSTUK III. - Modaliteiten 3.1. Het sectoraal akkoord van 21 maart 2001 en de wet tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers voorzien de verplichting voor de werkgevers om in 2001 en 2002 een inspanning toe te staan, bestemd voor personen die tot risicogroepen behoren of waarop een inschakelingsparcours van toepassing is. 3.2. Deze inspanning moet evenwaardig zijn aan 0,10 pct. van het geheel van de brutolonen onderworpen aan de sociale zekerheid van het personeel onder arbeidsovereenkomst voor arbeider. 3.3. In toepassing van het sectoraal akkoord van 21 maart 2001 worden alle ondernemingen van de sector verzocht dergelijke initiatieven te nemen. De concrete modaliteiten hiervan worden vastgelegd op het niveau van de ondernemingen in akkoord met de vakbondsafvaardiging. 3.4. Het akkoord waarvan sprake onder 3.3. zal verplicht het begrip van de bedoelde risicogroepen moeten vastleggen.

Onder "risicogroepen" : verstaat men onder meer : - werknemers, ongeacht hun herkomst, met een scholingsgraad lager dan secundair onderwijs en die zich wegens reorganisatie, herstructurering of invoering van nieuwe technologieën moeten aanpassen aan een nieuwe functie of installatie; - werknemers en werklozen met beperkte beroepsbekwaamheid, dit wil zeggen met een kwalificatiegraad lager dan A2; - langdurig werklozen; - oudere werklozen; - werklozen die deelnemen aan projecten tot bevordering van de tewerkstelling die door de overheid georganiseerd worden; - bestaansminimumtrekkers. 3.5. Het akkoord zal eveneens de weerhouden initiatieven moeten bepalen die gekozen werden uit de hierna als voorbeeld opgesomde actiethema's : - verlenging van de initiatieven toegepast door de ondernemingsakkoorden voor de vorige jaren en de periode 1999-2000; - kwalificerende opleiding van tewerkgestelde werknemers teneinde hun beroepskennis aan te passen en bij te scholen in functie van de toekomstvereisten en hierdoor hun job veilig te stellen; - elk ander initiatief dat aangepast is aan de specifieke toestand in elke onderneming. 3.6. De overeenkomst zal noodzakelijkerwijze een verbintenis inhouden om aan deze initiatieven een budget te besteden dat voor 2001 en 2002 0,10 pct. van de jaarlijkse Rijksdienst voor Sociale Zekerheid-loonmassa moet bedragen. 3.7. De partijen verbinden zich ertoe elk jaar een evaluatieverslag en een financieel overzicht op te stellen en neer te leggen bij de griffie van de Dienst Collectieve Betrekkingen van het Ministerie van Werkgelegenheid. 3.8. Een exemplaar van de afgesloten akkoorden alsook van voornoemd verslag en overzicht zullen opgestuurd worden aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de ijzernijverheid en aan de nationale verantwoordelijken van de ondertekenende organisaties teneinde samen over te gaan tot de evaluatie van de toepassing van het sectoraal akkoord. HOOFDSTUK IV. - Toepassingsduur Onderhavige overeenkomst wordt afgesloten voor een bepaalde duur. Ze wordt van kracht op 1 januari 2001 en eindigt op 31 december 200 2.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 september 2004.

De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

^