Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 september 2004
gepubliceerd op 08 oktober 2004

Koninklijk besluit houdende vaststelling van de vergoedingen van de leden van het federaal Borstvoedingscomité

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2004022757
pub.
08/10/2004
prom.
01/09/2004
ELI
eli/besluit/2004/09/01/2004022757/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de vergoedingen van de leden van het federaal Borstvoedingscomité


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, inzonderheid op artikel 108;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten;

Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de oprichting van een federaal Borstvoedingscomité;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 6 november 2003;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 16 maart 2004;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 23 augustus 2004;

Gelet op het advies 30.334/3 van de Raad van State, gegeven op 10 oktober 2000;

Op de voordacht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid;

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder « Comité » : het federaal Borstvoedingscomité.

Art. 2.§ 1. De verblijfskosten, alsmede het presentiegeld worden betaald, onder de voorwaarden gesteld door het besluit van de Regent van 15 juli 1946 tot bepaling van het bedrag van het presentiegeld en van de kosten uitgekeerd aan de leden van de vaste commissies die van het departement van Volksgezondheid en van het Gezin afhangen, gewijzigd door het koninklijk besluit van 5 januari 1960, aan de Voorzitter, Ondervoorzitters en leden van het Comité. § 2. In afwijking van de bepalingen van het besluit van de Regent van 15 juli 1946, wordt het bedrag van het presentiegeld op 7,50 EUR gebracht voor de Voorzitter en de Ondervoorzitters en 5 EUR voor de leden, per zitting die ten minste twee uren duurt. § 3. De reiskosten worden terugbetaald overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten.

Voor de toepassing van dit koninklijk besluit worden zij gelijkgesteld met ambtenaren van rang 13.

Art. 3.Onze Minister bevoegd voor de Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 september 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

^