Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 september 2004
gepubliceerd op 04 oktober 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 januari 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, houdende invoering voor de jaren 2003-2004 van een stelsel van conventioneel brugpensioen op 56 jaar in de sigarettenfabrieken en de gemengde ondernemingen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004012294
pub.
04/10/2004
prom.
01/09/2004
ELI
eli/besluit/2004/09/01/2004012294/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 januari 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, houdende invoering voor de jaren 2003-2004 van een stelsel van conventioneel brugpensioen op 56 jaar in de sigarettenfabrieken en de gemengde ondernemingen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen ingeval van conventioneel brugpensioen;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Besluit :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 januari 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, houdende invoering voor de jaren 2003-2004 van een stelsel van conventioneel brugpensioen op 56 jaar in de sigarettenfabrieken en de gemengde ondernemingen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 september 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999.

Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.

Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11 december 1992.

Bijlage Paritair Comité voor het tabaksbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 januari 2003 Invoering voor de jaren 2003-2004 van een stelsel van conventioneel brugpensioen op 56 jaar in de sigarettenfabrieken en de gemengde ondernemingen (Overeenkomst geregistreerd op 14 mei 2003 onder het nummer 66202/CO/133) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de sigarettenfabrieken en de gemengde ondernemingen, dit wil zeggen de sigarettenfabrieken die in dezelfde productie-eenheid ook kerftabak produceren en onder het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf ressorteren.

Onder "werknemers" wordt verstaan : de arbeiders en arbeidsters. HOOFDSTUK II. - Beschikkingen

Art. 2.Overeenkomstig de mogelijkheden voorzien bij de artikelen 110 en 111 van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 1 april 1999) met het daarbij horende koninklijk besluit van 30 april 1999 (Belgisch Staatsblad van 19 juni 1999) wordt een stelsel van conventioneel brugpensioen ingevoerd op 56-jarige leeftijd voor de werknemers onder de hierna vermelde voorwaarden, rekening houdende met de modaliteiten en voorwaarden zoals voorzien in voornoemd koninklijk besluit van 30 april 1999.

Art. 3.Om van dit stelsel van conventioneel brugpensioen te kunnen genieten, dienen de werknemers niet alleen de leeftijd van 56 jaar te hebben bereikt tijdens de duur van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, doch ook op het ogenblik van de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst.

Daarenboven dienen de betrokken werknemers, op het ogenblik van de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst, 33 jaar beroepsverleden als loontrekkende te kunnen rechtvaardigen waarvan 20 jaar in nachtarbeid zoals omschreven in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 gesloten op 23 maart 1990 in de Nationale Arbeidsraad en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990 (Belgisch Staatsblad van 13 juni 1990).

Art. 4.§ 1. Een bijzondere compenserende maandelijkse bijdrage ten laste van de werkgever is voorzien, gelijk aan 50 pct. van de aanvullende vergoeding zoals omschreven in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen. § 2. Het percentage van 50 pct. vermeld in § 1 wordt teruggebracht tot 33 pct. indien de bruggepensioneerde vervangen wordt door een werkloze die sinds één jaar tenminste volledig uitkeringsgerechtigd is. § 3. Deze bijzondere compenserende bijdrage is verschuldigd door de werkgever tot en met de maand waarin de betrokkene werknemer in brugpensioen, zoals omschreven in onderhavige overeenkomst, de leeftijd van 58 jaar bereikt en dient gestort aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Art. 5.Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst doet geen afbreuk aan de bestaande sectorale overeenkomsten inzake conventioneel brugpensioen conform de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17.

Art. 6.Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst treedt in voege op 1 januari 2003 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2004.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 september 2004.

De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

^