1 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit houdende de beslissing om de elektronische identiteitskaart veralgemeend in te voeren

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 25 maart 2003 tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen en van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid op artikel 19, § 1, vierde lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 maart 2003 betreffende de identiteitskaarten;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 maart 2003 houdende overgangsmaatregelen in verband met de elektronische identiteitskaart;

Gelet op de positieve evaluatie van de Ministerraad, gegeven op 20 maart 2004;

Gelet op de positieve evaluatie van de bevoegde Commissie van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, gegeven op 24 maart 2004;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 26 mei 2004;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 4 augustus 2004;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 9 juni 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en op het advies van Onze in raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De invoering van de elektronische identiteitskaart wordt veralgemeend ingevoerd voor het geheel van de gemeenten van het Rijk.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 september 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL