gepubliceerd op 11 december 2013
Koninklijk besluit betreffende de opleidingsvereisten waaraan het personeel van de maritieme veiligheidsondernemingen moet voldoen
1 DECEMBER 2013. - Koninklijk besluit betreffende de opleidingsvereisten waaraan het personeel van de maritieme veiligheidsondernemingen moet voldoen
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 10 april 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1990 pub. 08/04/2000 numac 2000000153 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten . - Duitse vertaling sluiten tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, artikel 13.20, § 1, 5°, c;
Gelet op het advies 53.346/2 van de Raad van State, gegeven op 10 juni 2013, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, vervangen bij de wet van 2 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/04/2003 pub. 02/05/2003 numac 2003000309 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en tot regeling van de overdracht van sommige personeelsleden van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie type wet prom. 02/04/2003 pub. 14/05/2003 numac 2003000376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van sommige aspecten van de wetgeving met betrekking tot de inrichting en de werkwijze van de afdeling wetgeving van de Raad van State type wet prom. 02/04/2003 pub. 16/04/2003 numac 2003000298 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, en van het Kieswetboek sluiten;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de wet : de wet van 10 april 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1990 pub. 08/04/2000 numac 2000000153 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten . - Duitse vertaling sluiten tot regeling van de private en bijzondere veiligheid; 2° maritieme veiligheidsonderneming : onderneming zoals bedoeld in artikel 13.18 van de wet; 3° agent : persoon zoals bedoeld in artikel 13.20, § 1, 5°, van de wet; 4° operationele leidinggevende : de agent die door de maritieme veiligheidsonderneming wordt aangeduid om de andere agenten te leiden tijdens de opdracht en die de operationele leiding neemt van deze;5° maritieme veiligheidsploeg : ploeg die voor het toezicht, de bescherming en veiligheid aan boord van het schip zorgt;6° minister : de minister van Binnenlandse Zaken;7° de administratie : de directie Private Veiligheid bij de Algemene Directie Veiligheid en Preventie bij de Federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken. HOOFDSTUK II. - Opleidingsvereisten voor het personeel van de maritieme veiligheidsondernemingen
Art. 2.Elke operationele leidinggevende en elke agent van een maritieme veiligheidsonderneming moet houder zijn van een "bekwaamheidsattest maritieme veiligheidsagent". HOOFDSTUK III. - Opleiding van het personeel van de veiligheidsondernemingen
Art. 3."Het bekwaamheidsattest maritieme veiligheidsagent" wordt verstrekt nadat de betrokkene een opleiding van minstens 40 lesuren en bestaande uit volgende vakken, met goed gevolg heeft gevolgd : 1° Verplichtingen en bevoegdheden van de maritieme veiligheidsagent en procedures die hij moet volgen bij het bewaken van schepen tegen piraterij : 18 lesuren;2° Strafrecht, toegepast binnen de context van de strijd tegen maritieme piraterij : 4 lesuren;3° Technieken bij het gebruik van handboeien : 3 lesuren;4° Technieken bij vatting en veiligheidscontroles : 3 lesuren;5° Toegepaste ontwijkingstechnieken : 12 lesuren. HOOFDSTUK IV. - Regels inzake de organisatie van de opleiding
Art. 4.De minister kan de nadere inhoudsomschrijving van de opleidingen vaststellen. Hij kan eindtermen bepalen van de opleiding.
Art. 5.De opleiding dient praktijkgericht en afgestemd te zijn op de functie en activiteit waarop de opleiding betrekking heeft. De inhoud ervan dient aangepast te zijn aan de evolutie van de wetgeving met weerslag op de sector van de maritieme veiligheid.
Art. 6.De lessen dienen in het Frans, Nederlands of Engels te worden georganiseerd. De maritieme veiligheidsonderneming kiest de taal waarin de cursist zal worden opgeleid.
Art. 7.De in dit besluit bedoelde lesuren vormen het minimum van wat voor de opleiding en voor de onderscheiden vakken moet worden gedoceerd. Ze omvatten niet de testen en de examens. De vermelde lesuren bedragen 60 minuten. HOOFDSTUK V. - Regels betreffende examens en attesten
Art. 8.Alle vakken worden geëxamineerd met inachtneming van de volgende regel : om te slagen voor de examens ter afsluiting van de opleiding moet minimum zestig procent van de punten behaald worden voor elk in het artikel 3 aangegeven vak.
Art. 9.De herexamens kunnen afgelegd worden zonder de verplichting de opleiding, zoals bepaald in artikel 3 van onderhavig besluit, opnieuw te volgen, indien de lessen regelmatig gevolgd werden. Wie, na het eerste herexamen, niet geslaagd is, dient de vakken waarop hij geen zestig procent van de punten behaalde, opnieuw te volgen, alvorens zich voor de examens opnieuw aan te melden.
Art. 10.De examens met betrekking tot de materies zoals bedoeld in artikel 3 mogen enkel door de opleidingsinstelling georganiseerd of geëvalueerd worden.
Art. 11.De originele attesten worden aan de betrokkene afgegeven binnen de maand nadat de resultaten van de examens, die hij met goed gevolg heeft afgelegd, bekend zijn.
Art. 12.Op elk attest komen, op straffe van nietigheid, de volgende vermeldingen voor : 1° de naam van de opleidingsinstelling;2° het adres van de instelling die het attest uitreikt;3° de benaming van de gevolgde opleiding, zoals gebruikt in dit besluit alsook de begin- en einddatum ervan en het feit dat de betrokkene de opleiding gevolgd heeft in overeenstemming met dit besluit;4° de naam, geboortedatum, geboorteplaats en rijksregisternummer van de betrokkene;5° de datum van de uitreiking;6° in voorkomend geval, het attestnummer, verstrekt door de administratie;7° de naam van de verantwoordelijke en zijn handtekening.
Art. 13.De attesten zijn opgesteld in de landstaal waarin de opleiding is gevolgd.
Art. 14.De attesten zijn geldig vanaf de datum van hun uitreiking, bedoeld in artikel 11.
Art. 15.Het model van de attesten is gevoegd in bijlage bij dit besluit. HOOFDSTUK VI. - Regels inzake de organisatie van de opleiding
Art. 16.Om te kunnen worden erkend, dient de opleiding aan volgende voorwaarden te voldoen : 1° de opleiding kan enkel worden gegeven door de instellingen waarvan de vestigingsplaats zich situeert binnen een lidstaat van de Europese Unie en die voldoen aan de voorwaarden voorzien in de diplomering van de zeevarende in toepassing van de Richtlijn 2008/106/CE van het Europees Parlement en de Raad van 3 december 2008 inzake het minimumopleidingsniveau van zeevarenden;2° de opleidingsinstelling moet een lessenprogramma voorzien dat minstens het minimumprogramma omvat zoals voorzien in dit besluit en dat voldoet aan de nadere inhoudsomschrijving, zoals bedoeld in artikel 3;3° elk vak moet gedocumenteerd zijn met een schriftelijke syllabus of handboek, waaruit blijkt dat voldaan is aan de vereisten, bedoeld onder 2°, en aan de vereisten bedoeld in de artikelen 5 en 7;4° de opleiding moet gedoceerd worden met het noodzakelijke didactisch materiaal om deze in overeenstemming met de doelstellingen van dit besluit te kunnen verstrekken;5° de opleidingsinstelling moet de Minister van Binnenlandse Zaken voorafgaandelijk informeren wanneer zij voor de eerste maal de opleiding zoals bedoeld in artikel 3 organiseert.
Art. 17.De administratie behoudt zich het recht voor om na te gaan of de vakken conform zijn met de bepalingen van onderhavig besluit.
Daartoe kan ze aan de opleidingsinstelling vragen om alle noodzakelijke stukken over te maken.
Art. 18.De administratie kan aan de opleidingsinstelling vragen om de coördinaten en de resultaten van de ingeschreven personen voor de opleiding, over te maken. HOOFDSTUK VII. - Eindbepalingen
Art. 19.De operationeel leidinggevenden en de maritieme veiligheidsagenten die werken voor een vergunde maritieme veiligheidsonderneming moeten houder zijn van het "bekwaamheidsattest maritieme veiligheidsagent" uiterlijk één jaar na de inwerkingtreding van onderhavig besluit.
Art. 20.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 december 2013.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET
Bijlage Het attest wordt afgedrukt op A4-formaat (staand)
NAAM (opleidingsinstelling)
ADRES ONDERNEMING
NAAM ATTEST
De (naam opleiding/test) van (begin- en einddatum of datum test) en georganiseerd conform de bepalingen van het koninklijk besluit van 1 december 2013 betreffende de opleidingsvereisten waaraan het personeel van de maritieme veiligheidsondernemingen moet voldoen.
Dit attest wordt afgegeven aan :
De heer/mevrouw . . . . .
Geboortedatum . . . . .
Geboorteplaats . . . . .
NAAM VERANTWOORDELIJKE (opleidingsinstelling) . . . . .
HANDTEKENING VERANTWOORDELIJKE
Datum uitreiking : Attestnummer :
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 1 december 2013 betreffende de opleidingsvereisten waaraan het personeel van de maritieme veiligheidsondernemingen moet voldoen.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET