gepubliceerd op 22 december 1998
Koninklijk besluit tot vaststelling van de algemene regels betreffende de organisatie en de werking van de Interdepartementale Commissie Duurzame Ontwikkeling
1 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de algemene regels betreffende de organisatie en de werking van de Interdepartementale Commissie Duurzame Ontwikkeling
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federaal beleid inzake duurzame ontwikkeling, inzonderheid op artikel 16;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 6 oktober 1998;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 13 november 1998;
Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid, vervangen door de wet van 9 augustus 1980 en gewijzigd door de wetten van 16 juni 1989, 4 juli 1989, 6 april 1995 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid wegens de omstandigheid dat de Interdepartementale Commissie Duurzame Ontwikkeling zo spoedig mogelijk de voorbereiding moet opstarten van het voorontwerp van het eerste federaal plan voor duurzame ontwikkeling, voorzien door de wet vóór einde juni 1999, en dat hiertoe klaarheid dient geschapen te worden met betrekking tot de algemene regels betreffende de organisatie en werking van de Commissie;
Op de voordracht van Onze Eerste Minister, van Onze Minister van Economie, van Onze Minister van Wetenschapsbeleid, van Onze Minister van Volksgezondheid, van Onze Minister van Sociale Zaken, van de Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, van de Staatssecretaris voor Leefmilieu en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : - « de Wet » : de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling; - « de Commissie » : de Interdepartementale Commissie Duurzame Ontwikkeling, opgericht bij de Wet; - « de Minister » : de Minister of Staatssecretaris bevoegd voor Leefmilieu; - « de Voorzitter », « de Ondervoorzitters », « het Bureau », « het Secretariaat » en « de leden » : de personen zoals bedoeld in artikel 16 van de Wet; - het « Federaal Plan » en het « Federaal Rapport » : het federaal plan inzake Duurzame Ontwikkeling en het federaal rapport inzake Duurzame Ontwikkeling zoals bedoeld in de hoofdstukken II en III van de Wet; - het « Federaal Planbureau » : de instelling die krachtens de Wet belast is met de opstelling van het Federaal Rapport en de voorbereiding van het Federaal Ontwerpplan en binnen dewelke de « Task Force Duurzame Ontwikkeling (TFDO) » de groep van personeelsleden is die, onder de leiding en de verantwoordelijkheid van het Federaal Planbureau, uitvoering geeft aan deze opdracht; - het « Coördinatiecomité Internationaal Milieubeleid » : het comité opgericht door het samenwerkingsakkoord van 5 april 1995 tussen de federale staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest met betrekking tot het internationaal milieubeleid. HOOFDSTUK II. - De Commissie
Art. 2.§ 1. Ieder lid wordt uitgenodigd om in overleg met het regeringslid dat hij vertegenwoordigt een plaatsvervanger aan te duiden. § 2. Wanneer een lid van de Commissie niet langer in staat is om zijn functie als vertegenwoordiger uit te oefenen, zal het regeringslid dat hij vertegenwoordigde, een vervanger voorstellen. In afwachting van de geëigende procedure zal deze vervanger als lid binnen de Commissie zetelen. HOOFDSTUK III. - Het Bureau
Art. 3.§ 1. De Voorzitter van de Commissie is tevens Voorzitter van het Bureau. In zijn afwezigheid verzekert één van de Ondervoorzitters het voorzitterschap. § 2. De coördinator van de « Task Force Duurzame Ontwikkeling » van het Federaal Planbureau wordt uitgenodigd om alle Bureauvergaderingen met raadgevende stem bij te wonen. § 3. De secretaris van het Coördinatiecomité Internationaal Milieubeleid wordt uitgenodigd om alle Bureauvergaderingen met raadgevende stem bij te wonen.
Art. 4.Het Bureau komt minstens drie weken voor elke algemene vergadering van de Commissie samen en telkens wanneer de Voorzitter dat noodzakelijk acht.
Art. 5.Het Bureau beslist bij consensus.
Art. 6.Het Bureau : - bereidt de vergaderingen van de Commissie voor en verzekert de opvolging ervan; - stelt de agenda van de Commissie op; - doet voorstellen met betrekking tot het oprichten van werkgroepen of het toevertrouwen van de uitvoering van bijzondere opdrachten aan de leden; - verzekert de binding tussen de werkgroepen en de Commissie; - verzekert de binding tussen het Federaal Planbureau en de Commissie; - legt het jaarverslag, voorbereid door het Secretariaat, ter goedkeuring voor aan de Commissie; - duidt, op voorstel van de werkgroepen, de te contacteren externe experten aan die kunnen deelnemen aan de werkzaamheden van de werkgroepen.
Art. 7.§ 1. Het Secretariaat stelt de ontwerp-verslagen op. § 2. De verslagen van de vergaderingen van het Bureau worden, na goedkeuring, aan de leden van de Commissie meegedeeld. HOOFDSTUK IV. - Algemene vergaderingen van de Commissie
Art. 8.De Commissie vergadert minstens vijfmaal per jaar of telkens wanneer het Bureau het nodig acht.
Art. 9.§ 1. De uitnodiging voor de vergadering wordt minstens tien kalenderdagen voor de datum van de vergadering aan de leden toegestuurd. § 2. Zij vermeldt de agenda en is vergezeld van de documenten die er betrekking op hebben.
Art. 10.§ 1. De agenda wordt vastgelegd door het Bureau. § 2. Wanneer vijf leden hierom verzoeken dient een punt geagendeerd te worden op de volgende vergadering. § 3. Punten die niet op de agenda vermeld werden, maar dringend behandeld dienen te worden, kunnen op vraag van de Voorzitter toch behandeld worden, mits akkoord van de Commissie.
Art. 11.De voorzitter opent en sluit de vergaderingen en leidt de debatten.
In zijn afwezigheid neemt één van de Ondervoorzitters de functie van Voorzitter waar.
Art. 12.§ 1. De Commissie kan zich laten bijstaan door experten, op basis van hun specifieke betrokkenheid bij de problematiek van duurzame ontwikkeling op het federale niveau. § 2. De Voorzitter kan externe experten uitnodigen om toelichting te geven bij een specifiek onderwerp.
Art. 13.§ 1. Het Secretariaat stelt de ontwerp-verslagen op van de vergaderingen die op de volgende vergadering van de Commissie worden goedgekeurd. § 2. De verslagen bevatten een aanwezigheidslijst, een samenvatting van de verschillende standpunten en de besluiten voor ieder agendapunt.
Art. 14.§ 1. De Commissie kan slechts geldig beslissingen nemen, indien de gewone meerderheid van haar leden aanwezig is. § 2. De Commissie beslist bij consensus. Bij gebrek aan consensus over het geheel of over een deel van de besluiten, beslist de Commissie bij gewone meerderheid van de aanwezige leden. § 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt alleen rekening gehouden met de leden benoemd bij koninklijk besluit als vertegenwoordigers van de Federale regeringsleden en van het Federale Planbureau en hun in artikel 2, § 1 of § 2 vermelde plaatsvervangers of vervangers. HOOFDSTUK V. - De werkgroepen
Art. 15.De oprichting van werkgroepen, het voorzitterschap en de samenstelling ervan worden op voorstel van het Bureau beslist door de Commissie.
Art. 16.Elk lid van de Commissie kan deelnemen aan de werkzaamheden van een werkgroep of zich laten vertegenwoordigen door een ambtenaar van de federale administraties of publieke instellingen, die vallen onder de verantwoordelijkheid van het regeringslid dat hij vertegenwoordigt.
Art. 17.De voorzitters van de werkgroepen brengen de Commissie regelmatig op de hoogte van de vooruitgang van hun werkzaamheden.
Art. 18.De werkgroepen leggen, via het Bureau, hun rapporten voor aan de Commissie.
Art. 19.De voorzitter van elke werkgroep regelt in overleg met het Bureau, de wijze waarop het secretariaat van de werkgroep wordt verzekerd. HOOFDSTUK VI. - Het Secretariaat
Art. 20.§ 1. Het Secretariaat van de Commissie wordt waargenomen door de Vertegenwoordiger van het Federaal Planbureau, die zich hiervoor kan laten bijstaan door personeelsleden van het Federaal Planbureau. § 2. Het Secretariaat staat ten dienste van de Commissie voor het uitoefenen van haar opdrachten : - het staat in voor de praktische organisatie van de vergaderingen van de Commissie en het Bureau. Het verzendt de uitnodigingen en documenten, neemt deel aan de vergaderingen en stelt de verslagen op; - het verzamelt en verwerkt informatie over de binnen de Commissie besproken onderwerpen; - het stelt jaarlijks het ontwerp van activiteitenverslag op en verzorgt de verspreiding van het door de Commissie goedgekeurde Rapport. HOOFDSTUK VII. - Jaarlijkse rapporten van de leden
Art. 21.§ 1. Jaarlijks leggen de vertegenwoordigers van de leden van de federale regering, vóór 15 januari bij het Secretariaat, in het Nederlands en het Frans, een verslag neer over de acties die werden ondernomen met het oog op duurzame ontwikkeling en over de uitvoering van het plan in de federale administraties en openbare instellingen waarvoor het regeringslid dat zij vertegenwoordigen bevoegd is. § 2. De structuur van dit rapport zal door de Commissie worden vastgelegd. HOOFDSTUK VIII. - Het activiteitenverslag
Art. 22.§ 1. Het Secretariaat stelt jaarlijks vóór 31 januari een ontwerp van rapport op over de werkzaamheden van het voorbije jaar. § 2. Het Bureau bespreekt dit ontwerp en legt het ter goedkeuring voor aan de Commissie vóór 10 maart van het lopend jaar. HOOFDSTUK IX. - Het Federaal Rapport
Art. 23.§ 1. Het jaar, waarin een Federaal Rapport dient opgesteld te worden, legt het Federaal Planbureau ter kennisgeving aan de Commissie vóór 31 maart van het lopend jaar een ontwerp van structuur en vóór 30 september van het lopend jaar een eerste ontwerp van Federaal Rapport voor. § 2. Het ontwerp van structuur zal een overzicht bevatten van de thema's die binnen het rapport zullen uitgewerkt worden. § 3. Het eerste ontwerp van Rapport omvat een in de taal van de auteur of de auteurs uitgeschreven versie van de verschillende onderdelen van het Rapport. HOOFDSTUK X. - Het Federaal Plan
Art. 24.Vóór 1 december van het jaar dat de opstelling van een Federaal Plan voorafgaat bezorgen de leden aan het Secretariaat een nota voor de ministeries en publieke instellingen, die zij vertegenwoordigen met voorstellen aangaande de doelstellingen, acties en middelen in het kader van Duurzame Ontwikkeling voor de volgende vijf jaren.
Art. 25.Op basis hiervan zal het Federaal Planbureau een eerste ontwerp van structuur van het voorontwerp van Federaal Plan ter goedkeuring voorleggen aan de Commissie.
Art. 26.Het Federaal Planbureau zal vervolgens een eerste versie van het voorontwerp van Federaal Plan voorleggen aan de Commissie met de verschillende onderdelen geschreven in de taal van de auteur of de auteurs.
Art. 27.Vóór 15 juni van het lopend jaar zal het Federaal Planbureau een definitief voorstel van voorontwerp van Federaal Plan in het Nederlands en het Frans ter goedkeuring voorleggen aan de Commissie.
Art. 28.§ 1. Het Federaal Planbureau zal, naar aanleiding van de raadpleging van de bevolking, de hulp kunnen inroepen van derden. § 2. De Commissie zal na het afsluiten van de raadpleging, op basis van werkdocumenten, opgesteld door, of onder toezicht van het Federaal Planbureau, beslissen welk gevolg dient gegeven te worden aan de adviezen en opmerkingen die ten aanzien van het voorontwerp werden geformuleerd.
Art. 29.§ 1. Na deze beslissingen legt het Federaal Planbureau een ontwerp van Federaal Plan ter goedkeuring voor aan de Commissie. § 2. Het Federaal Planbureau bezorgt gelijktijdig aan de Commissie een document aangaande alle ontvangen adviezen en opmerkingen met daarin, minstens voor het advies van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, een voorstel van motivering voor het al dan niet volgen ervan. HOOFDSTUK XI. - Openbaarheid
Art. 30.§ 1. Het Bureau verzekert het openbaar maken van alle informatie met betrekking tot het bestaan van de Commissie, haar werking en verwezenlijkingen. § 2. De Voorzitter vertegenwoordigt de Commissie. In zijn afwezigheid wordt hij vervangen door een lid van het Bureau. § 3. De vergaderingen van de Commissie zijn niet openbaar. HOOFDSTUK XII. - Werkingskosten
Art. 31.§ 1. Vóór 15 april stelt de Commissie jaarlijks, op voorstel van het Secretariaat, een raming van werkingskosten op voor het volgende jaar. § 2. Vóór 31 oktober van het lopend jaar zal de Commissie, in functie van de bekomen kredieten, eventueel haar raming van werkingskosten voor het volgende jaar aanpassen. HOOFDSTUK XIII. - Slotbepaling
Art. 32.Onze Eerste Minister, Onze Minister van Economie, Onze Minister van Wetenschapsbeleid, Onze Minister van Volksgezondheid, Onze Minister van Sociale Zaken, de Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking en de Staatssecretaris voor Leefmilieu, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 december 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, J.-L. DEHAENE De Minister van Economie, E. DI RUPO De Minister van Wetenschapsbeleid, Y. YLIEFF De Minister van Volksgezondheid, M. COLLA De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN De Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, R. MOREELS De Staatssecretaris voor Leefmilieu, J. PEETERS