gepubliceerd op 09 juli 2003
Koninklijk besluit tot aanpassing van het koninklijk besluit van 1 februari 2000 tot vaststelling van de organieke voorschriften voor het financieel en materieel beheer van de wetenschappelijke instellingen van de Staat die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort, als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer
1 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot aanpassing van het koninklijk besluit van 1 februari 2000 tot vaststelling van de organieke voorschriften voor het financieel en materieel beheer van de wetenschappelijke instellingen van de Staat die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort, als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 37 van de Grondwet;
Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op artikel 140;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 504 van 31 december 1986 tot oprichting van de wetenschappelijke inrichtingen van de Staat, die ressorteren onder de beide Ministers van Onderwijs, of onder de Minister(s) aangewezen bij een in de Ministerraad overlegd koninklijk besluit, als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer, bekrachtigd bij de wet van 30 maart 1987;
Gelet op de wet van 28 december 1992 houdende fiscale, financiële en diverse bepalingen, inzonderheid op artikel 128;
Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, inzonderheid op de artikelen 6 en 10;
Gelet op het koninklijk besluit van 31 maart 1987 betreffende de groepering van de wetenschappelijke inrichtingen van de Staat, die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid de Federale Diensten voor Wetenschappelijke, technische en Culturele Aangelegenheden behoren, en hun nadere organisatie als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 december 1987 en 9 december 1994;
Gelet op het koninklijk besluit van 31 maart 1987 betreffende het financieel en materieel beheer van de wetenschappelijke inrichtingen van de Staat of van hun groeperingen, die Staatsdiensten met afzonderlijk beheer zijn en die afhangen van beide Ministers van Onderwijs;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 februari 2000 tot vaststelling van de organieke voorschriften voor het financieel en materieel beheer van de wetenschappelijke instellingen van de Staat die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort, als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer;
Overwegende dat de begrotingen van de federale wetenschappelijke instellingen pas vanaf 1 januari 2003 kunnen opgemaakt worden per activiteitenprogramma en per basisallocatie;
Overwegende dat de fase van de overgang naar de euro een juridische stabiliteit vereist binnen de begrotings- en beheersregels;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 december 2001;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 16 april 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 30 mei 2002;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de hoogdringendheid;
Overwegende dat het nodig is de inwerkingtreding van de artikelen 29, 30, 32, 37, 38, 41, 51 en 56 van het koninklijk besluit van 1 februari 2000 tot vaststelling van de organieke voorschriften voor het financieel en materieel beheer van de wetenschappelijke instellingen van de Staat die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort, als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer, uit te stellen tot 1 januari 2003 en de juridische stabiliteit te garanderen voor de periode van 1 januari 2002 tot 31 december 2002;
Op de voordracht van Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Wetenschappelijk Onderzoek, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 62, § 2, van het koninklijk besluit van 1 februari 2000 tot vaststelling van de organieke voorschriften voor het financieel en materieel beheer van de wetenschappelijke instellingen van de Staat die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort, als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer, wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 2. In afwijking van § 1, blijven de in de vermelde besluiten vastgestelde regels voor het vaststellen en goedkeuren van de begroting van kracht tot en met 31 december 2001 en blijven deze voor het vaststellen en goedkeuren van de rekeningen van kracht tot en met 31 december 2002, voor elke Staatsdienst met afzonderlijk beheer. »
Art. 2.Artikel 64, van hetzelfde besluit, wordt vervangen door de volgende bepaling : « Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000, met uitzondering van de artikelen 31 en 42 die in werking treden op 1 januari 2001 en de artikelen 29, 30, 32, 37, 38, 41, 51 en 56, die in werking treden op 1 januari 2003. »
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.
Art. 4.Onze Minister van Wetenschappelijk Onderzoek is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 april 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Wetenschappelijk Onderzoek, Ch. PICQUE