Etaamb.openjustice.be
Huishoudelijk Règlement
gepubliceerd op 31 mei 2019

24 APRIL 2019. - Huishoudelijk reglement van het directiecomité van de Veiligheid van de Staat HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Artikel 1. Het directiecomité van de Veiligheid van de Staat is samengesteld uit de administrateur(...) Het directiecomité staat de directie-generaal, bestaande uit de administrateur-generaal en de adjun(...)

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2019012300
pub.
31/05/2019
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 APRIL 2019. - Huishoudelijk reglement van het directiecomité van de Veiligheid van de Staat HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Het directiecomité van de Veiligheid van de Staat (hierna VSSE) is samengesteld uit de administrateur-generaal, de adjunct-administrateur-generaal, de directeur van de analyse, de directeur van de operaties en de stafdirecteur. Dit comité wordt voorgezeten door de administrateur-generaal.

Het directiecomité staat de directie-generaal, bestaande uit de administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal, bij voor het dagelijkse beheer van de Veiligheid van de Staat.

De administrateur-generaal staat in voor de goede werking van het directiecomité, doet het reglement naleven, opent, leidt en sluit de besprekingen.

Bij afwezigheid of verhindering van de administrateur-generaal wordt het directiecomité voorgezeten door de adjunct-administrateur-generaal.

Art. 2.Het directiecomité vergadert, op uitnodiging van de administrateur-generaal, ten minste eenmaal per week.

Daarnaast nodigt de administrateur-generaal het directiecomité uit op eigen initiatief of op aanvraag van meerdere leden ("bijzonder directiecomité").

Art. 3.De administrateur-generaal stuurt de uitnodiging, samen met de agenda en de toelichtingen betreffende de te bespreken punten vóór de vergadering naar de leden. Bij dringendheid kan een toelichting tijdens de zitting worden uitgedeeld.

Het directiecomité kan zich laten bijstaan door éénieder die, omwille van zijn specifieke competenties, nuttige uitleg kan verschaffen over een agendapunt.

Art. 4.De administrateur-generaal stelt de agenda op. Het lid dat na ontvangst van de uitnodiging een punt aan de agenda wenst toe te voegen deelt dit vóór de vergadering mee aan de administrateur-generaal.

Op gemotiveerde aanvraag van een lid kan de administrateur-generaal beslissen het onderzoek van één of meerdere punten te verdagen.

Art. 5.Het directiecomité kan slechts geldig beraadslagen over individuele dossiers waarin een administratieve beslissing moet genomen worden indien de meerderheid van de leden aanwezig is.

Art. 6.De beslissingen bedoeld in artikel 5 worden bij consensus genomen of, bij vastgestelde ontstentenis hiervan, bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen van de leden met stemrecht.

De beslissingen worden genomen bij geheime stemming.

Art. 7.De administrateur-generaal duidt, al dan niet onder de leden van het directiecomité, een secretaris aan die belast worden met de voorbereiding van de vergaderingen, het acteren van de beraadslagingen van het directiecomité en het opstellen van de processen-verbaal.

Art. 8.Het ontwerp van proces-verbaal wordt zo spoedig mogelijk na de vergadering aan de leden van het directiecomité toegezonden of, desgevallend, met de uitnodiging van de volgende vergadering.

In geval van een beslissing bedoeld in artikel 5 wordt een exemplaar van de definitieve tekst, ondertekend door de administrateur-generaal en de secretaris, en in kopie aan alle leden van het directiecomité toegezonden.

Art. 9.De uitnodiging, de agenda en het proces-verbaal worden opgesteld in het Nederlands of in het Frans. De toelichtingen die aan de beraadslagingen van het directiecomité worden voorgelegd zijn opgesteld in de taal van hun auteur of in de taal van de betrokken medewerker in geval van een beslissing bedoeld in artikel 5.

Art. 10.Het directiecomité bepaalt, de communicatie aan het personeel van de door haar genomen strategische, operationele en beheersmatige beslissingen.

De beslissingen in individuele dossiers worden niet aan het gezamenlijk personeel gecommuniceerd.

Art. 11.In dit reglement wordt verstaan onder : 1° "ambtenaren van de binnendiensten" : de ambtenaren waarvan het personeelsstatuut geregeld wordt in het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 'houdende het statuut van het Rijkspersoneel;2° "ambtenaren van de buitendiensten" : de ambtenaren waarvan het personeelsstatuut geregeld wordt in het koninklijk besluit van 13 december 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/12/2006 pub. 19/12/2006 numac 2006010024 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit lhoudende het statuut van de ambtenaren van de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat sluiten `houdende het statuut van de ambtenaren van de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat. HOOFDSTUK II. - Bijzondere bepalingen in disciplinaire aangelegenheden voor wat de ambtenaren van de binnendiensten van de Veiligheid van de Staat betreft

Art. 12.Voor wat betreft de ambtenaren van de binnendiensten neemt het directiecomité in zitting kennis van ieder tuchtdossier toegezonden door de bevoegde hiërarchische meerdere. Vanaf die datum is de tuchtzaak bij het directiecomité aanhangig.

Noch de administrateur-generaal, noch één of meer leden noch de secretaris kan in rechte gevat worden over een tuchtdossier.

Art. 13.Het directiecomité houdt geldig zitting in disciplinaire aangelegenheden als ten minste drie stemgerechtigde leden, waaronder de administrateur-generaal, aanwezig zijn. Onder deze drie leden dient minimaal één lid van dezelfde taalrol te zijn als de ambtenaar waarop het tuchtdossier betrekking heeft.

Art. 14.De tijdslijn van de behandeling wordt door de secretaris geregistreerd in het dossier.

Art. 15.Het directiecomité hoort de bevoegde hiërarchische meerdere tijdens de zitting gedurende dewelke het door hem ingediend tuchtdossier ten gronde behandeld wordt.

Op dezelfde zitting en na het horen van de bevoegde hiërarchische meerdere hoort het directiecomité de medewerker die het voorwerp uitmaakt van het aanhangig gemaakte tuchtdossier.

Art. 16.Het directiecomité kan bij de behandeling van een zaak nadere gegevens inwinnen.

Het kan eveneens personen horen die niet in de tuchtprocedure tussenbeide kwamen.

Verklaringen van getuigen die het directiecomité wenselijk acht en die niet gevoegd zijn bij het dossier worden aan het directiecomité schriftelijk toegezonden.

Art. 17.Elke individuele beslissing in tuchtzaken genomen ten opzichte van een ambtenaar van de binnendiensten van de Veiligheid van de Staat geschiedt bij geheime stemming en bij gewone meerderheid van stemmen.

Op initiatief van de voorzitter van het directiecomité wordt een voorstel van tuchtstraf gelanceerd, waarover gestemd wordt. De voorzitter baseert zijn voorstel op een voorlopig voorstel van tuchtstraf van de bevoegde hiërarchische meerdere.

Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen. In dat geval wordt een ander voorstel ter stemming voorgelegd.

Bij de geheime stemming is het de administrateur-generaal en de leden verboden zich te onthouden.

De secretaris is niet stemgerechtigd.

Art. 18.§ 1. Kan niet zetelen noch deelnemen aan de beraadslagingen van het directiecomité, het lid: 1° tegen wie een tuchtvordering is ingesteld;2° aan wie een tuchtstraf werd opgelegd waarvoor de termijn van uitwissing, vastgesteld bij artikel 80, § 2, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, nog niet verstreken is;3° dat geen deel uitmaakt van het directiecomité. § 2. Kan niet zetelen noch deelnemen aan de beraadslagingen van het directiecomité, het lid dat heeft deelgenomen aan de instelling van de tuchtvordering voorafgaand aan het onderzoek door het directiecomité. § 3. De stafdirectie is belast met de voorbereiding, het beheer en de ondersteuning van de tuchtdossiers binnen de Veiligheid van de Staat. § 4. Onverminderd paragraaf 1, neemt de stafdirecteur deel aan de hoorzittingen en de beraadslagingen van het directiecomité zetelend in tuchtzaken, zonder stemgerechtigd te zijn.

Art. 19.Het voorstel van tuchtstraf wordt opgesteld in de taal van ambtenaar en door de administrateur-generaal en de secretaris ondertekend.

Art. 20.De secretaris noteert op dezelfde manier als vermeld in artikel 13 van dit reglement voor elke behandelde zaak de datum (data) van de zitting(en) en het uitgebracht voorstel van tuchtstraf.

Art. 21.De secretaris betekent namens het directiecomité een afschrift van het voorstel van tuchtstraf aan de ambtenaar.

Tegelijkertijd stuurt hij een afschrift ervan naar de bevoegde hiërarchische meerdere.

Art. 22.De secretaris bewaart het tuchtdossier, de briefwisseling en de processen-verbaal van de afgehandelde zaken.

Hij stuurt een afschrift van de tuchtstraf naar de personeelsdienst voor de toevoeging ervan in het persoonlijk dossier van de ambtenaar.

Art. 23.Een uitgewiste tuchtstraf wordt fysiek verwijderd uit het persoonlijk dossier. HOOFDSTUK III. - Bijzondere bepalingen betreffende benoemingen en bevorderingen voor betrekkingen van het niveau A voor de ambtenaren van de binnendiensten van de Veiligheid van de Staat

Art. 24.§ 1. Voor wat betreft de ambtenaren van de binnendiensten stelt de directie-generaal het functieprofiel op en bepaalt tegelijkertijd de evaluatiecriteria aan de hand waarvan de kandidaten zullen beoordeeld worden alsook de weging van de evaluatiecriteria. § 2. Het directiecomité onderzoekt de gevoerde procedure alsmede de aanvaardbaarheid van de kandidaturen. § 3. De leden van het directiecomité vergelijken de titels en verdiensten van alle kandidaten. Zij situeren die ten opzichte van het functieprofiel. § 4. Vervolgens gaan de leden van het directiecomité over tot de aanwijzing van ten hoogste vijf kandidaten per vacante plaats die door het directiecomité zullen worden voorgedragen. Bij staking van stemmen geldt dit in het voordeel van de kandidaat. § 5. De overige kandidaten worden ter informatie aan de lijst toegevoegd en volgens alfabetische volgorde gerangschikt. § 6. Alvorens tot de rangschikking van de voorgedragen kandidaten over te gaan, kan het directiecomité de voorgedragen kandidaten uitnodigen voor een hoorzitting. Desgevallend worden de titels en verdiensten van de voorgedragen kandidaten opnieuw vergeleken.

De voorgedragen kandidaten die niet zijn verschenen op de hoorzitting en die een gegronde reden kunnen laten gelden, kunnen, binnen tien dagen na de datum van voornoemde hoorzitting, toch vragen om door het directiecomité te worden gehoord.

Het directiecomité rangschikt de voorgedragen kandidaten. Daartoe geeft elk lid van het directiecomité een rangschikking van 1 tot 5. De optelsom van de puntenrangschikking van alle leden geeft de uiteindelijke rangschikking aan van de kandidaten. Degene met het minst punten is de best gerangschikte. De kandidaten die een gelijk aantal punten hebben worden ex-aequo gerangschikt. § 7. Indien het gemotiveerd bezwaar van een kandidaat tegen de voordracht van het directiecomité voor een bevordering of benoeming in aanmerking wordt genomen, heroverweegt het directiecomité de procedure overeenkomstig de artikelen van dit reglement, rekening gehouden met de motieven die in het bezwaarschrift worden aangehaald. Een weigering tot heroverweging dient schriftelijk gemotiveerd te worden en ter kennis te worden gebracht van betrokken kandidaat. HOOFDSTUK IV. - Bijzondere bepalingen betreffende toekenning van hogere functies

Art. 25.Het directiecomité verleent een gemotiveerd advies over de voorstellen tot aanstelling in een hoger ambt van niveaus B en C of binnen niveau A. HOOFDSTUK V. - Slotbepaling

Art. 26.Voorliggend huishoudelijk reglement treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Goedgekeurd door het directiecomité tijdens zijn zitting van 21 mei 2019.

De administrateur-generaal, J. RAES

^